Naar de tweede predikantsplaats

De hervormde gemeente van Scherpenzeel telde per januari 1980, volgens het statistisch overzicht van het SMRA te Delft, 4115 personen. Hiervan zijn 903 belijdende leden en 1625 doopleden, dat is 21, 9% resp. 39, 5%. Het aantal overig hervormden, dus niet-belijdende-en niet-doopleden, bedroeg per januari 1980:1587 ofwel 38, 6%.

De hervormde gemeente is verdeeld in twee wijken en heeft één predikantsplaats. Naast die ene predikantsplaats is er een hulp in het pastoraat voor 3 volle dagen per week. Sinds een paar jaar is er naast de officiële hervormde gemeente een buitengewone wijkgemeente. De hulp in het pastoraat hoopt met ingang van januari 1981 zijn werk in deze gemeente te beëindigen (wil het wat kalmer aan gaan doen i.v.m. het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd). Daarom heeft de kerkeraad gemeend de mogelijkheid te moeten onderzoeken om tot stichting van een tweede predikantsplaats te komen.

In verband hiermee heeft de kerkvoogdij haar laatste geldwervingsactie (actie kerkbalans) gevoerd met het oog op die tweede predi­kantsplaats. Elke gemeentelid heeft bij die actie een brief ontvangen, waarin de gehele situatie is uiteengezet. De brief, het inschrijvingsformulier enz. werd persoonlijk door een aantal vrijwillige medewerkers overhandigd en later weer opgehaald.

In de begroting van de kerkvoogdij voor 1980 is uitgegaan van twee predikantsplaatsen. Dit resulteerde mede in een begrotingstekort van bijna ƒ 60.000, —., welk tekort door verhoogde bijdragen der gemeenteleden diende gedekt te worden.

Vorig jaar (1979) werd aan vrijwillige bijdragen toegezegd een bedrag van ongeveer ƒ 122.000, —. Bij de laatstgehouden actie, welke dus was gericht op die tweede predikantsplaats, is aan vrijwillige bijdragen een bedrag toegezegd van ƒ 166.214, —. Dit is ruim 36% meer dan vorig jaar. De kerkvoogdij was hier wel blij mee, echter zij bleef met een begrotingstekort zitten van zo'n ƒ41.000, —. Door invoering van een extra deurcollecte per maand (raming opbrengst ƒ 18.000, —) en een bijstelling in de begroting (besparing ƒ 16.000, —) kon het tekort van ƒ41.000, — worden teruggebracht tot ƒ 7.000, —.

Verschillende jaren achtereen is aan vrijwillige bijdragen meer ontvangen dan was toegezegd. Of dat dit jaar ook weer het geval zal zijn, is moeilijk te voorspellen. Een eventuele tweede extra deurcollecte per maand zou dan alsnog het resterend tekort moeten dekken.

Inmiddels is door de kerkeraad bij het Breed Moderamen van de classicale vergadering een officieel verzoek ingediend om een tweede predikantspjaats te mogen stichten.

De Provinciale Kerkvoogdij Commissie (PKC) had inmiddels van de plaatselijke kerkvoogdij de financiële stukken ontvangen. Ook was zij in kennis gesteld van het resultaat van de speciale geldwervingsactie.

Van de PKC is bericht ontvangen dat zij een gunstig advies had uitgebracht aan het Breed Moderamen van de classicale vergadering.

Inmiddels heeft de kerkeraad bericht ontvangen vah dat Breed Moderamen dat een tweede predikantspjaats in onze gemeente is gevestigd. Wanneer verdere formaliteiten'zijn vervuld, kan een aanvang worden genomen met het beroepingswerk.

De kerkvoogdij was reeds in het bezit van een tweede pastorie. Hierin is nog gehuisvest de hulp in het pastoraat. Op dit moment wordt bezien of de pastorie uitbreiding behoeft of dat nieuwbouw gewenst is. De nodige geldmiddelen zullen ook daarvoor gevonden moeten worden.

Verschillende jaren wordt er al gecollecteerd voor een tweede predikantsplaats. Uit de opbrengst hiervan wordt de hulp in het pastoraat betaald alsmede de kosten van onderhoud en hypotheek op de tweede pastorie. De opbrengst van genoemde collecten werd dus al jaarlijks bestemd voor een 'stukje tweede predikantsplaats'. Zij was echter niet toereikend om dat 'stukje tweede predikantsplaats' geheel te dekken. Uit de lopende middelen moest worden bijgepast.

Uit het vorenstaande blijkt dat het voor onze gemeente niet allemaal vanzelf is gegaan. Gelet op de sombere economische vooruitzichten kan het moeilijk worden hogere financiële bijdragen van de gemeenteleden te vragen.

Kerkeraad en kerkvoogdij mogen echter vertrouwen dat God de harten van de gemeenteleden zal neigen, zodat de middelen, die nodig zijn voor het onderhouden van Zijn werk in onze gemeente, aanwezig zullen zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen