Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Alkoholisme (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Alkoholisme (3)

Vlug, waar stond die fles. Snel drinken en een nieuwe fles (ƒ 14, 80) van plaats verwisselen.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een dagje ziek

Trek de dekens over me heen - vecht tegen m'n tranen - slapen, wegwezen - of... wachten tot mamma zo meteen de kleine naar de kleuterschool brengt. Ja, ik hoor de voordeur dichtslaan. Het huis is leeg - geen kapers op de kust - ik heb even het rijk alleen.

Vlug, waar stond die fles. Snel drinken en een nieuwe fles (ƒ 14, 80) van plaats verwisselen. Nu naar boven, voordat ze thuis komt. Ik hoor de sleutel al in de deur steken. Gauw in bed - ze mag niks merken (ik wil haar geen verdriet doen). Lekker liggen, nergens aan denken. Slapen of me slapende houden. De dekens over me heen. Niet uitademen in de slaapkamer. "Joop, heb je nu toch weer gedronken.' Gebrom. 'Zeg het nou eerlijk, joh - ik zal echt niet kwaad zijn.' Ik ga enigszins verontwaardigd recht in m'n bed zitten. 'Maar, meisje - hoe kun je dat toch denken; ik zei je toch al dat ik me niet zo lekker voelde - ik wil alleen maar slapen' - Maar ik ruik toch die lucht, volgens mij heb je net nog gedronken. 'Wel nee, joh. Dat is dan misschien nog van gisteravond. Toen is het allemaal wat uit de hand gelopen, maar daarover zeuren helpt niet, dat is voorbij! Laat me nu alstjeblieft rustig slapen. Ik voel me hondsmoe.' Zuchtend gaat ze de kamer uit - ze weet niet meer wat ze moet doen. Ik grijns wat en vind mezelf een schoft. Onder het matras ligt een half flesje cognac. De alkoholist - de eeuwige komediant - de bedrieger! Na een paar uur slapen schrik ik wakker - wat is er vandaag ook weer? Oh, ja, vandaag ben ik ziek. En morgen moet ik werken - dan heb ik een vrij belangrijke bespreking en die is vorige week door mij al een keer uitgesteld. Neen, morgen moet ik present zijn. Maar hoe moet dat dan? De schrik slaat me om het hart. Wacht es - waar is die fles? - vlug een flinke slok; de dop er weer op - neen - nog maar een teug. Zo, dat werkt! Dat helpt weer even. Morgen, ach, morgen zien we wel weer.

Naarmate de dag vordert wordt het me steeds duidelijker dat ik het morgen zonder drank niet red. Ik kan toch niet bevend op m'n kantoor komen. Wacht, ik krijg een idee. Al eerder schreef ik dat alkoholisten een bijzondere creativiteit aan de dag kunnen leggen, als het erom gaat zich van drank te voorzien.

Ik stap uit bed en kleed me aan. Waar is de fles - waar is de tandpasta - Eerst nog wat drinken. Zo, nu m'n tanden poetsen - flink wat koud water over m'n gezicht. Haar kammen en nu naar beneden.

'Zo..., moet je niet uitzieken? ' Ja, maar ik kom je nu een poosje gezelschap houden. Zal ik de afwas even doen? 'Ah, joh, die is toch al lang klaar.' Laat ik dan de krant maar eens doornemen. Zal ik even koffie inschenken? 'Nou, als je dat wilt doen, gezellig, hoor'. Ja, gezellig; samen koffie drinken - wat babbelen. 'Je moet niet zoveel roken. Joh.' Ja dat weet ik, maar het is in ieder geval niet zo slecht als veel drinken. Zou hij het werkelijk menen, hoor ik haar denken. En hij is zo attent - voor mij koffie inschenken; dat mag wel in de krant. Dat is in jaren niet gebeurd.

Moet je vanmiddag nog weg, vraag ik. 'Nou, alleen naar de slager.' Ga je met de fiets of met de auto? 'Nee, met de fiets natuurlijk, ik heet geen Joop, die overal de auto voor pakt. Waarom vraag je dat.' Oh, zomaar-zullen we nog een kopje nemen? En fluitend loop ik met de beide lege kopjes naar de keuken.

Ik weet nu hoe ik het moet aanleggen; vanmiddag, als ze weg is, kan ik dat wel even regelen.

Wanneer ze wegfietst kijk ik haar na - m'n autosleutels al bij de hand. Ik taxeer dat ze met ongeveer een half uur terug is. Dat moet lukken! Ik zit al in de auto en rij linea recta naar de dichtst-bijzijnde slijterij. 'Een fles Jonge -een fles gin en een half flesje rum - even kijken, neen, frisdrank heb ik thuis nog voldoende.' In de kofferruimte liggen een paar oude dekens. De flessen worden daar voorzichtig ingerold. Snel naar huis; ik ben ruim op tijd. Ik heb het versierd en voel me de koning te rijk. 's Avonds stel ik voor om op tijd naar bed te gaan. Ik wilde de volgende morgen om 7 uur beginnen om de schade van deze 'ziektedag' in te halen. M'n vrouw is voldaan - ik had trouwens voor het verdere van de dag niet meer gedronken. Om 6 uur loopt de wekker af. Kwiek en energiek stap ik m'n bed uit. Blijf maar liggen, hoor; ik red me wel.

