Pastoraat in het jeugdwerk

Met dit onderwerp bedoelen we geen nieuwe jeugdwerkvorm naast de bestaande. Nee, het gaat hier veel meer om een nader bezien van de manier waarop we ons bestaande jeugdwerk uitvoeren. Pastoraat is nl. niet in de eerste plaats een zaak van aktiviteiten, maar van 'instelling' ten opzichte van (in dit geval) de jeugd.

Vier bijbelse aspekten

In de Heilige Schrift komen we verschillende gedeelten tegen die handelen over de Herder en de kudde. Uit deze gegevens willen we u op vier gedachten wijzen.

1. De Herder heeft een hart, dat klopt voor de kudde. God is een God met een hart. 'Jezus, de schare ziende, werd met ontferming over hen bewogen' (Matth. 9 : 36). Zijn ontferming gaat zover, dat Hij als de Goede Herder Zijn leven geeft voor de schapen!

2. Het woord kuddedier klinkt ons negatief in de oren, maar het bijbelse beeld van de kudde heeft een heel positieve betekenis. Het spreekt van gemeenschap. Tussen de Herder en de kudde, maar ook tussen de schapen onderling.

3. Aandacht voor de kudde als geheel sluit niet uit de aandacht voor de enkeling. Voor het ene schaap, dat verloren is, laat de Goede Herder zelfs de kudde even alleen.

4. De Herder zorgt voor Zijn kudde. Hij geeft de schapen rust, bescherming en voedsel. Hen zal niets ontbreken (Ps. 23 : 1)! Gods heil is daarom allesomvattend. Niet alleen het heil voor de ziel, maar ook voor het lichaam.

De Goede Herder

Bij dit alles belijden we met nadruk dat Jezus Christus in de eerste en enige plaats de Pastor is. Aan Zijn zorg moeten wij ons toevertrouwen. Zowel wij als leidinggevenden, als ook onze klubleden. Maar in Zijn pastorale werk wil Hij ons ook inschakelen. Dat betekent, dat wij bezig zijnde in het jeugdwerk nauwkeurig moeten letten op Zijn aanwijzingen. Zonder een persoonlijke band met Hem kan het niet. En zeker niet als het gaat om een pastorale taak in het jeugdwerk. Uitgaande van de vier genoemde aspekten zullen we nagaan in hoeverre deze ook in ons jeugdwerk gestalte kunnen krijgen..

Het geopende hart

Dit aspekt raakt allereerst de houding, waarmee we met jeugdwerk bezig zijn. Hebben wij hart voor de jongeren? Of zijn ze voor ons alleen maar namen in een presentielijst?

In Ezechiël 34 wordt aan de herders van Israël verweten, dat zij 'zichzelf weiden'. Dit bijbelwoord houdt ook voor ons een ernstige vraag in: Denken wij ook allereerst aan onszelf? Aan onze eigen behoeften? Of staat bij ons voorop de beste manier waarop we de jóngeren van dienst kunnen zijn?

Het antwoord op deze vraag heeft ook praktische gevolgen. Gevolgen voor de manier waarop ons programma wordt opgesteld en uitgevoerd. Houden we daarbij écht rekening met de klubleden? Geven wij hen daarin voldoende ruimte? Of gaat het er ons alleen om, dat wij ons zegje kunnen doen?

Echt pastoraal bezig-zijn wil dan ook zeggen, dat we naast aandacht voor 'de stof' ook aandacht hebben voor wat er zich in 'de groep' afspeelt. Wie praat er mee? Wie niet? En waarom niet?

Zó werken, is werken met een open hart. Het is dan ook een manier van jeugdwerk bedrijven, die een wezenlijk pastoraal effekt kan hebben.

De gemeenschap

Als wij echt oog hebben voor de groep, zullen we ons ook afvragen: Is onze groep echt een groep geworden? Of zijn er soms leden die er eigenlijk buiten staan? Is mijn klub of vereni­ging een groep waarin ieder écht kwijt kan, wat hem of haar bezighoudt? Houden de groepsleden, met alle verschillen tussen hen toch rekening met elkaar? Is er ruimte voor nieuwe leden? Een plaats voor b.v. gehandicapten? Dit zijn belangrijke vragen, stuk voor stuk. Want als dit alles echt goed gaat, dan kunnen kinderen en jongeren in het jeugdwerk leren wat het betekent: 'Ik geloof in de gemeenschap der heiligen'.

De aandacht voor de enkeling

Jeugdpastoraat is in de praktijk vaak groepswerk. Maar dat sluit de persoonlijke benadering niet uit. In bepaalde situaties hebben jongeren persoonlijke pastorale hulp en aandacht erg nodig. Bijvoorbeeld: begeleiding van kinderen, waarvan één van de ouders overlijdt; van kinderen, waarvan de ouders scheiden; aandacht voor langdurig zieke jongeren; voor jongeren die in militaire dienst gaan.

We raken hierbij als jeugdwerk aan, de taken van ouders en kerkeraad. Goddank zijn er veel ouders, die zelf pastor zijn voor hun kinderen. Maar er zijn ook veel ouders, die geen kontakt meer kunnen krijgen met hun kinderen... Ook het huisbezoek fungeert lang niet altijd als gezinspastoraat. Het is vaak alleen ouderenpastoraat. In deze gevallen zal de pastorale hulp van de jeugdwerker gewenst en nodig zijn. Dit dan in goed overleg met de jeugdouderling.

Het totale Heil

Pastoraat kan niet buiten het Woord om, ook het jeugdpastoraat niet. Daarom is o.a. de bijbelbespreking in de jeugdgroep van centraal belang. Maar... daarin moet het dan gaan om het totale heil voor de totale mens. Dit betekent in het jeugdwerk, dat we met het gehele leven bezig moeten zijn en niet alleen het geestelijk leven ter sprake brengen. Dan zullen dus alle vragen, waarmee jongeren worstelen een plaats krijgen. Zoals de seksualiteit, de verkering, de zelftwijfel, de plaats, van de muziek in het leven, het christen-zijn op school enz. Wij eindigen met de bede, dat Hij, die de Goede Herder is, ons zal leren hoe wij H em navolgende Zijn jonge kudde mogen weiden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen