Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hoe ver gaat de kerkelijke verantwoordelijkheid?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoe ver gaat de kerkelijke verantwoordelijkheid?

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Door de recente uitspraak van de Hervormde Synode inzake de kernwapenproblematiek staat de vraag van de kerkelijke verantwoordelijkheid voor maatschappelijke en politieke vragen weer levensgroot voor ons. Hoe ver mag de kerk gaan in haar bemoeienis met politiek en maatschappij?

Door de recente uitspraak van de Hervormde Synode inzake de kernwapenproblematiek staat de vraag van de kerkelijke verantwoordelijkheid voor maatschappelijke en politieke vragen weer levensgroot voor ons. Hoe ver mag de kerk gaan in haar bemoeienis met politiek en maatschappij? Bij het kernwapenvraagstuk gaat het weliswaar om een ethisch probleem - we noemde het vorige week een ethisch probleem van de éérste orde - maar wanneer de kerk zich daarover publiekelijk uitspreekt, dan heeft zij een adres, waarheen zij zich richt. De echo van de synodale uitspraak wordt ook in de politieke discussies gehoord. In onze samenleving is de synodale uitspraak niet onopgemerkt gebleven. In het CDA komt de discussie erover los. Binnen de PvdA wordt al evenzeer met de synodale uitspraak gewerkt. We hebben er in ons vorige artikel geen onduidelijkheid over laten bestaan, dat we de 'pastorale brief' van de synode in de politieke consequenties - voorzichtige stappen tot eenzijdige ontwapening - afwijzen. Maar dat laat de vraag onverlet óf en hóé de kerk zich met de samenlevings(vragen) moet bezig houden. Daarover wil ik in het hiervolgende iets opmerken.

Verschillende antwoorden

Op de vraag of de kerk met de politiek te maken heeft worden in onze tijd verschillende antwoorden gegeven. De kerk, als kerk in ambt en prediking niet, is één van de antwoorden. Als er van christelijke verantwoordelijkheid in de politiek sprake is, dan geldt dit de christenen afzonderlijk. De gereformeerden hebben zo in hel verleden deze verantwoordelijkheid gedelegeerd aan individuele christenen in organisaties, verenigingen, instituten. Een herderlijk schrijven naar overheid en samenleving werd vanuit de Gereformeerde Kerken niet gegeven. In die zin is ook de reactie van het CDA tweede kamerlid mr. M. W. Schakel op de hervormde synodale uitspraak te verstaan. Hij zei in een radio-discussie, dat de kerk zich op haar terrein moest houden. Hij achtte de synodale uitspraak van semi-politici, waarop dr. R. J. Mooi - kersvers gekozen tot secretaris-generaal - reageerde met: 'helemaal geen politici'. Hier bleek een fundamenteel verschil in opvatting ten aanzien van de roeping van de kerk in de samenleving. Schakel verweet de Hervormde Kerk, dat ze zich publiek uitte op een punt met politieke consequenties (zijn bezwaren tegen de uitspraak op zich delen we overigens) en dr. Mooi zei, dat het helemaal niet om een politieke maar om een kerkelijke uitspraak ging.

Hoe de Gereformeerde Kerken overigens thans over de vraag van de kerkelijke verantwoordelijkheid voor politiek en maatschappij denken is onduidelijk. Staan deze kerken, bij alle aandacht die ook daar is voor politieke en maatschappelijke vragen, nog op het oude Kuyperiaanse standpunt?

De vraag of de kerk met politiek te maken heeft wordt in onze tijd ook in geheel andere zin beantwoord. De kerk hééft een politieke functie. De prediking moet politieke prediking zijn. De kerk moet maatschappij-kritisch zijn ingesteld. De maatschappij-kritiek komt dan in de theologie, die erachter zit, niet zelden uit (neo-)marxistische hoek. Het gaat hier om een theologie, waartegen het Getuigenis in 1971 krachtig stelling nam. Dit stippen we hier slechts kort aan.

De vraag of de kerk zich met het politieke leven moet bezig houden wordt in onze tijd, met name in sommige 'evangelische' kringen, ook ondubbelzinnig met 'nee' beantwoord, waarbij zelfs een a-politieke houding van de christen wordt bepleit. De christen is tot getuige geroepen in deze wereld maar politieke verantwoordelijkheid kan hij niet (meer) dragen. We hebben het gehad. Nu is het maar de vraag of het mogelijk is in onze samenleving niet deel te nemen aan de politiek. Als wij ons niet met de politiek bemoeien, bemoeit de politiek zich toch wel met ons. Zodra we ons in de maatschappij begeven hebben we te maken met alle regels, die in de politiek tot stand gekomen zijn. Daarom is het a-politieke standpunt in feite onhoudbaar.

