Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ten dis geleid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ten dis geleid

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

De dis is de dis van het Nieuwe Verbond. Die wondere tafel waar Christus Zelf de Gastheer is en waar Hij Zijn ellendigen nodigt tot de maaltijd.

Dis

Het zal u direct duidelijk zijn wat met bovenstaande woorden uit een berijmd stukje van de twee en twintigste psalm bedoeld is. De oorspronkelijke dichter zal er wel wat anders mee bedoeld hebben, maar voor ons nieuwtestamentische gelovigen roept het de gedachte op aan de viering van het Heilig Avondmaal. De dis is de dis van het Nieuwe Verbond. Die wondere tafel waar Christus Zelf de Gastheer is en waar Hij Zijn ellendigen nodigt tot de maaltijd. Aan deze dis geeft de Gastheer Zijn eigen vlees te eten en Zijn eigen bloed te drinken. Dat maakt deze tafel zo uitzonderlijk, zo verheven. Christus Zelf is de Gastheer. Maar Hij is óók de spijs en drank. De hemel reikt tot aan de aarde. In de Geest is Christus, de verheerlijkte, Zelf aanwezig, tegenwoordig.

Geleid

Ten dis geleid. Het laatste woord zegt het al: daar loop je zomaar niet aan. Je wordt erheen geleid. Dat duidt op 'bij de hand nemen'. Leiden doe je iemand die uit zichzelf de weg niet weet te vinden. Een kind wordt geleid, een blinde krijgt geleide op weg naar huis of werk. Ten dis geleid. Dat wil óók zeggen: uit je zelf vind je de weg erheen niet. Ze moet je gewezen worden, ze moet je verteld worden. Anders loop je er aan voorbij. Zonder geleide erheen, loop je er langs heen.

Wie leidt tot de dis? Dat recht behoudt de Heere van de maaltijd aan Zich zelf. Alleen, Hij gebruikt er wel mensen en middelen voor. Richtingwijzers, gidsen, aanbevelingen, voorbeelden. Dat kan al jong in een mensenleven aan de orde komen. Wie van kindsbeen af de Schriften geweten heeft, heeft daarin mee ontvangen de heenwijzing naar de tafel van de Heere Jezus Christus. In een Schriftuurlijk onderbouwd geestelijk leven, heeft de viering van het Heilig Avondmaal een voorname plaats. Soms hebben ouders de gewoonte bij een Avondmaalsviering thuis te blijven. Ze hebben geen vrijmoedigheid zelf aan te gaan, daarom blijven ze maar thuis. Zeer kwalijke gewoonte, ten zeerste af te keuren. Het deed iemand eens zeggen: sommigen willen het Avondmaal nog niet eens zien, terwijl Christus het toch Zelf heeft ingesteld, staande in de poort van Zijn lijden. Gevolg is dat, waar de ouders het niet zien, de kinderen het ook niet zien. Gelukkig, wie als kind de Avondmaalsviering in het midden van de gemeente mocht mee maken, wat daarbij diepe indruk op de kinderziel achterliet. Ik noem dit als een voorbeeld, omdat ik van mening ben dat het 'ten dis geleid-worden' soms al zo vroeg in een mensenleven kan beginnen door Gods genadige hand. Welke plaats hebben de heilige inzettingen van God in de gezinnen. Geleid. Ouders brachten hun kinderen bij het Doopvont. Maar daarmee houdt het toch niet op? Het eerste sacrament vraagt om het tweede. Doop en Avondmaal horen bij elkaar. Ja maar, denkt u, dat is toch geen automatisme? Daar hebt u gelijk in, Daarom ligt er tussen Doop en Avondmaal een beslissing, een keuze. Ook die keuze is van God, maar Hij werkt deze wel in de middellijke weg. Opvoeding en begeleiding. Ook in deze geldt: leringen wekken, voorbeelden trekken.