De fles mee naar het werk

Tot vanmiddag! Om 10 voor zeven rijdt de auto weg - ik voel me wat gespannen, maar de kostbare lading achterin geeft de burger moed. Ik stop bij een stille parkeerplaats - geen mensen, auto's en huizen in de buurt. De achterklep gaat open - de dop er af en de eerste flinke slok. Nu maar een poosje achter het stuur gaan zitten - fles bij de hand, zomede drop en pepermunt. Nu een cigaret en dan op m'n gemak wat doordrinken. Zo, ik voel me zeer voldaan. Ik kan de hele wereld weer aan! Hoewel ik behoorlijk overmoedig was, realiseerde ik me wel twee dingen. Ik ga nu rijden onder invloed en moet dus uiterst voorzichtig zijn. En, ten tweede - een nieuwe fase in m'n drinkpatroon was aangebroken. De drank was ook de werksituatie binnengetreden.

De eerste morgen ging het tot 11 uur goed, toen snakte ik naar een borrel - ik begon ook weer te beven.

Ik gaf door dat ik even naar een klant moest - reed naar een stil plekje en dronk daar erg gulzig. Toen ik weer achter m'n bureau zat merkte ik dat ik iets te veel had gedronken. Maar, niemand ziet me hier en wacht es: ik geef even door dat ik niet gestoord kan worden. Grijp de telefoon. Marjan, ik moet me op een paar dossiers concentreren; ik word dus liever niet gestoord. En wil je even koffie binnen brengen.

Zo dat is geregeld - alle begin is moeilijk en morgen zal ik het wat voorzichtiger doen.

Het heeft vijf weken geduurd en het werd een vreselijke ervaring. Ik kwam in de fase van chronisch alkoholisme. Na een paar dagen stond de fles in m'n kamer - achter een paar ordners. Terwijl de ene klant de deur uitging liet ik de volgende even wachten. Om bij te tanken. Ik had drop, kauwgom, after shave, sigaren en tandpasta bij de hand. Van alles werd gebruikt om vooral de lucht te comoufleren. Heel duidelijk stond me voor de geest dat ik onder invloed verkeerde adviezen kon geven, toezeggingen zou kunnen doen, die ik welbeschouwd niet zou kunnen honoreren. Met zeer veel discipline deed ik m'n werk. Een grote en ernstige fout kon verstrekkende gevolgen hebben. Kon me zelfs m'n baan kosten, zeker wanneer men er achter kwam dat ik dronk. Van elk gesprek maakte ik een korte aantekening. Ik manouvreerde me er doorheen, maar het was vreselijk afmattend. Bovendien bekroop me steeds de vrees dat kollega's of relatie's 'het' toch zouden merken.

De rekening wordt gepresenteerd

Op een avond - ik had die dag goede zaken gedaan - en de transaktie werd met een stevige dronk beklonken - reed ik naar huis.

Het was vrijdag geweest - een weekend voor de boeg en ik voelde me wat moe, maar toch ontspannen. Rustig reed ik weg - raampje open (voor de frisse lucht) - één hand aan het stuur. Ik zal binnendoor rijden - wat landweggetjes en een mooi stukje natuur. Halverwege zette ik m'n auto neer en ging op een bankje zitten.

Heerlijk - zo'n zomeravond. Wacht laat ik eens naar die fles kijken. Er zit er één in m'n tas en op de achterbank ligt een ander onder m'n regenjas. Ja, klopt. Zo, welverdiend na zo'n drukke week. Hier ziet niemand me en thuis moet het toch weer stiekem. Zo, nu naar huis. Hé, wat krijgen we nou? -er rijdt een politiewagen achter me en haalt me in. Stoppen, goedenavond, mijnheer, rijdt u niet een beetje roekeloos met één hand aan het stuur en de elleboog uit het raampje. Ja, misschien wel, maar ik rij toch rustig en het is een stille weg! De man buigt zich wat naar voren - eh heeft u gedronken mijnheer? Ja, ik had een receptie - twee, nee, drie sherrie's genuttigd. Zou u misschien... Enfin, het blaaspijpje - ... ik wist het, maar hoopte nog van niet. De stoppen sloegen door! Ik nam plaats in de politiewagen en belandde op het bureau. Weer de blaastest en de dokter werd gebeld voor de bloedproef.

Gelijk met de dokter arriveerde een andere agent met twee flessen bij zich. 'In de auto gevonden, mijnheer.' De opmerking - 'net bij de slijter gehaald', slikte ik maar gauw in, want van beide flessen was gedronken.

De dokter ging tegenover me zitten en keek me vriendelijk ernstig aan. Gebruikt u ook medicijnen? Ik knikte en legde m'n pilletjes op tafel. Misschien realiseerde ik me toen dat dit de eerste stap was. De eerste stap van overgave - van uitlevering. Opeens kreeg ik een geweldige huilbui. Onsamenhangend kwam het verhaal - over het stotteren van vroeger, over m'n angsten voor die verschrikkelijke fobie, die alle moed en levensvreugde wegnam.

Een schreeuw om hulp

Het was voor de, aanwezigen wel duidelijk dunkt me. Hier zat geen pure, onverschillige kroegloper - ook geen man, die iets te veel had gedronken en in z'n overmoed en o zo gevaarlijke roekeloosheid toch maar de auto had genomen. Hier zat een mens in nood.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 februari 1981

De Waarheidsvriend | 18 Pagina's

Alkoholisme (3)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 februari 1981

De Waarheidsvriend | 18 Pagina's