Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een vergeten groep!?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een vergeten groep!?

Medicijnverslaafden

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een uitroepteken en een vraagteken geven uitdrukking aan de onzekerheid waarmee ik dit artikel begin.

Een uitroepteken en een vraagteken geven uitdrukking aan de onzekerheid waarmee ik dit artikel begin. Van harte hoop ik dat de groep mensen waarover ik schrijf niet vergeten is, en ik verwacht dat u als lezer mij dat wel duidelijk zult maken. In het verloop van dit artikel zal het u wel duidelijk worden welke groep ik bedoel.

Wie niet worden vergeten

Verslaving is een algemeen woord. Het kan met allerlei andere woorden worden gecombineerd. In positieve zin wordt het welhaast nooit gebruikt. Meestal in min of meer negatieve zin. Bijvoorbeeld, koffiedrinken kan een verslaving zijn evenals roken. Door zeer vele mensen wordt dat niet als een echte verslaving gezien. Toch zijn er landelijke akties om bijvoorbeeld mensen van het roken af te brengen en ze daarbij zo nodig te helpen.

De echte verslaafden dat zijn zij, die aan drugs en aan alcohol verslaafd zijn. Hoewel ik deze beide vormen van verslaving in mijn loopbaan als predikant niet veel tegenkom, toch ken ik vanuit mijn vorige werkkringen de ernst en aard van deze verslavingen. Ook met de problematiek rondom die verslavingen heb ik enige ervaring opgedaan. En wat blijkt dan? In allerlei kranten, weekbladen en tijdschriften vind je zeer veel informatie. Radio en T.V. houden er zich mee bezig, zodat iedereen inmiddels op de hoogte is van de ernst van de situatie. Wie er zich verder in wil verdiepen, om welke reden dan ook, vindt overal om zich heen voldoende literatuur over dit probleem van verslaving.

Degenen die verslaafd zijn aan alcohol en drugs, kunnen op vele plaatsen en van vele mensen hulp ontvangen. Met dankbaarheid vermeld ik dat er nog velen gevonden worden, die vanuit hun geloof bereid zijn hun naaste te helpen. Ik zou zeggen; ga door, velen dienen nog geholpen te worden.

Wie worden vergeten?

Drugs-en alcoholverslaafden, die van hun verslaving af willen, kunnen daarvoor de hulp inroepen van zeer goed geschoolde specialisten. Er zijn diverse klinieken, waar je opgenomen kunt worden. Ben je van je verslaving af dan is er nog een goede nazorg mogelijk. De verslaving van drugs en alcohol wordt mede bestreden door medicijnen. Bij goede zorg en nazorg kan het aantal te slikken tabletten tot nul worden teruggebracht. De behandelaars zijn er attent op dat er niet een nieuwe verslaving ontstaat. Maar niet iedereen is van deze (nieuwe) andere verslavingsvorm op de hoogte. Vandaar dit artikel!

De medicijnverslaafde

Hoe raak je verslaafd? Iemand die aan drugs of aan alcohol verslaafd is geraakt kan niet zeggen: Ik wist het niet. Op vele manieren worden wij er voor gewaarschuwd. Veelal wordt er gedacht: Dat overkomt mij niet. Maar vóór dat het wordt beseft IS er de verslaving.

Met medicijnverslaving gaat het anders. De verslaafden zijn bijna altijd begonnen als patiënt, als iemand, die met ziekteverschijnselen bij de huisarts komt. Terecht verwacht de patiënt hulp van de arts, en in zeer vele gevallen helpt de arts met woorden en medicijnen. Een groot aantal patiënten is daarmee ook geholpen en leeft zonder problemen verder. Maar bij een aantal helpen de medicijnen niet afdoende en zij belanden zodoende bij een specialist. Ook daar wordt een deel van de patiënten afdoende geholpen en zij gaan weer verder zonder medicijnen. Maar er is altijd een rest, een aantal patiënten die niet afdoende wordt geholpen. Zij zijn het die uiteindelijk in de W.A.O. terecht komen. Vele van deze mensen blijven echter patiënt. Zij moeten regelmatig terugkormen bij de huisarts en specialist. Dat is goed en noodzakelijk. Doch nu komt het. Een mij onbekend aantal slikt op medisch advies jarenlang elke dag een aantal tabletten of iets anders. Een mij bekend persoon deed dat meer dan twaalf jaar met verschillende medicijnen. Goed of niet, dat weet ik niet. Een medicus zou dat eens moeten uitleggen. Maar de gevolgen ken ik wel: medicijnverslaving!. Het lichaam van de patient kon op den duur niet meer buiten het medicijn, het lichaam ging steeds meer vragen. Dus dezelfde verschijnselen als met alcohol en drugs. Waarheen dit leidt? Ik weet het niet zeker, maar ik vermoed dat, wanneer de behandeling niet tijdig wordt gestopt, de patiënt sterft aan een teveel aan medicijn.

