Dr. R. J. Mooi de nieuwe secretaris-generaal

In afwijking van de voordracht van de daartoe door de synode ingestelde commissie is dr. R. J. Mooi, tot heden secretaris voor algemene zaken, door de synode benoemd tot secretarisgeneraal van de Nederlandse Hervormde Kerk, in welke functie hij dr. A. H. van den Heuvel opvolgt. Tot twee maal toe werd in de voordracht een ander dan hij geprefereerd. Éérst in 1972 toen dr. Van den Heuvel gekozen werd. Nu opnieuw, doordat de voordrachtscommissie ds. W. R. van der Zee, predikant te 's Gravenhage als eerste candidaat had gesteld en ds. A. de Haan, één van de secretarissen van de Raad voor de Zending te Oegstgeest, als tweede. De synode, gebruikmakend van het recht van eigen voordracht, naast de voordracht van de commissie, besloot met de kleinst mogelijke meerderheid van stemmen (28-26) dr. Mooi, die al dertien jaar lang de kerk gediend heeft als secretaris voor algemene zaken en daarin in feite ook 'onder' de secretarissen-generaal werkte, tot nieuwe secretaris-generaal te kiezen.

Wij menen dat de synode daarmee récht heeft gedaan. De door de voordrachtscommissie gecandideerden hebben op generlei wijze blijk gegeven kwalitatief zó uit te steken boven de nu benoemde, dat hun verkiezing terecht zou zijn geweest. Dat is in de synode kennelijk beseft, afgezien nog van het feit, dat een niet onbelangrijk deel van de synodeleden in belangrijke mate heeft laten meewegen de verschillen in accenten bij dr. Mooi en diens voorganger dr. Van den Heuvel, in wiens lijn de door de commissie eerst voorgedragene véél meer lag. Dr. Mooi heeft in een persconferentie dan ook gezegd, dat hij, ondanks goede samenwerking met dr. Albert van den Heuvel, meent dat de accenten onder zijn scribaat wel iets anders komen te liggen. Dat is bij zijn benoeming in de synode bepaald ook beseft.

Dr. mooi, in 1922 geboren, is van vrijzinnige afkomst. Hij was b.v. secretaris van de vrijzinnige jeugdbeweging. Gedurende zijn predikantenloopbaan (Vries, Zuidwolde, Am­ stelveen) schoof hij echter op in confessionele richting. Hij werd ook lid van de confessionele vereniging en promoveerde bij prof. dr. G. P. van Itterzon op het onderwerp 'Kerk en dogma. Historisch element in de werken van Johannes Calvijn.' Sinds 1967, toen ds. F. H. Landsman secretaris-generaal was, is hij scriba voor algemene zaken.

De voordracht door de voordrachtscommissie en de uiteindelijke beslissing in de synode heeft in de pers en bij de communicatiemedia begrijpelijkerwijs veel losgemaakt. Eerst heeft de IKON de voordracht van de commissie publiek gemaakt. De hoofdbesturen van de Gereformeerde Bond en de Confessionele Vereniging hebben zich vóór de synodevergadering tot de synodeleden gericht - de Gereformeerde Bond met een Open Brief, de Confessionele Vereniging met een telegram - waarin werd aangedrongen op een benoeming van dr. Mooi. De synode heeft in deze intussen haar eigen verantwoordelijkheid verstaan. Het is duidelijk, dat de benoeming, zoals nu is geschied, uiteenlopende reacties heeft opgeroepen. De reactie 'verrassend' was algemeen. Dankbaarheid voor deze beslissing was er bij velen. Teleurstelling was er bij anderen. Het commentaar van b.v. het dagblad Trouw liet weinig onduidelijkheid bestaan:

'De keus in de vacature Van den Heuvel is evenwel gevallen op de thans zittende secretaris algemene zaken dr. R. J. Mooi, die reeds eerder voor deze functie te licht bevonden was. Mooi kan een uitmuntend administrateur zijn. Hij kent de kerk op zijn duimpje. Wij weten zeker, dat hij minzaam en zeer correct is. Maar men kan hem geen profetische visie en creativiteit toedichten.'

Trouw voegt eraan toe, dat nu een zware verantwoordelijkheid komt te liggen bij de voorzitter van de synode ds. C. B. Roos. Die heeft kennelijk de 'profetische visie en.creativiteit' die Trouw wenst. Dit is, dunkt me, een per­ soonlijk-polariserend commentaar van de eerste orde!

Wij voor ons hopen, dat we onder dr. Mooi als kerk een goede tijd mogen hebben. We beseffen zéér wel, dat dr. Mooi - om zijn eigen woorden te gebruiken - niet de 'denkrichting' van de Gereformeerde Bond vertegenwoordigt. Dr. Mooi heeft zich echter doen kennen als een man van grote openheid, vooral gericht op de gemeente, waar het belijden der kerk zijn concentratie vindt. Wanneer sommigen thans 'profetische visie' wensen, dan verlangen ze niets anders dan een politiek-en maatschappelijk bepaalde visie, van een bepaalde kleur. Terecht heeft de nieuw gekozene gezegd in deze grote terughoudendheid in acht te nemen. Met al te politiek-gekleurde stellingname worden 'harten toegesloten'. Hetgeen overigens de maatschappelijke betrokkenheid van de kerk onverlet laat.

We beseffen intussen óók, dat de kerk niet staat of valt met één man. Ook dr. Mooi heeft als secretaris-generaal te maken met de héle hervormde kerk, die pluriform van aard is, om niet te zeggen, die verscheurd is in eigen boezem. Hij zal de hele kerk moeten en mogen dienen. Daartoe wensen we hem wijsheid en beslistheid toe. Hij vat zijn niet gemakkelijke taak aan in een niet gemakkelijke tijd en binnen een niet gemakkelijke kerk. Hij vat evenwel zijn taak aan in de 'kerk en dat is 'wat des Heeren is'. In Gods hand ligt ook de komende jaren het wel en wee van de kerk. Mensen zijn slechts instrumenten.

Wij zijn dankbaar voor de benoeming, die is geschied. We zijn nuchter genoeg om te beseffen, dat het kerkelijk leven niet door een secretaris-generaal wordt bepaald. Het belangrijkste geschiedt immers in de gemeente, door Woord en Geest.

Ook het synodaal gebeuren is daaraan ondergeschikt. Maar een secretaris-generaal bepaalt toch wel mede het gezicht van de kerk naar buiten.

v. d. G.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen