Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wij Nederlanders en de Vrede; Gewapende Vrede; De Oorlog op de Korrel; Shalom ’80!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wij Nederlanders en de Vrede; Gewapende Vrede; De Oorlog op de Korrel; Shalom ’80!

Bezinning op het oorlogsvraagstuk Vrede, en er is geen Vrede

18 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het gaat hier om een macro-ethisch vraagstuk, een ethisch vraagstuk op wereldschaal van de eerste orde. Daarbij mag enerzijds het machteloze gevoel rijzen dat, juist omdat het over zo'n problematiek op wereldschaal gaat, niemand van ons effectief kan bijdragen tot de oplossing van de immense problemen, die hier liggen; tóch gaat van brede, gezamenlijke bezinning invloed uit naar de politiek en de maatschappij.

Vier publicaties, die in korte tijd verschenen binnen die kringen van de kerken, waar de activiteiten van het Interkerkelijk Vredesberaad (IKV) nu niet direct met gejuich worden begroet. En dan verscheen óók nog een boekje met ervaringen van Nederlandse krijgsgevangenen, die de atoombom van Nagasaki in Japan in 1945 overleefden. Hiermee is intussen wel duidelijk, dat een sterke bezinning op de vragen van oorlog en vrede op gang komt in deze kringen. En dat is een goede zaak. Men kan niet volstaan met louter 'nee' te zeggen tegen wat uit een bepaalde hoek komt.

Het gaat hier om een macro-ethisch vraagstuk, een ethisch vraagstuk op wereldschaal van de eerste orde. Daarbij mag enerzijds het machteloze gevoel rijzen dat, juist omdat het over zo'n problematiek op wereldschaal gaat, niemand van ons effectief kan bijdragen tot de oplossing van de immense problemen, die hier liggen; tóch gaat van brede, gezamenlijke bezinning invloed uit naar de politiek en de maatschappij. Tenslotte vormen politici en anderen, die voor concrete beslissingen staan, óók hun oordeel uit wat zij lezen. Het is dan ook van niet te onderschatten betekenis als vanuit kringen, waar het Woord van God ernstig wordt genomen, wordt bijgedragen aan de bezinning ook op de grote vraagstukken, waarvoor we in wereldverband staan. Spreken we inzake dit soort vragen bij het licht van het Woord, dan hebben we intussen wel te bedenken, dat ons in het Woord geen pasklare antwoorden gegeven worden op alle concrete vragen. We hebben bij het licht van het Woord, worstelend en vragend om de leiding van de Geest daarbij, ons oordeel te vormen, wél wetend, dat het hier om afgeleide vragen gaat. Terzake van de weg des heils, van datgene wat nodig is om getroost te leven en te sterven is de Schrift duidelijk. Zodra we echter over de kernwapenproblematiek gaan praten vinden we geen concrete Schriftuitspraken. Afwegend het één tegen het ander moet dari een oordeel worden gevormd. Het gaat dan om uit het Woord afgeleide zaken. Dat betekent intussen dunkt me ook, dat we in het beoordelen van visies voorzichtig hebben te zijn. Wie zou in deze immense vragen, ook wanheer men nóg zo dicht bij de Schrift leeft, het laatste oordeel menen te hebben? Daarom ben ik vuurbang voor allerlei verketteringen die over en weer plaats vinden. We kunnen niet ontkennen, dat zulke verketteringen de laatste jaren onophoudelijk hebben plaats gevonden. Laat echter liever in de botsing der meningen op dit punt ook de waarheid aan het licht mogen komen.

Shalom '80, de alternatieve vredeskrant van de Stichting Bijbel en Vredesvraagstukken b.v. wil, duidelijk buigend voor het gezag van de Schft, komen tot een oordeelsvorming over het vraagstuk van oorlog en vrede. Toch is ook binnen dit kader sprake van verscheidenheid van visie. Zoals er verschil in visie is tussen wat prof. dr. B. Goudzwaard (behorend tot de Nederlands Gereformeerde Kerk) in deze Shalom krant en prof. dr. J. Douma in het hierboven genoemde boekje Gewapende Vrede zeggen. Ik zou hierbij niet graag willen zeggen dat de één meer voor het gezag van de Schrift buigt als de ander, hoewel Goudzwaard atoompacifist genoemd mag worden en Douma niet. Prof. dr. ir. E. B. Schuurman bekent zich in Shalom '80 ook als atoompacifist, maar mr. Floris Bakels niet.

Een onoplosbaar dilemma

Het vraagstuk van oorlog en vrede, in onze tijd toegespitst op het kernwapenvraagstuk, stelt in feite voor een onoplosbaar dilemma. De oorlog is er altijd geweest in de geschiedenis. Ze is gegeven met de gebrokenheid van het menselijk bestaan, vanwege de zonde. God heeft zelf - men leze het Oude Testament - op een voor ons onbegrijpelijke wijze de oorlogen gebruikt in de geschiedenis om Zijn plan in deze wereld te volvoeren. Niemand zal willen beweren, dat de tachtigjarige oorlog niet gevoerd had moeten worden of dat Hitler ongemoeid zijn greep naar wereldheerschappij had moeten kunnen doen. Hoeveel bloed er ook gevloeid is. God mag worden gedankt dat door gewelddadig verzet de bevrijding van de demonie van het Nationaal Socialisme is gekomen.

Er zullen verder, zegt de Schrift, oorlogen en geruchten van oorlogen zijn tot het laatst toe. Ze zullen zelfs kenmerkend zijn voor het laatst der dagen.

Toch zit er ook een geheel andere kant aan deze zaak. Het is duidelijk, dat de wijze van oorlogvoering zich mét de ontwikkeling in de techniek en de wetenschap mee heeft ontwikkeld. In de tijd van knots en speer gebruikte men het beste wapen, dat toen technisch mogelijk was. Nu gebruiken we wapenen, die producten zijn van een hoog-geperfectioneerde techniek, die weer verband houdt met de geweldige vlucht, die de wetenschap nam.

Op zich is het wonderbaarlijk tot welk een hoogte het menselijk vernuft mocht komen. Met de groei van de mensheid zijn steeds meer mogelijkheden, die in de Schepping voorhanden waren uitgebuit om de mens aan voedsel, arbeid, energie etc. te helpen. En nu de aarde uitgeput gaat raken aan bodemgrondstoffen om zoveel miljarden mensen te doen leven, nu ontdekt de mens de gigantische miogelijkheden van de kernenergie. Die energie, opgehoopt in de atomen, biedt geweldige mogelijkheden en stelt tegelijkertijd voor grote gevaren. De gróte slagschaduw, die over deze hele ontwikkeling ten aanzien van het energievraagstuk valt, is het gebruik ervan tégen de mensheid zelf. De grote energievoorraden in de atomen zijn ook aan te wenden voor wapens, die de mensheid vernietigen.

Maar de zaak is intussen wel onomkeerbaar. De vindingen zijn niet meer ongedaan te maken. De technische en wetenschappelijke know-how is niet meer weg te denken. We kunnen ook niet meer terug. Hoe zou de miljarden-tellende mensheid leven moeten als er niet de mogelijkheden waren, die we thans hebben, juist ook vanuit de techniek.

Maar we staan dan ook daarom, wat betreft de kernwapens, voor een onoplosbaar dilemma omdat we vandaag alle kernwapens weg kunnen doen en we ze morgen, gezien de voorhanden kennis, weer terug kunnen hebben. En de kennis van de productie is wereldwijd verbreid! Er zit progressie in wetenschap en techniek. Zo zit er ook progressie in de oorlogsvoering, in het wapen dat gebruikt wordt. Nogmaals, daarin zit iets onomkeerbaars. De klok is, om zo te zeggen, niet terug te draaien. Daarom rijst de vraag: hoe lang kan en zal dit nog doorgaan? Hoe lang laat God deze progressie toe? Wanneer komt Zijn dag, de dag van de Zoon des mensen? Want dat we in dit opzicht ook van apocalyptische, eindtijdelijke ontwikkelingen hebben te spreken is zonneklaar.

Vragen

Toch neemt dat niet weg, dat we als christenen hier voor grote ethische vragen staan. Er is sprake van gerechtvaardigde oorlog, jawel. Maar waar ligt de grens van het ook in een oorlog toelaatbare? In Deuteronomium 20 gaat het om krijgswetten, wanneer een stad belegerd wordt. De vrouwen en kinderen moeten worden gespaard en ook de bomen moeten worden gespaard. Toegegeven, het gaat hier om krijgswetten in de situatie van tóén, met de mogelijkheden van toen. De moderne oorlogsvoering is het stadium van het sparen van vrouwen, kinderen en bomen allang gepasseerd. Daarom zit er wel iets legitiems in dat pacifisme, dat moeite heeft met elke oorlog, omdat daarin het schepsel Gods wordt gedood of aangetast. Maar ook wanneer we op dat standpunt niet gaan staan dan rijst nog wél de vraag: waar ligt de grens? Is er in een kernoorlog nog wel sprake van énige krijgswet? In een oorlog, waarin de mensheid vernietigd wordt, waarin de mens zichzelf vernietigt dóór aanval en direct opgeroepen tegenaanval, is daar nog sprake van rechtvaardigheid? Gaat het dan nog om een rechtvaardige oorlog? Een oorlog, die een eind zou maken aan de menselijke geschiedenis - als God het zover laat komen, of het (misschien) zo bedoelt? - heeft geen winnaars of verliezers meer, dus levert ook het recht, waarom gestreden wordt niet meer op.

Ook Romeinen 13, waarin het gaat om het zwaard van de overheid is dan dunkt me niet meer van toepassing. Enerzijds kan men zich afvragen of de daar genoemde zwaardmacht van de overheid niet eerder slaat op het handhaven van recht en orde door de overheid binnen eigen samenleving, dan op het hanteren van het zwaard in een oorlog met een andere natie. Maar zelfs wanneer dit laatste het geval zou zijn, dan functioneert de zwaardmacht niet meer ter bescherming van de eigen onderdanen. Want het ene zwaard roept het andere in zulk een gewelddadigheid op, dat ook eigen samenleving wordt vernietigd.

Evenwicht

Het enige recht in het bezitten (Niet het gebruiken) van het kernwapen zou dan ook liggen in de afweer en in het handhaven van het machtsevenwicht. Men kan zich afvragen wat het betekent een kernwapen wél te willen bezitten als het bij voorbaat zou vaststaan het niet te zullen gebruiken. Zó simpel ligt dat toch echter niet. Toen de Hervormde Synode in 1962 een ondubbelzinnig nee-zonder ja's uitsprak tegen het gebruik van kernwapens (niet tegen het bezit) is dat natuurlijk ook best beseft. En toch is toen het bezit niet afgewezen.

Prof. dr. J. Douma zegt in zijn boekje 'Gewapende Vrede': 'het wapen is zó effectief als afschrikkingsmiddel, dat het tot nu toe niet effectief als gevechtsmiddel kon worden aangewend'. Met andere woorden: bezitten van kernwapens voorkomt een kernoorlog. Althans zo was het tot nu toe.

Daarin ligt een grote kern van waarheid. Tot nu toe zijn we in het Westen bewaard voor de overheersing door het beest van het communisme (nét zo fanaat als Hitlers nationaal-socialisme), doordat er ook sprake was van een zeker machtsevenwicht. Op zulk een evenwicht mogen we niet ons vertrouwen stellen. Maar het is als met alle middelen: worden ze gezegend of niet? Zo mogen we tot heden zeggen, dat we niet onder de laars van het communisme zijn gekomen. Met een leuze als van het IKV: 'de kernwapens de wereld uit te beginnen in Nederland' valt dan ook dunkt me weinig te beginnen. Tweezijdige ontwapening is een zaak, waarnaar intensief gestreefd zal moeten worden. Éénzijdige ontwapening roept slechts het beest los. En ook al weten we, dat Openbaring 13, waarin over het beest gesproken wordt, dat godslasterlijke dingen spreekt en waar de hele wereld achteraan loopt en dat macht krijgt om de heiligen krijg aan te doen, ook gezegd wordt dat hier 'de lijdzaamheid en het geloof der heiligen zal blijken', dat wil nog niet zeggen dat systemen, die door dit beest gesymboliseerd worden, ook de vrije teugel moeten krijgen. Zulks zou bij eenzijdige ontwapening wel het geval zijn.

