Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Globaal bekeken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Globaal bekeken

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

In verschillende bladen kwamen we de laatste tijd het volgende gedicht tegen onder de titel 'Een vakantieherinnering':

Een reisgids kwam op weg een Bijbel tegen, ze zaten beide in een weekendtas. De reisgids was een tikkeltje beduimeld, de Bijbel of hij pas gebonden was.

- en uit zijn stem klonk zachtjes een verwijt - 'Zeg', sprak de reisgids aarz'lend tot de Bijbel 'jij blijft zo nieuw ondanks het vele reizen, terwijl ik bijna zienderogen slijt...

Ze moeten mij natuurlijk veel gebruiken op mijn gegevens kun je altijd aan, de mens zegt waar hij heen wil reizen, ik geef vertrek-en halteplaatsen aan.'

Toen sprak de Bijbel en hij zuchtte even: 'Ik ben de mensen niet zo naar de zin. 'k Wijs wel de weg, maar, wat zij lastig vinden: bij mij staan er geen aankomsttijden in!'

***

In Zweden is de kerk staatskerk. Dat wil zeggen dat het Zweedse parlement mede beschikt over het reilen en zeilen van de kerk. Het Hervormd Weekbulletin bracht nu dezer dagen een opzienbarend bericht, onder de titel 'Nieuwe Zweedse wetgeving: tegenstanders vrouw in het ambt moeten ontslag nemen'. Hier volgt het bericht:

'Predikanten in de (Lutherse) Kerk van Zweden die tegenstander zijn van de vrouw in het ambt, zullen in de toekomst verplicht worden met vrouwelijke collega's samen te werken. De zogenaamde 'gewetensclausule' die aan tegenstanders van vrouwelijke predikanten het recht geeft te weigeren met deze vrouwen samen te werken, zal uit de wet geschrapt worden. Als de betreffende mannelijke predikant tóch weigert met zijn vrouwelijke collega samen te werken, zullen er disciplinaire maatregelen tegen hem genomen worden.'

Deze regels maken onderdeel uit van een rapport met aanbevelingen dat door een speciaal hiervoor aangestelde commissie is uitgebracht aan de Zweedse regering. Het rapport zal eerst besproken worden in de eerstvolgende synode van de Zweedse staatskerk in 1982 en zal daarna aan het Zweedse parlement worden voorgelegd. Als het parlement het rapport aanvaardt, zullen deze regels in de Zweedse wetgeving worden vastgelegd.

Sedert 1958 kunnen vrouwen in de Kerk van Zweden predikant worden. Tot nu toe echter bestond voor tegenstanders daarvan de wettelijke mogelijkheid om te weigeren met vrouwelijke predikanten samen te werken.

In 1978 is deze 'gewetensclausule' verzacht. De mannelijke predikant mag weigeren met zijn vrouwelijke collega samen te werken, maar indien er naar aanleiding hiervan een conflict ontstaat, is de man degene die het veld moet ruimen en naar een andere gemeente moet uitzien.

Indien de voorstellen in het rapport van de speciale commissie zowel door de kerk als door de staat worden aanvaard, dan betekent dat, dat predikanten die tegenstander zijn van de vrouw in het ambt, een ander beroep moeten kiezen.

Om tegenstanders van de vrouw in het ambt langzaam aan de nieuwe maatregel te laten wennen, zal in de wet een clausule worden opgenomen dat de maatregel alleen geldt voor nieuwe predikanten. Voor hen die in 1982 (het jaar van de eventuele aanvaarding) al predikant zijn, zal dus nog de oude regel van 1978 gelden.

Argument voor de nieuwe wettelijke maatregelen is, aldus de speciale commissie, dat alle predikanten in de kerk hun taken en plichten moeten uitvoeren in samenwerking met al hun collega's, onafhankelijk van welk geslacht die collega's zijn.'

Een schoolvoorbeeld van hoe het vaak gaat. Eerst worden de gevoelens van bezwaarden ontzien en worden maatregelen genomen, dat zij niet in gewetensconflict komen. Maar uiteindelijk wordt - via het proces van 'gewenning' door velen - de zaak omgekeerd. Aanpassing wordt geboden, en in een staatskerk als in Zweden bij wet vastgelegd.

In onze kerk speelt dezelfde kwestie. Wij zijn geen staatskerk meer. Maar te hopen is dat dit soort maatregelen in onze kerk nimmer genomen zullen worden. Er groeit namelijk wél een generatie op, die van de discussies 20 a 25 jaar geleden niets meer afweet. De kwestie wordt nu vaak bezien in termen van 'discriminatie van de vrouw', wanneer men tégen de vrouw in het ambt is. Terwijl het toch gaat om blijvende bijbels-theologische bezwaren.

***

Het blad Daniël, orgaan voor de jeugd van de Gereformeerde Gemeenten, liet mensen over hun werkkring of hun studiekring schrijven. Politieagent Jan Mulder te 's Gravenzande/Elspeet zegt het volgende over zijn werk.

