Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Democratisering van het onderwijs in bijbels licht.

Prof. W, H. Velema heeft onder bovengenoemde titel een lezing gehouden voor het Verband van Scholen van Gereformeerde Belijdenis. De lezing is in brochurevorm uitgegeven (secr. Hoofdweg 57, 9617 AB Harkstede).

Inzet is het voorontwerp van wet inzake de medezeggenschap in het onderwijs, van minister Pais. Op fundamentele wijze bespreekt prof. Velema dit ontwerp, maar ook de achtergronden van wat democratisering heet. Zijn conclusies betreffende het ontwerp zijn;

- het hele schoolleven voorzover organisatorisch bepaald en opgezet is voorwerp van bespreking in de medezeggenschapsraad.

- het wetsontwerp gaat - om politieke redenen - uit van een minimum; binnen dit kader valt nog juist te werken, zij het dat dit minimum voor ons het uiterste is.

- te vrezen valt dat dit minimum spoedig uitgebreid gaat worden.

- mocht dit ontwerp worden aangenomen, dan dient de positievan die scholen die met een beroep op de vrijheid van richting de niedezeggenschap afwijzen, te worden geregeld. Anders zou er via een eis die aan een bepaalde interpretatie van het algemeen belang verbonden wordt, een regeling opgedrongen worden, die de vrijheid van richting aantast.

Het gaat bij deze medezeggenschapsregeling inderdaad niet om zomaar iets. De regelingsbevoegdheid van het bestuur wordt er door beperkt, ook al brengt de raad niet meer dan adviezen uit. Prof. Velema poogt de achtergronden van het streven naar democratisering te peilen. Als sturende faktoren noemt hij de emancipatiegedachte, de gedachte van de autonomie van de mens, het verlangen naar herverdeling van de macht en in de vierde plaats de gedachte dat de school de gemeenschap is, waar alle geledingen samen verantwoordelijk zijn voor de realisering van de doelstelling.

Wanneer deze motieven belicht worden vanuit de bijbelse gegevens dan stuiten we op wat de bijbel over gezag zegt. De bijbel spreekt duidelijk over het gezag dat ouders over hun kinderen hebben. In de moderne ontwikkeling meent men dat gezag slechts bestaat bij de gratie van de aanvaarding ervan door hen over wie gezag geoefend wordt. Dan vraagt gezag om inspraak, m.a.w. democratisering is voorwaarde tot legitimering van macht tot gezag.

Er zijn regels om gezagsdragers te controleren (b.v. de verantwoordingsplicht), maar het gezag is niet afhankelijk van de instemming. Naast controle is er het aspect van het overleg. De schrijver pleit voor inspraak, in de overlegsfeer, van hen die het werk doen. Dan wordt het gezag van de daartoe bevoegde instanties niet gedeeld met de medewerkenden, maar er is wel overleg. Dit recht van inspraak is gegeveamet de notie van de mens als het beeld van God.

Het meespreken wordt echter afgegrensd door de aard van het werk dat iemand doet. Niet ieder kan over alles meespreken. Dat is ook de kritiek op de medezeggenschapsraad van het wetsontwerp.

Terzijde roert Velema aan dat oud-minister Van Kemenade e.a. in het kader van de democratisering spreken over een nieuwe schoolstrijd. Het zou van belang geweest zijn wanneer ook het initiatiefwetsontwerp van Van Kemenade e.a. mede in de beschouwing betrokken was. Dan zou inderdaad nog verder onderbouwd kunnen worden dat velen de democratisering beogen om een nieuwe schoolstrijd te verwerkelijken.

Overigens biedt deze brochure veel stof tot bezinning, juist ook omdat niet alleen de 'technische' kanten van medezeggenschapsregeling worden besproken, maar omdat dieper gegraven wordt en de wortels van het democratiseringsstreven worden blootgelegd'.

Zoals in vele andere publicaties heeft prof. Velema ons een wegwijzer gegeven inzake de bezinning op een modern maatschappelijk vraagstuk.

M. Burggraaf

A. M. Lindeboom: Moeten kinderen worden gedoopt? . Rechtmatigheid en betekenis van de kinderdoop, met 70 stellingen over de doop met de Heilige Geest. Kok, Kampen 1978, vierde herziene druk, ƒ 14, 50.

Sommige boeken moeten worden geproefd, andere moeten worden opgeslokt, en slechts enkele moeten worden gekauwd en verteerd. Dit wijze woord van Francis Bacon zou ik u willen meegeven bij de lectuur aan Lindebooms boekje en wel met name: lees eens de klemmende betogen én de stellingen van deze auteur. De schrijver behandeld de gehele doopsproblematiek met klem van redenen en doet dit op bekwame manier. Hij onderscheidt goed het gevaar van een sectarische doop. Hij gaat niet van de stelregel dat de doop in Christus evenzeer een doop is met de Heilige Geest. Hij wil vooral af van de gedachte dat de doop met de Heilige Geest een dieptedimensie heeft boven de gewone kerkelijke doop.

Wij moeten erkennen dat de auteur ter zake kundig is. Wie met aandacht dit boekje leest wordt dwingend voor de keuze geplaatst. Oude waarheden gaan schitteren. Stof vliegt er voor de oren en buigen voor de Heere der kerk is het enige goede gevolg. Een pittig boekje om hardgrondig over na te denken.

A. v. Br.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 december 1980

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 december 1980

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's