Profetische roeping

Wij menen, dat het voluit reformatorisch, want bijbels is als de kerk de vensters open heeft naar de samenleving toe. Men leze de boeken van dr. R. B. Evenhuis, getiteld 'Ook dat was Amsterdam', om te beseffen hoe onze gereformeerde vaderen in de zestiende eeuw gezien hebben, dat de kerk de overheid mocht en moest voorlichten vanuit het Woord Gods. Het was weliswaar in een tijd, dat er sprake was van een gekerstende samenleving, ook al was slechts een minderheid van harte de gereformeerde beginselen toegedaan. Maar de overheid schreef b.v. bid-en dankdagen uit. De Statenbijbel kwam tot stand 'op last van de hoogmogende heren der Staten Generaal'. En op haar beurt wist de kerk van haar verantwoordelijkheid, in voorbede en profetisch spreken, voor de overheid. Het besef leefde daarbij, dat de kerkelijke verantwoordelijkheid het hele leven in alle verbanden betrof. De Zuid Hollandse synode van 1567 zei b.v.: 'Sommigen vragen: wat heeft de kerk te doen met de politiek, met de wapenen, met de koks? De kerk heeft te maken met alle zaken en kan vanuit het Woord het licht laten schijnen op alle terreinen van het leven'.

Het gaat immers - zoals Calvijn het stelde - om de Gloria Dei, de eer van God in kerk en staat, in de hele samenleving! De kerk zal zich dan ook mogen en moeten uitlaten over die zaken, die het gebod Gods in de samenleving regarderen, en zal met psalm 33 moeten zeggen: 'alles moet Hem eren, want het Woord des Heeren, 't richtsnoer Zijner daan, is volmaakt rechtvaardig, al onze achting waardig, eeuwig zal 't bestaan.'

Er is vandaag evenwel een schijnbaar zwaarwegende tegenwerping, namelijk dat we als christenen in de minderheid zijn gekomen en dat we daarom 'onze' visie niet meer kunnen opleggen aan een geseculariseerde samenle­ving. Hier mag dan echter het woord van Groen van Prinsterer tegenover staan, die zei (en het geldt ook het kerkelijk spreken): 'Voor de waarheid uitkomen is altijd plicht, zelfs als men haar miskent. De uitkomst gaat de mens niet aan wanneer zijn plicht hem voorgetekend is'.

Hadden de apostelen genoemde tegenwerping laten gelden, ze zouden niet de wereld van hun dagen zijn ingetrokken om tot voor koningen en overheden te getuigen om dit getuigenis zelfs met de dood te moeten bekopen.

Paulus stond voor de stadhouder Felix. Tertullius zegt van Felix, dat grote vrede is bereikt en 'loffelijke diensten' geschieden door diens voorzichtigheid. Maar Paulus wordt bevonden een 'pest' te zijn, iemand die oproer verwekt onder 'al de Joden door de ganse wereld'. En Felix kwam weliswaar dicht bij het getuigenis van Paulus, maar zei toch: voor ditmaal, ga heen...; als ik gelegener tijd heb gekregen...

Stond Paulus hier nu voor Felix als individueel navolger van Christus óf stond hij hier met apostolische volmacht? Me dunkt, het laatste. En in die apostolische traditie mag ook de kerk staan. Ook zij mag tot voor koningen en overheden getuigen, ook en juist als men de waarheid miskent. De kerk zal ook als een 'pest', als een oproer verwekkende factor in de samenleving present zijn, maar dan wel op die punten, waar werkelijk het evangelie, het Woord Gods, de wet Gods in het geding is. Zij zal zich dan het evangelie van Christus niet schamen, maar profetisch spreken in de samenleving. Zij mag en zal dan spreken zonder aanzien des persoons, onafhankelijk van de reactie van politici, van de spraakmakende gemeente of van de communis opinio. En de kerk zal erop moeten rekenen dat, wannéér zij profetisch spreekt, ze de storm tégen krijgt, juist in een tijd, waarin christelijke tekenen méér en méér worden vervangen door antichristelijke tekenen. Ze moet er zelfs op rekenen dat de overheid, die naar Romeinen 13 Gods dienaresse is, zich gaat openbaren als beest uit de aarde of uit de zee (Openbaring 13).