Daarom, óók als we het vraagstuk van de kernbewapening bij het licht van het Woord bezien, staan we voor een onoplosbaar dilemma. Enerzijds mogen we ons vertrouwen niet stellen op de macht van dir demonische wapen, beestachtig op zich (laten we ons de macht van dit beest óók realiseren). Anderzijds hebben we ons in acht te nemen voor het beest van het communisme. In de gebrokenheid van deze wereld, waarin twee wereldgrootmachten tegenover elkaar staan, staat kernwapen tegenover kernwapen. Toen de wereld kleinschaliger was, toen om zo te zeggen stammen tegenover stammen stonden, hield men met speer en knots de macht in evenwicht. Nu is het - verschrikkelijke mogelijkheid! - het kernwapen, dat het doet.

Vier publicaties

Ik begon dit artikel met te wijzen op vier publicaties. Ik laat ze tenslotte even de revue passeren, louter ter aankondiging, ook in verband met de bezinning op wat in de vredesweek aan de orde komt.

Nagasaki

Dr. J. Stellingwerf schreef: Fat Man in Nagasaki; Nederlandse krijgsgevangenen overleefden de atoombom; 157 pag. geïllustreerd, ƒ 19, 50, uitgave T. Wever, Franeker. Fat Man is de (code-)naam van de Hiroshimabom van 9 augustus 1945. Dr. J. Stellingwerf heeft zorgvuldig de feiten geregistreerd over het kamp Fukuoka 134, waarin ook enkele honderden Nederlanders als krijgsgevangenen verbleven. We nemen hier het volgende fragment over uit een dagboek van een overlevende, zoals dat in dit aangrijpende boek voorkomt:

'Oh vreeselijkste dag der dagen. Weer werd door vriendenhand een ramp veroorzaakt, die de reeds sterk gedunde rijen krijgsgevangenen van ons kamp nog meer uitdunde. Nadat op 1 aug. een zwaar bombardement op Nagasaki was uitgevoerd, waarbij het fabrieksdistrict, waar we middenin liggen, één van de hoofdobjecten was der bommenwerpers, en waarbij een bom op de rand van één van onze schuilloopgraven viel, die instortte en verscheidene van onze jongens bedolf onder de zwaare betonblokken, maar die na onvermoeid reddingswerk onder het steeds voortdurende bombardement, gelukkig vrijgemaakt konden worden en er nog tamelijk goed afkwamen; 4 ernstig gewond en helaas 1 gedood.

Na deze dag werden de luchtaanvallen zo intensief, dat wij niet eens meer naar de fabriek toegingen. En toen...

De jongens die buiten werkten vertelden het volgende verhaal. Zij zagen drie, op ballonnen gelijkende dingen aan een parachute neerdalen (bedoeld is één ding aan drie parachutes), toen plotseling een verblindend licht kwam en een slag... De jongens die naar het licht gekeken hebben zijn bijna allen ook erdoor getroffen en hebben over hun hele lichaam afschuwelijke brandwonden opgelopen. De druk was zóó groot, dat het heele fabrieksdistrict dat eenige kilometers lang is, totaal verwoest is en zelfs huizen op de heuvels rondom, hoog er tegenop gebouwd, platgedrukt als lucifersdoosjes en sommigen geraakt en verbrand door die vreselijke straal. God, mijn God, wat dank ik U, dat U mij op een paar snijwonden na, er ongedeerd bij hebt gelaten. Weer hebt Gij Uw helpende Hand boven mijn hoofd gehouden en mij gespaard. Het is iets geweldigs wat de Amerikanen hier gebruikt hebben, iets zo geweldig misdadigs, dat de mens die haar uitgevonden heeft, vervloekt zij. Het moet of vloeibare lucht of een ander vloeibaar gas geweest zijn, maar de uitwerking was verschrikkelijk. De getallen zijn ongeveer:10.000 dooden, 70.000 verminkten en gewonden, 500.000 daklozen en dit alles van Nagasaki... BESCHAVING!!! (...)'

Shalom ’80

De vredeskrant Shalom '80 van de 'Stichting Bijbel en Vredesvraagstukken' bevelen we graag aan ter bestudering in de gemeenten. Uit de gevarieerde inhoud van deze krant, waarin op basis van de Schrift gezocht wordt naar wegen in het vraagstuk van oorlog en vrede, laten we een passage volgen van mr. Floris B. Bakels, schrijver van het boek 'Nacht und Nebel' (1977), waarin hij van zijn concentratiekampervaringen vertelt; een passage door Shalom '80 uit dit boek overgenomen;

'Gedurende twaalf jaar, 1933-1945, heeft de Duitse demonie over het mensdom geraasd, wat gepaard ging met onvoorstelbare verschrikkingen. Ik zie daarin een manifestatie van de Anti-Christ, tot grote macht gekomen doordat de mensheid bezig was Christus los te laten.

