Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Constantinopel en onze belijdenis (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Constantinopel en onze belijdenis (1)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is in deze dagen 1600 jaar geleden dat één van onze belijdenisgeschriften definitief werd vastgesteld.

Het is in deze dagen 1600 jaar geleden dat één van onze belijdenisgeschriften definitief werd vastgesteld. Een in vele opzichten bijzondere belijdenis! Allereerst wel omdat ze het enige voluit oecumenische symbool is, aanvaard in alle kerken van Oost en West. In de tweede plaats omdat tenslotte op grond van slechts één woordje uit deze belijdenis de grootste kerkscheuring van alle tijden heeft plaatsgevonden. En in de derde plaats omdat deze geloofsbelijdenis een opvallend accent legt op het werk van de Heilige Geest.

Misschien zou als vierde karakteristiek de over het algemeen geringe bekendheid van deze belijdenis in de kerken der Reformatie genoemd kunnen worden. Men weet er uiteraard van het Apostolicum en is meestal ook goed op de hoogte van de eigen reformatorische confessies, in ieder geval wat de namen betreft. Maar van de naam en zeker van de inhoud van de enige letterlijk oecumenische belijdenis valt dit meestentijds niet te zeggen. Toch is dit de basis waarop zowel een Protestant, een Rooms-Katholiek, een lid van de Grieks-Orthodoxe Kerk of een Anglicaan gemeenschappelijk staan. We bedoelen de geloofsbelijdenis van Constantinopel-Nicea.

'Oecumenische' belijdenissen

Nu moeten ten aanzien van dit en de andere twee 'oecumenische' symbolen eerst enkele nog dikwijls aanwezige misverstanden besproken worden. Allereerst wat de apostolische geloofsbelijdenis betreft. Haar naam duidt aan dat ze de apostolische verkondiging samenvattend weergeeft, niet dat ze door de apostelen zelf is opgesteld. De legende heeft dit er later wel van gemaakt en letterlijk aan elk van de twaalf apostelen een artikel in de mond gelegd. Maar de huidige tekst stamt - hoewel in eenvoudiger vormen reeds zeer vroeg bekend als doopbelijdenis, inzonderheid van de Westerse kerk - eerst uit de achtste eeuw. In de Grieks-Orthodoxe Kerk is het Apostolicum zelfs niet bekend!

Ook het derde als 'oecumenisch' bekende symbool, de geloofsvorm van Athanasius, is slechts genoemd naar, maar niet samengesteld door de beroemde bisschop van Alexandrië. In de leer stemt deze belijdenis weliswaar met 'de vader der orthodoxie' overeen. De formuleringen zijn duidelijk van later datum. Ook dit symbool is alleen in de Westerse Kerk aanvaard.

Oecumenisch in de volle zin van het woord is slechts de geloofsbelijdenis die oorspronkelijk in 325 op het concilie Van Nicea werd opgesteld. Met diverse belangrijke aanvullingen is ze overgenomen door de vaders van het concilie te Constantinopel in 381. In deze uitgebreide vorm werd ze het algemeen geldige symbool, heden zestien eeuwen oud.

Onze wortels I

Hoe is deze belijdenis ontstaan en wat is haar bijzondere karakter? En vooral: wat heeft ze ons vandaag nog te zeggen? Het lijkt ons niet minder dan noodzakelijk aan deze vragen aandacht te wijden. Wanneer in breed-oecumenische kring heden het concilie van 381 herdacht wordt, dient dit zeker óók in reformatorische kring te geschieden. Greep de Reformatie in haar hervormend streven niet terug op de opvattingen van de kerkvaders en van de algemene synoden der eerste eeuwen? Iemand als Calvijn heeft voortdurend naar deze bronnen verwezen. Hier liggen ook onze wortels. En niet alleen in historische zin gaat het om onze belijdenis. Ook de inhoud ervan heeft ons veel te zeggen. We willen een en ander nog nader bezien.

Maar nu allereerst de voorgeschiedenis. Die is in meer dan één opzicht bijzonder gecompliceerd. Ze kan hier slechts in enkele hoofdlijnen geschetst worden.

De strijd van Arius

Op de achtergrond staat het conflict rond het Arianisme. De vraag was: Wat dunkt u van de Christus? Is de Zoon het hoogste schepsel of is Hij van hetzelfde wezen als de Vader? Arius, een presbyter uit Alexandrië, leerde het eerste: Christus is een geschapen wezen, weliswaar het hoogste schepsel en de eerstgeborene van alle creatuur, maar toch: geworden. Alexander, de bisschop van Alexandrië, gevoelde dat hier aan het goddelijke karakter van de openbaring in Christus tekort gedaan werd. Wanneer Christus immers niet geheel en volkomen God is, niet één van wezen met de Vader, dan is ook Zijn werk niet volmaakt goddelijk. Dan is er niet de werkelijke openbaring en verlossing, want redding van de verloren mens kan alleen door God zelf tot stand worden gebracht.

Nicea

Wanneer de kerk door de twisten rond Arius en zijn leer in een ernstige crisis geraakt, roept keizer Constantijn een synode bijeen uit alle delen van zijn rijk. Door de kerkelijke verdeeldheid is immers ook de eenheid van zijn imperium in gevaar. Tegen de driehonderd bisschoppen komen in 325 samen te Nicea, een stad in het noordwesten, van Klein-Azië.

Men vindt elkaar tenslotte in een compromis. Als kerkelijke leer wordt vastgesteld, dat de Zoon 'van hetzelfde wezen' is als de Vader, in het Grieks hoino-ousios. Deze formule wordt door alle aanwezige vaders aanvaard en betekent een veroordeling van Arius. Naar men zegt is de term door bisschop Hosius van Cordoba de theologisch onervaren keizer èn voorzitter van het concilie in het oor gefluisterd. In ieder geval geeft het woord de Westerse theologie weer.