In onze tijd

Trekken we nu de lijnen door naar onze eigen tijd dan moeten we stellen, dat de kerk ook vandaag voluit voor haar apostolische opdracht staat en dat ze ook nu tot voor koningen en overheden moet getuigen. Waar is dan vandaag dè kerk, zo wordt gevraagd. Er is immers een verscheidenheid van elkaar niet zelden bestrijdende kerken? Dat zal waar zijn. Maar dan zal iedere kerk, ook vandaag in de nood van de kerkelijke gescheurdheid, moeten vragen wat vandaag haar apostolische opdracht is, en hoe zij de overheid en het volk zal moeten aanspreken.

De Hervormde Kerk weet zich in de na-oorlogse jaren geroepen tot het apostolaat. Ze spreekt daarom in herderlijke brieven tot volk en samenleving. Ze heeft daarin - dat zij nadrukkelijk gezegd - soms grenzen overschreden, door politieke gekleurde uitspraken te doen. Ook de pastorale brief inzake de kernbewapening was daarvan een voorbeeld. Maar het spreken op zich kan haar niet verweten worden. Het ware wel te wensen, dat onze Hervormde Kerk ook op andere punten klaar en duidelijk zou spreken, b.v. op het punt van de geestelijke en zedelijke verwording, die zich voltrekt, en die zich manifesteert op het terrein van de verdwazingen (b.v. op het gebied van de sport, de verslavingen, de ontheiliging van Gods Naam en dag, de geest van, revolutie en anarchie (het kraken en staken) de verwildering der zede, de kleinschalige ethische problemen (abortus en euthanasie). Dan zal ze met méér gezag ook spreken over de grootschalige vraagstukken als b.v. die van de kernbewapening.

Anderzijds rijst de vraag of en hoe de andere kerken spreken. Het is merkwaardig, dat in sommige kerkelijke kringen geen enkel probleem bestaat of getuigd moet worden tegen zedelijke ontwrichting van ons volksleven, b.v. op punten als de abortus provocatus, terwijl andere eveneens ethische kwesties direct in het louter politieke vlak worden getrokken. De kerk heeft echter - om nog eens de Zuid Hollandse synode van 1567 te citeren - te maken met alle zaken, ook met de 'wapenen en de koks'. Het zal de geloofwaardigheid van de kerk, van alle kerken ten goede komen, wanneer ze zich met alle zaken, die het Woord Gods aangaan, in het verband van het individuele menselijke leven als ook in het collectieve verband van politiek en maatschappij, bezig houdt.

Bijbels verantwoord

Wèl zal het bij dit alles moeten gaan om een bijbels verantwoord spreken. Wanneer de kerk met apostolische volmacht spreekt dan moet ze kunnen zeggen: zó spreekt de Heere! Wanneer de kerk daarin de Schrift naspreekt dan zal de bazuin geen onzeker geluid geven. De Schrift duidelijk als het gaat om al wat tot ons heil dient. De Schrift duidelijk in wat het gebod behelst en van ons vraagt, persoonlijk en collectief, namelijk; God liefhebben boven alles en onze naaste als onszelf. Dan is het gebod ook duidelijk als het gaat om de waarde en dan ook de beschermwaardigheid van menselijk leven, vanaf de conceptie. Zodra het echter gaat om de politieke vertaling zal de kerk behoedzaam moeten zijn. De kerk kan niet anders doen dan zich keren tegen de antigoddelijke machten, die zich in wereldwijd verband manifesteren en tegen de ideologieën, die zich breed maken. Zoals de Duitse 'Bekennende Kirche' zich in de Tweede Wereldoorlog met een zevenvoudig 'neen' keerde tegen elke macht, die zich stelde in de plaats van de heerschappij van Jezus Christus, de Kurios, de Heere.

Zo mag en zal de kerk het vandaag nog doen. Ze zal op moeten komen voor droit divin, het goddelijk recht met alle consequenties daarvan voor het politieke en maatschappelijke leven. Met apostolische volmacht! Wetend echter dat er grenzen zijn, die zij niet overschrijden zal, namelijk waar politici hun eigen, van God gegeven verantwoordelijkheid, hebben. De kerk zal niet politiek dicteren, ze mag wel profetisch vóór-en bijlichten.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 december 1980

De Waarheidsvriend | 18 Pagina's

Hoe ver gaat de kerkelijke verantwoordelijkheid?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 december 1980

De Waarheidsvriend | 18 Pagina's