Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Heilige Schrift en de prediking (1)

Bekijk het origineel

De Heilige Schrift en de prediking (1)

De Heilige Schrift

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bijbelse opdracht

In een reeks onderwerpen over de Heilige Schrift mag dit onderwerp niet ontbreken. Het functioneren van de Heilige Schrift in ons leven is imrners te danken aan de prediking. De prediking is verbonden aan de Schrift, niet alleen omdat geschreven staat: predikt het evangelie aan alle creaturen, (Mark. 16 : 15b), maar vooral omdat dit besloten ligt in de aard en functie van de Heilige Schrift zelf. Door de Geest van God ligt dat in de Schrift zelf besloten. De Heilige Schrift is niet alleen onder de leiding van de Heilige Geest geschreven en gevormd, dus geïnspireerd, maar de Schrift blijft ook het middel waarmee de Geest werkt naar het doel dat God zich gesteld heeft, de komst van zijn koninkrijk, de Schrift is theopneust.

De Geest neemt de Schrift mee de tijd door. Zo worden we door de Geest door middel van de Schrift op de toekomst gericht. De Heere wil dit door de prediking, de levende verkondiging van zijn Woord. Men zou zich kunnen voorstellen dat het ook zonder de prediking zou kunnen, alleen door de Schrift. Als je de bijbel hebt, heb je genoeg. Als iedereen hem nu maar kan lezen, dan komt alles goed. We zouden met vertalen kunnen volstaan. Als de bijbel maar gelezen wordt. Maar u voelt wel dat dit onvruchtbare bespiegeling is, zo is het niet en zo zal het nooit zijn. O zeker, het is niet van geringe betekenis een bijbel te hebben in de moedertaal. En de dagelijkse schriftlezing is niet minder dan een volksbelang. Het tast het leven van kerk en volk aan als het steeds minder gebeurt. Maar de prediking is onmisbaar.

De Heere heeft zijn apostelen de wereld ingezonden om het evangelie te prediken. 'En het geloof is uit het gehoor, en het gehoor door het Woord Gods.' (Rom. 10 : 17). In het verband van dit vers gaat het uitdrukkelijk over het gepredikte Woord. Op die wijze bereidt de Geest de wederkomst van Christus voor, zoals Herman Bavinck dat in zijn Gereformeerde Dogmatiek uitdrukt. Het perspektief van de prediking is de wederkomst van Christus. De prediking van Gods Woord geschiedt omdat Christus komt. Het Koninkrijk Gods komt. Dat gaat heel de wereld aan en daarom moet ons en alle mensen het evangelie verkondigd worden.

De prediking in de Schrift

Als we nadenken over de relatie van de Heilige Schrift en de prediking komen we tot wat wezenlijk is voor de Schrift. Dat is dat het Woord van God de geschiedenis ingaat en de ganse wereld zoekt. Wat eeuwen lang voor Israël gereserveerd lijkt, breekt plotseling door alle grenzen heen. Het scheen dat de boodschappers van goede tijding alleen gezonden werden tot de ellendigen in Israël. Ook Jezus zelf zei nog dat Hij alleen gekomen was voor de verloren schapen van het huis Israels, maar het gaat tenslotte in Israël om alle volken. Na zijn opstanding geeft Jezus Christus de opdracht alle volken tot zijn discipelen te maken, tot aan het uiterste der aarde. De Handelingen der Apostelen vertellen ons hoe de tocht van de getrouwe getuigen begon. Het ging van Jeruzalem naar Rome. De voortgang van het evangelie blijkt in aards-menselijke verhoudingen, in zendingsreizen, met het doel het concrete mensenleven te bereiken met de boodschap van het heil. Paulus reisde de hele wereld af met het evangelie van kruis en opstanding. Dit is alleen maar te verklaren uit de opdracht die Jezus heeft gegeven en uit de boodschap zelf, welke feitelijk onmisbaar is voor ieder mens. De getuigen willen de mensen bereiken in hun dagelijkse bestaan. Ze willen zich op indringende wijze met hun leven bemoeien. Want God ziet naar hen om en wil zich met hen bemoeien. De apostelen zullen getuigen, maar ze moeten het ook. Paulus heeft het onder woorden gebracht: 'De nood is mij opgelegd, en wee mij indien ik het evan gelie niet verkondig'. 1 Kor. 9 : 16. Het is een onweerstaanbare en zinvolle opdracht, waarin het evangelie wordt uitgedragen. De verkondiging is niet tot zwijgen te brengen. Iedereen moet het horen, niemand is buitengesloten, het is voor vrijen en slaven, voor mannen en vrouwen, voor groten en kleinen, ja ook de kinderen horen erbij. Ook is niemand te ver gezonken voor het evangelie, de grootste van de zondaren is barmhartigheid geschied. Zo zoekt het evangelie de mens in zijn denken en gevoelen, zijn cultuur en milieu, zijn bezit en verworvenheden, zijn religiéusiteit of zijn atheïsme. En de apostel wachtte niet af, hij gaat er op uit, uitgezonden vanuit een gemeente waar hij werkzaam was in het woord en geroepen werd om uit te gaan. Hij begon, sprak aan en zocht de mens met de boodschap van het geloof in Jezus Christus. En het belang van de boodschap wordt bepaald door zijn Zender, en in genen dele door degene die hem omgevraagd ontvangt. Daarom moet onontkoombare weerstand de prediker niet moedeloos of bevreesd maken. 'Predik het Woord, tijdig en ontijdig', schreef Paulus aan Timotheüs. (2 Tim. 4 : 2).

