Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Paasfeest in de Oude Kerk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Paasfeest in de Oude Kerk

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Pas in de tweede eeuw na Christus ontstond de gewoonte Pasen en Pinksteren te vieren.

De Paasdagen komen weer in zicht en voor ons is het allemaal heel gewoon: na zes of zeven lijdenszondagen wordt het Goede Vrijdag en vervolgens zijn er twee kerkdiensten op de Eerste, en in verreweg de meeste gemeenten ook nog een dienst op de Tweede Paasdag, en dan is alles weer voorbij. Maar voor de Oude Kerk was dat allemaal niet zo vanzelfsprekend, integendeel, over de Paasdatum en trouwens over de hele Paastijd en de viering van Pasen is strijd gevoerd in de eerste eeuwen van de christelijke Kerk. Over die strijd willen we in het vervolg iets vertellen.

De Paasdatum

Pas in de tweede eeuw na Christus ontstond de gewoonte Pasen en Pinksteren te vieren. Dat waren geen feestdagen, zoals bij ons, maar hele feestperioden. Aanvankelijk duurde de Paastijd ruim een week, van de zondag vóór Pasen (Palmzondag) tot de maandag erna. Deze zogenaamde lijdensweek was het hoogtepunt van het kerkelijk jaar. Die ene week werd later uitgebreid tot zes of zeven weken, die ook wel de 40-dagentijd werd genoemd.

Over de datum waarop het Paasfeest zelf moest worden gevierd is heel wat stof opgewaaid ! In de Kerk van het oosten vierde men het op de 14de van de maand Nisan, dus op de datum waarop de joden hun Pascha vierden. In het westen koos men voor een wisselende datum, namelijk de eerste zondag na de eerste volle maan in de lente. Polycarpus, de bekende bisschop van Smyrna, heeft geprobeerd de westerse kerk te bewegen met deze gewoonte te breken, maar tevergeefs. Omgekeerd dreigde later de bisschop van Rome dat hij alle christenen van Klein-Azië in de ban zou doen wanneer ze het Paasfeest op de 14de Nisan bleven vieren, maar ook dat hielp niet... Op den duur is de westerse traditie door de Kerk van het oosten overgenomen en vierde de hele christenheid het Paasfeest op de zondag na de eerst volle maan. Op het Concilie van Nicea (325) is deze datum ook officieel voorgeschreven.

Uit deze geschiedenis valt trouwens wel te leren dat er niet alléén in onze tijd in de Kerk weleens wordt gevochten over bijkomstigheden...

Het vasten

Daar het Paasfeest langzamerhand werd beschouwd als het grootste en hoogste van alle christelijke feesten ging men zich hoe langer hoe meer op de viering ervan voorbereiden. Dat geschiedde vooral door vasten, eerste vrijwillig, later verplicht. Het begon met een vasten dat slechts veertig uur duurde, ongeveer de tijd waarin het lichaam van de Heere Jezus in het graf zou hebben gelegen. Dat vasten werd later uitgebreid tot de hele week voorafgaande aan het Paasfeest, nog later tot de hele 40-dagentijd.

Dat vasten werd ook hoe langer hoe meer gezien als een wezenlijk en onmisbaar bestanddeel van de herdenking van het lijden en sterven van Christus. Basilius de Grote schreef: 'Er is geen hoek der aarde waar het gebod van veertig dagen vasten niet wordt opgevolgd'. De kerkvader Ambrosius was van mening: 'Gedurende de veertig dagen niet te vasten is zonde voor God'. En de concilies gingen het vasten voorschrijven met bedreiging van straffen voor hen die er de hand mee lichtten.

Toch was er lang geen eenheid in de wijze waarop men vastte. Sommigen verstonden onder het vasten dat men zich van alle spijs moest onthouden tot aan het vallen van de avond. Anderen waren van mening dat men tijdens het vasten geen dierlijk voedsel mocht gebruiken, maar wel vis en gevogelte. Wéér anderen aten en dronken niet tot 's middags drie uur, (ongeveer het ogenblik waarop Christus stierf) maar daarna aten en dronken ze weer volop.

Het vasten in de zogenaamde 40-dagentijd was echter in de Oude Kerk geen doel op zichzelf. Men moest niet alleen zich van spijzen of althans van bepaalde spijzen onthouden, maar men moest in die tijd met veel aandacht de Heilige Schrift lezen, vooral de geschiedenis van het lijden en sterven van Christus en zich toeleggen op werken der barmhartigheid. 'Deze èn de vroomheid', zegt Origenes, 'zijn de vleugelen der vasten, door deze worden wij opgevoerd en naar de hemel gebracht, maar zonder deze liggen wij op de aarde'. Alles diende dan ook om de vrome aandacht te richten op 'de dingen die boven zijn'.

Heel het openbare leven stond in het teken van het vasten. 'Het was dan', schreef iemand, 'of de straten ontvolkt waren, het gewone geschreeuw van de verkopers had opgehouden, alles ademde rust, kalmte en vrede. Men hoorde geen gezang op de straten, geen dronkaard zag men naar zijn woning waggelen, zelfs het woelige Antiochië had de gedaante van een arme weduwe aangenomen'. Bruiloften en geboortedagen werden in de laatste week voor Pasen (de Stille Week) niet gevierd.

'Wij noemen deze week' schreef Johannes Chrysostomos, 'de Grote Week, niet omdat zij meer uren omvat of meer dagen omsluit, maar omdat ons in deze week onuitsprekelijke weldaden ten deel zijn gevallen. In haar werd de langdurige strijd geëindigd, de dood vernietigd, de vloek opgeheven, de dwinglandij van de satan verbroken, zijn medewerkers verstrooid, de verzoening van God met de mensen bewerkt, de hemel voor mensen geopend, engelen met mensen in betrekking gebracht, het gescheurde verbonden, de scheidsmuur weggenomen, de grendel weggeschoven, daar de Koning des vredes in hemel en op aarde vrede stichtte. Daarom noemen we haar de Grote Week'.

De prediking

De accenten in de prediking lagen in de Oude Kerk wat anders dan bij ons. Tijdens de lijdensweken staat in de prediking bij ons centraal de Man van smarten Die het kruis heeft gedragen en schande veracht. Dat was ook wel zo in de Oude Kerk, maar men zag toch de lijdenstijd als voorbereiding voor het Paasfeest, zodat ook in de lijdensprediking reeds iets naar voren kwam van de triomf van Christus over dood en graf. Met andere woorden: het Priesterlijke en het Koninklijke element gingen in de 40-dagentijd samen.

De zondagen na Pasen, waarop wij zo graag preken en horen over de verschijningen van de Opgestane Christus en over de betekenis van de opstanding, stonden in de Oude Kerk in het teken van Pinksteren. Die tijd werd ook de Pinkstertijd genoemd. Vandaar dat het in de Oude Kerk vaak gewoonte was op deze zondagen de stof te kiezen uit de Handelingen der Apostelen.

Zo kan de methode en het accent verschillend zijn, als de grondtoon maar gelijk blijft: 'De Heere is waarlijk opgestaan'. Want zonder dat is de prediking ijdel!

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 april 1981

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Het Paasfeest in de Oude Kerk

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 april 1981

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's