De Duitse macht is in 1945 verslagen, en even later ook de Japanse, maar nadien is feitelijk niets tot een oplossing gebracht. Het uitmoorden van zes miljoen joden, met name, is niet gevolgd door iets dat herhaling onmogelijk maakt.

Men heeft zich niet bekeerd. Integendeel, men is voortgegaan op de weg van Godsverzaking, materialisme en ongeloof, ja anti-geloof. De daarbij behorende verschijnselen zijn alom angstwekkend waarneembaar. Er zijn geen grenzen aan onze slechtheid.

Roependen in de woestijn waarschuwen terecht voor komende catastrofes. Als schrijver dat dit boek voeg ik mij hij hen. De doden verplichten mij daartoe. Het is niet voorbij en wij leven niet in vrede. Voor mij staat het vast dat zeer grote rampen op komst zijn - de voorboden kan men waarnemen - wanneer de mens zijn God niet terugvindt, niet wil luisteren naar wat gezegd is, niet wil doen wat bevolen is.

Misschien heeft het nageslacht er wat aan, kennis te nemen van ervaringen van overlevenden uit Wereldoorlog II, met name bezetting en concentratiekamp: hoe een terreurbewind functioneert, en het verzet daartegen. Het nageslacht moge weten hoe, indien ogenschijnlijk Satan regeert. God almachtig is en blijft. Het kan nog van pas komen'. (Nacht und Nebel, p. 10, 11).

We willen er hier intussen op attenderen, dat deze alternatieve vredeskrant veel geld kost (de oplage is verheugend groot, ongeveer 350.000, de kosten evenwel hoger dan beraamd). Laten gemeenteleden en kerkeraden deze krant ook een ruime kans geven, opdat in Nederland, gezien de eenzijdige voorstelling van zaken van het IKV, de discussie over het vraagstuk van oorlog en vrede een echte kans krijgt. Giften zijn zeer welkom (gironummer 41.73.827, Sophialaan 8, Hilversum, t.n.v. de Stichting).

Gewapende Vrede

Prof. dr. J. Douma, ethicus te Kampen (vrijgemaakt gereformeerd), schreef een boekje onder de titel 'Gewapende Vrede', in de serie Ethisch Kommentaar, uitgegeven bij Ton Bolland in Amsterdam (118 pag., ƒ 16, 90). In dit hoogstaande, op de Schrift georiënteerde boekje werkt prof. Douma 16 stellingen uit, waarvan de inhoud, kortgezegd, luidt:

1. Er zijn geen twéé gedachtenreeksen in oorlogs-gezind Schrift over het oorlogsvraagstuk, t.w. oorlogs-gezind en evangelisch-gezind.

2. De Schrift kan niet ter verdediging van het pacifisme worden aangevoerd.

3. Bij Schriftplaatsen moet ook op hun plaats in de heilshistorie worden gelet. De ban, waarmee de Kanaanieten worden geslagen, geeft nog niet het recht tot een vernietigingsoorlog; beheerstheid van optreden in een oorlog is vereist (Deut. 20).

4. Al spreekt de Schrift over oorlogen tot het eind van de tijd (Matth. 24) dan is dat nog niet een norm voor ons handelen (de wil van Gods besluit is nog niet de wil van Zijn bevel).

5. De christen mag geen kwaad met kwaad vergelden, maar dat betekent nog niet dat de overheid het niet mag doen.

(In het beroep op Rom. 13 ben ik hier overigens ten aanzien van het oorlogsvraagstuk terughoudender dan Douma, v. d. G.).

6. Voor een theologische vorming t.a.v. de taak van de overheid kunnen we niet terecht bij Luther (tweerijkenleer) of bij Barth (het éne rijk van Christus, waarbij alle mensen verzoend zijn).

7. We kunnen niet ontkennen, dat menige oorlog (o.a. de Tweede Wereldoorlog) een rechtvaardige oorlog is geweest.

8. Terwijl het reeds moeilijk is een oorlog met moderne conventionele wapens te rechtvaardigen, wordt het nóg moeilijker voor een oorlog met kernwapens.