Preventie

Het eerste wat je ingegeven krijgt is: Onmogelijk, zover had het nooit mogen komen. U begrijpt dat ik er niet aan twijfel of het gebeurt dagelijks. Van veel medicijnen is de verslavende werking bekend, of er bestaat een sterk vermoeden. Laten artsen daarop letten bij wat zij hun patiënten voorschrijven. De patiënten zijn mondiger geworden. Hoe negatief het ook klinkt, de patiënt wordt kliënt, mag derhalve vragen wat of de arts hem of haar voorschrijft. Natuurlijk begrijpen wij die namen niet, maar we kunnen verder vragen of het medicijn ook verslavend werkt. Medicijnverslaving treedt meestal pas na lange tijd op.

Er zijn ook lichtere haast niet merkbare verslavingen, zoals elke dag een docering valium en bij spanning zoveel als nodig meer.

Nu dacht ik, en dat zal uit de reacties misschien ook wel blijken, dat de medische wereld zich het gevaar bewust aan het worden is. Mijn vraag is: wie dwingt de arts een bepaald gemiddelde per uur te halen aan patiënten. Iets meer tijd namelijk per patiënt zou preventief kunnen werken. Vele artsen zijn het zich bewust dat een goed gesprek en een luisterend oor mee kan helpen. Een deel van die tijd kan worden gebruikt om te overwegen welk medicijn men voor zal schrijven.

In de eerste plaats zal de preventie altijd blijven berusten bij de arts en de patiënt, maar de media moeten doorgaan om ook in deze hun stem te laten horen.

Defensie

Medicijnverslaving is er, dat heb ik zelf diverse malen bevestigd gezien. Hoe groot het aantal verslaafden is weet ik niet. Misschien weet een ander het? Dat het een vergeten groep is staat voor mij vast. Er zijn wel instanties die er zich mee bezig houden maar, naar mij opviel, alleen wanneer er zich een verslaafde meldt om hulp. Van een duidelijk beleid inzake medicijnverslaving is mij niets gebleken. Een ander probleem is dat centra, die hulp bieden, echter alleen maar begeleiden en dikwijls moeilijk te bereiken zijn vanwege de afstand.

Medicijnverslaafden kunnen meestal niet zelfstandig deelnemen aan het verkeer. Natuurlijk is er nog de weg terug naar de huisarts en de specialist, en zelfs ziekenhuisopname is mogelijk. Aan deze oplossing zit echter een groot probleem. Het is meestal de eigen huisarts of specialist die de medicijnverslaving en de dikwijls daaruit voortvloeiende medicijnvergiftiging vaststelt. Mij is gebleken dat deze ontdekking voor de betrokken patiënt een enorme schok betekent. Het vertrouwen in de behandelende arts wordt ernstig geschaad, kan zelfs omslaan in een wantrouwen. Men zal begrijpen dat de betreffende arts in deze gestoorde situatie niet de aangewezen persoon is om zijn patiënt verder te behandelen. Wanneer dan een andere arts de behandeling overneemt komt het regelmatig voor dat hij niet voldoende gegevens heeft ontvangen. Want hoe is het anders verklaarbaar dat een patiënt, die dagelijks medicijn inneemt, van het ene op het andere moment helemaal niets meer mag innemen. Ik begrijp best dat dit in het belang van het onderzoek naar een kwaal of ziekte kan zijn. Het totaal afnemen van medicijnen van een verslaafde heeft tot gevolg dat de patiënt in grote problemen komt. Geestelijk kan het zo'n patiënt aan de rand van de afgrond brengen. De gedachte aan zelfmoord kan de geest zeer lang bezig houden. Het is duidelijk dat de behandelend , arts voor een groot probleem staat. Enerzijds dient het schadelijke medicijn te worden terug gebracht, het liefst tot nul. Anderzijds, de patiënt kreeg het medicijn niet zómaar gedurende jaren. Bekeken moet worden de patiënt reageert op andere niet verslavende medicijnen, en zijn die er wel? Verder, hoe reageert de patiënt op de verminderde toediening van het verslavende medicijn? Bij dit alles speelt de vraag: hoe beleeft de patiënt het, en hoe reageert zijn lichaam en zijn geest op de behandeling. Het zal voor iedere patiënt wel weer anders zijn.

Pastoraat aan een verslaafde

Het verdient aanbeveling dat het bovenstaande verder wordt uitgewerkt en wordt toegelicht door een deskundige arts. Ik heb het bovenstaande geschreven om iets los te maken en in beweging te zetten, met als doel uit reacties te weten te komen wat een verslaafde van mij als predikant en als mede Christen verwacht. Hoe kan ik als dienaar helpen?