In dit woord ligt de overmacht en het belang van het evangelie besloten. Dat is niet afhankelijk van het 'welkom'. Paulus paste dit woord ook zelf geregeld toe. Elke gelegenheid greep hij aan om het Woord te brengen, ik denk aan zijn verantwoording voor zijn rechters.

En waarom? Waarom gaat het in de prediking? Wat is het grote belang ervan dat iedereen moet horen, tijdig en ontijdig? Dat is de verzoening. In de prediking gaal het God om de verzoening met Hemzelf door Jezus Christus. Daarvan was de apostel Paulus zich zo bewust, dat hij kon schrijven: 'Zo zijn wij dan gezanten van Christuswege, alsof God door ons bad; wij bidden u van Christuswege: laat u met God verzoenen'. (2 Kor. 5 : 20). En dat is gegrond op wat God Zelf deed. 'Want God was in Christus de wereld met Zichzelf verzoenende, hun zonden hun niet toerekenende en Hij heeft het woord der verzoening in ons gelegd.' (2 Kor. 5 : 19).

Al wordt het evangelie gebracht door mensen, het is van Godswege en geschiedt voor zijn aangezicht en op zijn gezag. Daarom is het gericht op geloof, capitulatie, aanvaarding en vertrouwen. En tegen die achtergrond krijgt het menselijk spreken zijn kracht, functie en betekenis.

Onmisbaar

De prediking is dan ook een onmisbare scha­kel om te kunnen delen in het heil des Heren. Ieder die de Naam des Heren zal aanroepen, zal zalig worden. Maar 'hoe zullen zij Hem aanroepen in welke zij niet geloofd hebben? En hoe zullen zij in Hem geloven, van welke zij niet gehoord hebben? En hoe zullen zij horen, zonder die hun predikt? En hoe zullen zij prediken, indien zij niet gezonden worden? ' (Rom. 10 : 15 en 16). De Here zendt zijn boden over de hele wereld. Hun geluid is over de gehele aarde uitgegaan, en hun woorden tot de einden der wereld. God ziet naar de wereld om. In de prediking wordt Zijn Woord gebracht.

Het is dan ook niet zo opvallend dat in de Schrift over de prediking gesproken wordt als een kracht van God. Niet alleen zijn scheppingswoord is krachtig dat het hemel en aarde tot aanzijn roept, maar ook het evangelie dat Hij laat verkondigen is een gebeuren vol kracht. Vooral Paulus spreekt er zo over. Zo in 1 Kor. 1 : 18.

'Want het woord des kruises is... voor ons die behouden worden een kracht Gods.' In hetzelfde verband wordt gezegd dat het God heeft behaagd door de dwaasheid der prediking zalig te maken die geloven. (Vers 21). Ik denk ook aan het bekende woord van Rom. 1 : 16, 'want ik schaam mij het evangelie van Christus niet, want het is een kracht Gods tot zaligheid voor een iegelijk die gelooft'. Het woord der prediking werkt in hen die geloven (I Thess. 2 : 13). Paulus schrijft ook dat zijn evangelie 'niet alleen in woorden is geweest, maar ook in kracht, en in de Heilige Geest, en in vele verzekerdheid' (1 Thess. 1:5). Het Woord van God keert niet ledig weer, maar is voorspoedig in hetgeen waartoe Hij het zendt (Jes. 55 : 11).

Professor Berkouwer wijst er op dat er geen sprake is van woord-magie, het woord werkt hier niet als een betovering. Het gaat ook niet om iets dat automatisch gebeurt. Er moet om gebeden, ja er moet om geworsteld worden. 'Opdat het woord des Heren zijn loop hebbe en verheerlijkt worde.' (2 Thess. 3 : 1).

Geen magie, geen automatisme, maar telkens weer bewijst de prediking zich als een kracht van God tot behoud. De rechte prediking heeft gloed en is levendig, aansprekend en indringend.

Geldt dat ook van de Schrift? Hoe is de relatie tussen Schrift en prediking?

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 augustus 1981

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

De Heilige Schrift en de prediking (1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 augustus 1981

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's