9. Het bezit van kernwapens heeft geen afschrikwekkend effect zonder de bereidheid ze ook te willen gebruiken.

10. De aard van de kernwapens noopt velenop verschillende, door Douma genoemde gronden - tot atoompacifisme.

11. Daartegenover staat:

a. Een nucleaire oorlog van méér dan beperkte omvang kan geen rechtvaardige oorlog meer zijn; afschrikking met kernwapens echter wel een rechtvaardige zaak.

b. De keuze tussen vrijheid en dictatuur wettigt het nemen van risico's inzake het bezit van kernwapens.

c. Eenzijdige ontwapening door het Westen betekent medeverantwoordelijkheid voor het gebruik van kernwapens door de tegenpartij.

d. De kerk kan inderdaad in de catacomben blijven voortbestaan; maar het moet als schuld worden aangerekend, wanneer wij onze vrijheid prijsgeven.

12. Het vraagstuk van de kernwapens is te gecompliceerd om voor de hand liggende conclusies te trekken (b.v. géén gebruik, dan óók geen bezit).

13. Gezien de gevaren van eenzijdige ontwapening mag het risico van de 'balance of terror', het machtsevenwicht worden genomen.

14. De risico's, verbonden aan het machtsevenwicht, worden evenwel groter:

a. De kernwapens worden méér en méér verfijnd.

b. Het tectische kernwapen (lager op de sport dan het nucleaire wapen) doet gemakkelijk de gedachte post vatten dat een kernoorlog als gewone oorlog kan worden gevoerd.

c. Er komen steeds meer nucleaire wapens in steeds meer handen.

d. De eensgezindheid van het Westen brok­kelt af.

15. Het betrekken van andere problemen in de kernwapenproblematiek (economie, verhouding arm-rijk) maakt het vraagstuk alleen maar kwellender.

16. De kerk in het Westen mag in haar gebed, prediking en bezinning dankbaar zijn voor de ons in het Westen gelaten vrijheid, met krachtige afweer tegenover de communistische dreiging.

Al met al, inhoudsvolle stellingen, die zeer dienstig zijn aan de bezinning, die zich in de Gereformeerde Gezindte voltrekt. Een boekje om kennis van te nemen en grondig te bestuderen. Een boekje dat ook - de stellingen geven dat ook aan - ruimte laat voor discussie en voor verschil van inzicht in dit weerbarstige vraagstuk.

Tenslotte kondigen we hier nog aan een boekje van drs. C. Huisman 'De oorlog op de korrel' verschenen als 'kleinbeeldcahier' bij de Vuurbaak te Groningen (64 pag. ƒ 8, 25). De schrijver is docent geschiedenis aan de Reformatorische Scholengemeenschap Guido de Brés in Rotterdam. Hij geeft een waardevolle historische belichting van het vraagstuk van oorlog en vrede en het denken daarover. Drs. J. A. E. Vermaat tenslotte schreef een bij De Banier te Utrecht uitgegeven boek, getiteld 'Wij Nederlanders en de vrede'. Een boek dat aandacht vraagt voor Vietnam en de gevolgen toen de 'vrede' kwam, voor Cambodja ('waar bleven de demonstrerende scharen? '). Een boek met een sterk verzet tegen 'het wegdemonstreren van kernwapens'. Een boek, dat sterk is in documentatie, maar minder dan bij Douma ingaat op de bijbels-ethische aspecten van het oorlogsvraagstuk.

Geen vrede

In het bovenstaande gaven we zo een doorkijkje in de bezinning op het vraagstuk van oorlog en vrede. Intussen bedenken we, dat de profeten (Jeremia en Ezechiël) spreken over mensen, die het hebben over vrede, terwijl er géén vrede is. De profeten bedoelden dat ongetwijfeld met het oog op de valse profeten, die van vrede en geen gevaar spraken. Grootschalig is het nü in onze wereld aan de orde. We spreken van vrede maar er is geen vrede. Totdat evenwel het rijk van de vrede komt. De zwaarden zullen tóch een keer worden omge­smeed tot ploegscharen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 september 1980

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Wij Nederlanders en de Vrede; Gewapende Vrede; De Oorlog op de Korrel; Shalom ’80!

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 september 1980

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's