'Mijn ervaring is dat men voor iemand die zich opstelt volgens bepaalde beginselen toch respekt heeft. Deze beginselen zul je echter moeten vasthouden in alle omstandigheden. Dikwijls word je gekonfronteerd met totaal andere levenswijzen en levensopvattingen, en het is dan wel zaak dat je niet enkel spreekt, maar ook handelt naar je beginselen.

Op zondag is het ook je taak om je dienst te verrichten, in onze samenleving wordt de zondag, helaas door velen niet meer doorgebracht op de wijze waarvoor die is ingesteld. Het handhaven van de orde is toch ook op zondag een noodzakelijke taak. Door deze zondagsarbeid voel ik mij in deze taak niet bezwaard.

Dikwijls wordt er na de zondagsdienst gevraagd om hier of daar mee naar toe te gaan. Zoveel mo­gelijk probeer ik na de dienst de zondag echter door te brengen zoals wij daarin zijn opgevoed.

Wij mogen ons toch niet schamen om voor God en Zijn Woord uit te komen. Ook niet in ons werk in allerlei omstandigheden. Het is wel steeds nodig om te vragen wat David deed in psalm 86: 'Leer mij naar uw wil te handelen, dan zal ik in Uw waarheid wandelen.'

***

Hier volgen een aantal cijfers over het Hervormd kerkelijk leven, zoals een ANP-bericht dat verstrekte. We geven het door zonder commentaar.

'Steeds meer hervormde vrouwen dringen door in kerkelijke funkties, zoals diaken, ouderling of kerkvoogd. Het aantal kinderen, dat hervormd gedoopt wordt, is echter sinds 1976 met 15 procent gedaald. Dit blijkt uit de nieuwe statistiek van de Nederlandse Hervormde Kerk over 1979. Het cijfermateriaal is verzameld door het Katholiek Instituut voor Sociaal Kerkelijk Onderzoek (Kaski) in Den Haag in opdracht van de Nederlandse Hervormde Kerk.

De gegevens hebben betrekking op 71, 3 procent van alle hervormde gemeenten met een totaal van rond 2, 8 miljoen hervormden in Nederland. Van deze 2, 8 miljoen heeft ruim 31 procent ook belijdenis gedaan, ruim 41 procent is doopiid, terwijl ongeveer een kwart tot de 'overige hervormden' wordt gerekend.

De omvang van de gemeenten loopt sterk uiteen. In Friesland en Groningen omvatten zij gemiddeld 600 tot 700 leden, terwijl in andere provincies per gemeente 1800 tot 2000 leden zijn. De zogenoemde Waalse gemeenten zijn veel kleiner, gemiddeld 118 leden.

Steeds meer vrouwen komen in kerkelijke funkties, voorheen een vrijwel exclusief mannelijkterrein. De stijging is het sterkst bij de diakenen, waarvan nu 33 procent uit vrouwen bestaat. Bij de ouderlingen is dit percentage thans 25. De funktie van kerkvoogd is voor de vrouw nog moeilijk bereikbaar. Daar is het percentage vrouwen slechts 6 procent.

Van de 175.000 kinderen, die in 1979 in ons land geboren werden, zijn er bijna 14 procent bij de burgerlijke stand als hervormd opgegeven. Dat wii zeggen ruim 24.000 kinderen, van wie er 17.000 ook hervormd werden gedoopt. Vergeleken bij 1976 een daling van ongeveer 15 procent.

Catechisatie werd in 1979 aan 90.000 kinderen gegeven. In hetzelfde jaar deden er pim. 10.000 hun belijdenis, een geringe daling vergeleken met 1976. Bijna een vijfde van de hervormden gaat op een gewone zondag naar de kerk, hetzij een ochtend-hetzij een avonddienst. Met Pasen ligt dit percentage iets hoger, namelijk 25 procent. De cijfers van de kerkgang zijn echter iets geflatteerd, omdat de provincie Gelderland met een traditioneel hoge kerkgang zwaarder in de jongste statistiek verwerkt is dan in eerdere, terwijl enkele grote steden met zeer weinig kerkgangers niet vertegenwoordigd zijn.

Het aantal hervormd gesloten huwelijken neemt ook af. In 1976 werden ruim 9000 hervormde huwelijken gesloten, in 1979 waren dat er ongeveer 7200. In totaal werden in Nederland volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek 85.600 huwelijken gesloten. Bij ruim 22.600 huwelijken waren beide partners of was een van de partners hervormd. Dit wil zeggen dat nog ongeveer een derde van de hervormden zijn huwelijk in de kerk laat inzegenen.

Een stijging blijft echter te constateren in de gemiddelde financiële bijdragen. Deze stijging varieert van 3 procent in Zeeland tot 10 procent in Zuid-Holland.'