De keizer denkt met de resultaten van het Niceense concilie de eenheid in kerk en rijk gered te hebben. Maar hij vergist zich deerlijk! Tijdens zijn verdere regering en vooral onder zijn opvolgers ontbranden de theologische twisten eerst ten volle. Afhankelijk van de keizerlijke politiek worden orthodoxe en onorthodoxe bisschoppen aangesteld of weer afgezet.

Kerkelijke verwarring

Maar niet alleen regering en kerkleiders zijn bezig met de diepgaande leerstellige problemen. Ook het volk bemoeit zich ermee. Arius had reeds, om zijn propaganda kracht bij te zetten, zijn theologie samengevat in een volkslied, gezongen door de mensen op straat. Anderen doen dat ook. De Griekse mens, met zijn voorliefde voor subtiele bewijsvoering, eertijds uitgeleefd in de verschillende populaire filosofieën, stort zich nu op de theologische problematiek.

Was men zich altijd bewust van de ernst van de vraagstukken? Er zijn redenen genoeg om dit te betwijfelen. Na de overwinning van Constantijn is de kerk plotseling een massabeweging geworden, met in haar midden velen die slechts in naam christen heten. Het komt nu voor dat men - zo meldt Gregorius van Nyssa - , wanneer men een geldwisselaar naar de geldkoers vraagt, eerst een uiteenzetting te horen krijgt over het verwekte en nietverwekte. Of bij de bakker verneemt dat de Vader groter is dan de Zoon.

Door dit alles wordt de kerk ten diepste verscheurd. Er zijn de partijgangers van Arius en aan de andere kant de volstrekte tegenstanders van zijn leer. Er is ook een omvangrijke middengroep die verschillende schakeringen vertoont. Ter illustratie van de verdeeldheid nog dit. Wanneer in 362 Julianus de Afvallige de keizerstroon bestijgt, het heidendom tot staatsreligie wil verheffen en alle verdreven bisschoppen naar hun zetels laat terugkeren, blijken in Antiochië niet minder dan vijf tegengestelde groepen present te zijn. En dat in de gemeente, waar de discipelen voor het eerst Christenen genoemd werden...

Athanasius en de Cappadocische vaders

Niet slechts verwarring heerst er echter. Vanaf het begin staat Athanasius als een rots in de branding. Hij is de opvolger van Alexander als bisschop van Alexandrië en leider der Egyptische kerk en was reeds als sekretaris van laatstgenoemde te Nicea aanwezig. In zijn onverzettelijkheid wordt hij gesteund door het Alexandrijnse proletariaat en door de woestijnmonniken. Vijf keer verdrijft men hem met geweld uit zijn opzienersambt; evenzovele keren komt hij weer terug. Niet minder dan zeventien jaren brengt hij door in ballingschap. Maar deze onbuigzame houdt - hoewel hij in het begin de aangenomen formule niet hanteert - vast aan de eenmaal te Nicea beleden orthodoxie. En niet alleen over de godheid van Christus spreekt hij. In zijn beroemde brieven aan Serapion belijdt hij tevens de godheid van de Heilige Geest: de Geest vernieuwt en herschept in direkte samenhang met het vleesgeworden Woord.

Ook van elders komt er een teruggrijpen op de eertijds aanvaarde belijdenis en is er alle aandacht voor het werk van de Geest. Met ere moeten hier in het bijzonder drie personen genoemd worden, allen afkomstig uit Cappadacië, meer nog dan Athanasius, zijn zij het, die met hun theologisch werk de grondslag gelegd hebben voor de straks te Constantinopel aangenomen belijdenis.

Allereerst is er Basilius van Caesarea, bekend als de Grote. Hij schrijft niet alleen over de godheid van Christus, maar met wijze terughoudenheid óók over de Heilige Geest. De Zoon en de Geest zijn van één en dezelfde natuur met de Vader, aldus Basilius. Zijn vele geschriften en zeker ook zijn Despiritu sancto zijn van grote invloed. Niet alleen in het Oosten, maar ook in het Westen. Ambrosius gebruikt genoemd boek zes jaar later als bron voor zijn 'Over de Heilige Geest'.

Als tweede is er Gregorius van Nyssa, een broer van Basilius. Naast de kerkvorst staat hier de mysticus en denker voor ons. Ook hij verdedigt de godheid van Christus. Maar vooral komt in de geschriften van deze wel meest begaafde der Cappadocische vaders het werk van de Heilige Geest aan de orde. De Heilige Geest is God zelf, werkend in het hart van de gelovigen. Hoewel voor ons gevoel zijn speculaties soms een al te grote vlucht nemen, toch is het ontroerend te lezen hoe deze geniale theoloog de werkingen van de Geest beschrijft. Het zijn deze tonen die hij ook laat horen in zijn preek bij de ambtsaanvaarding van de nieuwe bisschop van Constantinopel.

Die nieuwe bisschop is Gregorius van Nazianze, groot dichter en beroemd kanselredenaar, vriend van Basilius en Gregorius van Nyssa. Met de komst van de nieuwe keizer wordt hij aangesteld. Bij hem vinden we de genoemde theologische accenten terug: Christus is God en de Heilige Geest is God. Het is deze fijngevoelige natuur die straks geroepen wordt tot voorzitter van de oecumenische kerkvergadering van 381.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 juni 1981

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Constantinopel en onze belijdenis (1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 juni 1981

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's