Geleid. Dat doet ook de kerk. Dat vindt ook plaats in de gemeente. Prediking en catechese. Dit laatste met name is er toch op gericht de gedoopte jongeren tot Christus te leiden. En hij leidde hem tot Jezus. Zo ging het al in Jezus' dagen. En zo gaat het gelukkig nog menigmaal. Onlangs vertelde me een hoog bejaard gemeentelid, hoe hij nog wist dat de prediking van een dienaar van Christus reeds in zijn kinderjaren aan zijn hart gezegend werd en er een verlangen in zijn hart geboren werd de Heere te vrezen en te dienen. En dat verlangen werd ook vervuld. Ten dis geleid. Ik noemde al de catechese. Letterlijk betekent dat ook zoveel als: iemand bij de hand nemen en ergens heen brengen. En heeft de vriend van de Bruidegom niet pas echt vreugde als hij de bruid verliest aan de Bruidegom. Wat een pastorale weelde en herderlijke vreugde als je mag bemerken hoe jongeren na jaren geestelijk onderricht te zijn, tot de Heere geleid zijn en met pas ontluikend geloof zich aan Hem leren overgeven. Misschien is er een belijdeniscatechisant dit jaar of van al eerder die dat weten mag: tot Christus geleid te zijn door opvoeding thuis en door de catechese in de gemeente.

Ten dis geleid

Onlangs stond het te lezen in een verslag van de visitatoren-generaal: de Avondmaalsmijding in de kring van de Gereformeerde Bond neemt af. Kennelijk waardeert men dat positief en daar is reden voor. Alleen zijn er binnen eigen kring nogal wat gemeenteleden die met de steeds meer Avondmaalstafels weleens moeite hebben. Dat geldt vooral de wat oudere gemeenteleden. 'Ons is altijd geleerd, dat je eerst bekeerd moet zijn om Avondmaal te kunnen vieren. Is dat dan niet meer nodig? Of wij zijn verkeerd groot gebracht óf jullie leren het onze kinderen verkeerd en laten ze zonder geldige grond aan de Avondmaalstafel komen.' Zo sprak eens een gemeentelid mij met enigszins verwijtende toon aan. Wat daarop te antwoorden?

Als men opmerkt een gewijzigde benadering van de vraag: wie mag ten Avondmaal komen, dan heeft men, denk ik, gelijk. Daarmee blijft natuurlijk wel staan de noodzaak van de bekering. Maar wat bedoelen we daarmee? Welke inhoud geven we daaraan? Ik mag aannemen dat een predikant bij wie veel Avondmaalgangers zijn, daarom nog niet de noodzaak van de bekering heeft afgeschaft. Dat hij het niet doet voorkomen of men ook zonder wedergeboorte en geloof in Christus wel mag aangaan aan de tafel. Je kan vragen: werd vroeger soms de Avondmaalstafel niet veel te hoog boven de gemeente gesteld? Zodat de weg er heen voor de meerderheid onbereikbaar leek en men er daarom veel minder werkzaam mee was, met de nodiging bedoel ik. Het was toch maar voor enkelen en iedereen wist wie. Wie voor het eerst aan ging, moest toch wel met klem van redenen kunnen aantonen waar hij of zij de vrijmoedigheid vandaan haalde de gang te gaan. Daarom dacht men er soms niet eens serieus over na.

Is de verandering niet daarin gelegen dat de tafel van Christus meer midden in de gemeente is komen staan en dat daarom de nodiging veel meer klem heeft gekregen en er daarom minder mensen vrijmoedigheid hebben om af te blijven?

Ik wil maar zeggen: een vollere Avondmaalstafel hoeft nog niet persé een verarming in de prediking te betekenen. Zo zwart/wit mag er niet geoordeeld worden.

Gevaren?