***

De Nieuwe Kerk te Delft bestaat dit jaar 600 jaar. Het 'Hervormd Kerkblad' wijdde er een speciaal herdenkingsnummer aan. In dat nummer schrijft mr. R. M. Gallas, burgemeester van Delft:

Bij de viering van 600 jaar Nieuwe Kerk is een belangwekkend aspect de band die er al die jaren met de gemeente Delft heeft bestaan. Daarbij spelen verschillende overwegingen een belangrijke rol: allereerst is er de centrale plaats van de Nieuwe Kerk in het stadsbeeld van Delft.

Ruim een eeuw nadat Delft in 1246 van Graaf Willem de Tweede stadsrechten kreeg, werd een aanvang gemaakt met de bouw van deze fraaie gotische kerk: aanvankelijk was het een eenvoudige houten kerk, als parochiekerk gewijd; na enkele jaren werd een begin gemaakt met de bouw in steen. Gedurende een eeuw werd er gebouwd en dit betrof zowel de eigenlijke kerk als de toren, eigendom van de stad; met zijn 109 meter op één na de hoogste van ons land. Onmiskenbaar heeft de Nieuwe Kerk op het patroon van de stad een zeer grote invloed gehad: niemand minder dan Dirk Coster, Delfts eigen schrijver, heeft dat zo duidelijk verwoord: 'Het wezen van Delft is het spel en de verhouding van grachten, pleinen en de machtige torens'. Telkens wanneer men op de Markt komt, is er altijd weer dat wonderlijk beleven van enerzijds het imposante stadhuis, anderzijds de toren van de Nieuwe Kerk, die als een gebiedende vinger de weg omhoog wijst met als basis de zijbeuken van de kerk.

'Nergens in Europa ziet men een toren met een dergelijke macht de hemel instormen.' Veel stormen zijn er in de laatste eeuwen over de stad gegaan, maar de Nieuwe Kerk bleef gespaard.

Delft zou Delft niet zijn zonder de Nieuwe Kerk. Niet alleen ruimtelijk in de stad, doch ook van verre een zo vertrouwd silhouet dat elke bezoeker, van welke kant hij de stad ook benadert, hierin onmiddellijk een van de meest karakteristieke punten ontdekt. Ander aspekt: de Nieuwe Kerk is niet alleen interessant vanwege haar beheersende rol in het stedebouwkundig beeld van de stad. Zij fungeerde tevens als laatste rustplaats voor families uit de stad. Dit gebruik werd tot in de vorige eeuw gehandhaafd. Voor de leden van het Huis van Oranje is de Nieuwe Kerk sedert de bijzetting van Willem van Oranje immers de laatste rustplaats. Het is deze verbondenheid met het Huis van Oranje die mede aan het begrip 'Nieuwe Kerk in Delft' een eigen, zo markante, inhoud geeft Zonder deze zo betekenisvolle relatie zou Delft niet de stad zijn zoals ze zich ook in deze tijd nog kan manifesteren. Samenvattend kan de verbondenheid tussen Delft en de Nieuwe Kerk niet hoog genoeg worden gewaardeerd. Moge dit, de eeuwen trotserend, immer zo zijn en blijven.'

Uit een artikel van ds. C. J. van der Plas in genoemd kerkblad het volgende:

'Terwijl de kerk het eigendom is van onze hervormde gemeente, is de toren het eigendom van de burgerlijke overheid. In 1396 werd met de bouw ervan begonnen. Honderd jaar later op 6 september 1496 was hij voltooid. De toren was eigenlijk een preek. Oude afbeeldingen laten zien, hoe hij werd bekroond met een houten appelvorm. Daar­ boven verhief zich een groot kruis. De appel wees op de zondeval, het kruis daarboven herinnerde aan het verzoenend lijden en sterven van onze Heere Jezus Christus. Deze spits heeft niet lang dienst gedaan. In mei 1536 trof de bliksem de toren van de Nieuwe Kerk. De kerk ging in vlammen op en met de kerk een groot gedeelte van de stad. Vol moed herbouwde men de kerk, maar de oude appelvormige spits werd niet hersteld. De nieuwe spits was vrij stomp en achtkantig. De huidige spits, die aanmerkelijk hoger is dan de vorige, dateert van 1872, toen er weer brand geweest was na het inslaan van de bliksem. Bij de herbouw van de kerk na de catastrofe van 1536 werden er ook nieuwe klokken gegoten. Maar het duurde tot 1550, voordat zij allemaal weer in de toren hingen. Een eeuw later in 1660 werd de toren voorzien van een carillon. Het was een werkstuk van de bekende klokkengieter uit de gouden eeuw, Frangois Hemony. Nog steeds hangt deze beiaard in de toren en laat zijn zilveren klanken over onze stad klinken.'

***

Een uitgebreid programma van herdenkingsaktiviteiten wordt genoemd, o.a. N.C.R.V.-kerkepad op zaterdag 29 augustus en zaterdag 5 september, waarbij gasten uit het hele land de Nieuwe Kerk kunnen aandoen (met daarbij ook de Oude Kerk).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 mei 1981

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Globaal bekeken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 mei 1981

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's