Uiteraard heb ik daar eigen gedachten over, en ook heb ik van verschillende kanten wel enige aanwijzingen gekregen, maar ik zou graag mijn kennis vergroten en die dan weer door geven, zodat er een landelijke hulpverlening op gang komt, zo die nodig blijkt te zijn. Ik zal het op prijs stellen wanneer er gereageerd wordt door mensen die het bovenstaande herkennen en door predikanten, die met dit probleem ook ervaring hebben opgedaan. En dan nu hoe ik het pastoraat zie!

Als predikant komen wij op zeer veel plaatsen. Gewild of ongewild zien wij soms in kasten of op kasten talrijke medicijnen. Het lijkt mij nuttig te informeren naar de aard en gebruik van die medicijnen, niet dat wij als para-medici moeten gaan optreden, maar om ons te overtuigen dat het gemeentelid doel en werking dóór heeft. We mogen mijns inziens best informeren hoe lang een medicijn wordt gebruikt. We moeten echter het gemeentelid niet overrompelen met enige vage vermoedens maar die controleren bij de betrokken huisarts. De kans bestaat dan dat ook hij niet weet wat zijn patiënt slikt. De vraag blijft: waar bemoeit die predikant zich mee? Ik denk dat wij naast het geestelijke ook het lichamelijke mogen behartigen. In het bovengenoemde geval ligt de oplossing - dunkt me - in een goede samenwerking tussen huisarts, specialist, predikant én de patiënt, c.q. het gemeentelid.

Meestal zal een predikant op een voor hem onverwacht moment geconfronteerd worden met de geestelijke nood van een door ontwenningsverschijnselen geplaagde verslaafde. Dikwijls gaat zo iemand door diepe dalen heen, en vertoont zeer zware depressie verschijnselen. Wanneer iemand in zo'n diep dal zich bevindt wordt er dóór of namens hem, en soms buiten hem om, contact gezocht met een predikant.

Mijns inziens hebben we dan te gaan, mét en namens onze opdrachtgever de Heere God. Het meeste dat we doen moeten is luisteren, niet naar onze eigen stem, maar naar de ander. Hij moet zich als het ware leeg praten. In zo'n eerste gesprek kun je alleen maar enkele lijnen trekken naar de Heere, omdat de persoon in kwestie nog te veel met zich zelf bezig is. Te veel willen zeggen van onze kant kan de ander doen besluiten stil te worden en te denken: hij begrijpt mij ook niet. Als we al een therapie in onze gedachten hebben moeten we die heel voorzichtig dosis-gewijze toedienen. Door te wijzen op de kracht van het gebed, hoe waar ook, kom je in het begin niet veel verder. Dikwijls doen de patiënten het zelf ook en nog zeer intensief. Wat we wel kunnen doen is onderzoeken of er wel op de juiste wijze wordt gebeden. Hiermee bedoel ik of men zich werkelijk geheel en al overgeeft aan de Heere en zich aan Zijn wil ondergeschikt maakt. Hierbij kunnen we ook het geschokt vertrouwen in de Heere weer terugwinnen en daarmee het vertrouwen in ons als dienaar van die Heere. Een oprecht gemeend gebed, watje samen opzend tot de Heere, kan meer doen dan een rede van een uur.

Toch moet ons hele pastoraat gericht zijn op de verootmoediging voor de Heere en op de bede om hulp en uitkomst. Wanneer het ge­ meentelid daarvoor open komt te staan mogen we hen vertellen, dat de Heere een hoorder is van de gebeden en op Zijn tijd en wijze uitkomst geeft.

Wat wil ik nu?

Ik dacht dat het doel al in dit hele artikel doorschemerde, maar ik wil het hier nog even op een rij zetten.

1. Is het door mij gesignaleerde probleem wérkelijk een probleem?

Reacties van lezers, die het probleem herkennen, hetzij als patiënt, hetzij als begeleider, zijn welkom.

2. Graag zou ik een beter inzicht krijgen in het gehele proces. Dit met het doel anderen beter te kunnen helpen.

3. Zijn er lezers, die het boven aangehaalde probleem met Gods hulp (mede door de van God gegeven mensenhulp) hebben overwonnen, bereid zijn om tijd en liefde te geven aan anderen die hulp nodig hebben?

4. Een inventarisatie is nodig van hetgeen al wordt gedaan, en hetgeen wij kunnen doen. Ik hoop dat dit artikel met uw medewerking nog een vervolg zal krijgen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 oktober 1981

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Een vergeten groep!?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 oktober 1981

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's