Heeft het dan geen gevaren als er almaar meer mensen deel nemen aan het Avondmaal? Och, alle heilige inzettingen zijn in de kerk steeds bedreigd. Eén bedreiging is de uitholling, de veruitwendiging, de formalisering. Dat we slechts vormen hebben zonder inhoud. Dan ga je het beeld in een kerk krijgen dat men aan die vorm genoeg heeft en dan is het in de Avondmaalsdienst vol en bij de dankzegging nog niet half vol. Daar beware God onze gemeenten voor. We moeten oppassen van het ene uiterste (mijding) niet te vervallen in een ander uiterste. Ten dis geleid, daar gaat in het geestelijk leven aan vooraf: tot Christus geleid. Pas wie Hem leerde kennen en Hem nodig kreeg, ontvangt ook betrekking op de dis van het verbond. Waar in het hart geloof werd gewerkt door de Heilige Geest middels het Heilig Evangelie, daar ging het oog voor Christus open. En dan kan het niet anders of ook het Avondmaal laat ons dan niet meer onverschillig. En hij leidde hem of haar tot Jezus. Dat gaat vooraf aan de rechte Avondmaalsviering. In sommige Schotse kerken kent men het onderzoek dat de kerkeraad doet bij hen die voor het eerst Avondmaal willen vieren. Er wordt gevraagd naar schuldbesef, zonde-kennis, betrekking op Christus. Zo gaat de weg open naar de tafel van Christus. Hoort dat onderzoek bij ons niet plaats te vinden tijdens de belijdeniscatechisatie? Sommigen hebben uit vrees voor ongegrond Avondmaal vieren het belijdenis-doen losgekoppeld van de Avondmaalsviering. Zo wil men een lichtvaardige Avondmaalsviering voorkomen. Maar is dat wel de meest voor de hand liggende oplossing? Moeten we niet éérder die lichtvaardigheid zien te voorkomen, door onze jonge mensen met klem van redenen er op te wijzen dat we niet lichtvaardig belijdenis mogen doen. Welke waarde heeft belijdenis-doen nog als het helemaal niets met geloof te maken heeft? Het moet voor belijdende leden der gemeente een onverteerbare zaak blijven wanneer ze nog altijd hun plaats rnoesten leeg laten aan de heilig dis. Dat moet een geestelijke strijd en spanning geven. Want we belijden immers ook, door niet te gaan! We belijden Christus niet te kennen. We belijden buiten het heil te staan. En is dat niet het ergste wat van ons gezegd kan worden levend op het erf van Christus? Aan de andere kant moeten we er voor waken deze éne zaak, de gang naar het Avondmaal, te overdrijven. Zonder waarachtig geestelijk leven doet de Avondmaalsgang ons geen nut. En volle Avondmaalstafels alléén bepalen niet het geestelijk welzijn van de gemeente. De levende Christus in het hart van de prediking, in het hart van de gemeente, door de Heilige Geest ingedragen, dat doet Hem beminnen in een persoonlijke omgang met Hem, in een levendige kerkgang en in een verwonderd eten en drinken aan de dis van het verbond. Ten dis geleid. Ja, dat is dan maar geen kwestie van het verliezen van mensenvrees alleen, of van het minder zwaar tillen aan de dingen, of van een andere kijk op het Avondmaal. Maar het is door de Geest van Christus bij de hand genomen zijn. En die Geest doet zien onze hopeloze verlorenheid buiten Christus èn die Geest leidt tot Christus. Vooral de Christus in Zijn lijden, de Christus aan het kruis, de Christus van de opstanding. Dan krijgen we Hem lief in de verkondiging van Zijn Evangelie elke zondag. Dan krijgen we Hem óók lief in de zichtbare verkondiging van Zijn Naam en werk, in Doop èn Avondmaal. Ten dis geleid. Maar niet die éne eerste keer. Steeds weer en steeds meer. Want het wordt niet al makkelijker, maar vaak al moeilijker omdat het steeds nauwer luistert. Wie ben ik? Maar laat dan deze laatste vraag mogen opgaan in de vraag: wie is Hij? Mijn Liefste is Mijn en ik ben Zijne, Die weidt onder de leliën. Ten dis geleid. Ons gebed zij steeds: Trek mij, wij zullen U nalopen! Dan is de verhoring: de Koning heeft mij gebracht in Zijn binnenkameren. Wij zullen ons verheugen en in U verblijden, wij zullen Uw uitnemende liefde vermelden, meer dan de wijn; de oprechten hebben U lief.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 april 1981

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Ten dis geleid

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 april 1981

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's