Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vragen rondom de verstaanbaarheid (2)

Bekijk het origineel

Vragen rondom de verstaanbaarheid (2)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bij de verstaanbaarheid van de prediking gaat het ook om een 'goede opbouw'.

Bij de verstaanbaarheid van de prediking gaat het niet alleen om het woord-en taalgebruik in het algemeen en om het verband tussen inhoud en taal, maar ook om een 'goede opbouw'. De preek of prediking is immers - als het goed is - een taalgeheel.

Een goede opbouw

We bedoelen daarmee niet, dat iedere preek op dezelfde wijze moet worden opgebouwd. We mogen niet onze schema's opleggen aan de tekst of pericoop. Het Woord van God wil in zijn veelkleurigheid verkondigd worden. De ene keer zal meer nadruk vallen op dit facet, een andere keer weer op een ander facet. Het gevaar van het schematische preken is, dat de gemeente al bij voorbaat weet wat ongeveer komen zal. Het verrassende element ontbreekt volkomen. Men wordt eerder in slaap gesust dan wakker geschud.

Onder 'een goede opbouw' verstaan wij in de eerste plaats, dat de tekst in haar verband wordt verklaard en toegespitst. Weliswaar brengt iedere prediker zijn 'Vorverstandnis', zijn theologie en ervaring, mee, maar tenslotte zal toch de tekst daarover moeten heersen. Dikwijls zullen we door het Woord Gods moeten worden gecorrigeerd. In de tweede plaats verstaan wij onder 'een goede opbouw', dat de verklaring van de tekst doorweven moet zijn met de toespitsing. Het gevaar van een 'toepassing' aan het eind van de preek is, dat er dan zo weinig variatie in de toepassing is. Elke zondag komt de toepassing ongeveer op hetzelfde neer. In de, derde plaats wijzen wij er op, dat de gehele prediking goed te volgen moet zijn. Dat betekent dat de prediking als een eenheid over moet komen. Daarbij is van betekenis de dosering van de redundantie, consistentie in wat gezegd wordt en aandacht voor de kern van de tekst of pericoop, waarbij toch de complexiteit tot zijn recht komt.

De redundantie

Wat moeten we verstaan onder redundantie? In het Groot woordenboek der Nederlandse taal (van Dale) lezen we: 'Redundantie is overvloedigheid, overtolligheid, wat meer is, dan vereist wordt, vooral met betrekking tot de overdracht van informatie.' Deze omschrijving is wel bruikbaar voor telegrammen. In telegrammen moet overvloedigheid worden vermeden, omdat het geld kost. Maar voor de prediking willen we de redundantie toch iets anders omschrijven. Het is 'een zekere overvloedigheid, waardoor niet het minimum aantal woorden wordt gebruikt om een gedachte uit te drukken, maar een herhaling, een parafrase, tot stand komt' (Bolkestein). De meeste hoorders kunnen een nieuw gegeven in de prediking niet direct verwerken. Het twee of driemaal herhalen helpt niet. Daarom is de beste methode om een nieuw gegeven op verschillende manieren vast te koppelen aan een oud gegeven in de prediking. Zo komt bovendien de rijkdom van de tekst beter naar voren.

Consistentie

De prediker moet voortdurend aan zijn hoorders denken. We prediken weliswaar ook voor onszelf, maar toch vooral voor hen. Daarom mag de prediking niet rommelig in elkaar zitten, we moeten niet van de hak op de tak springen. Het is nodig dat er consistentie is in wat we prediken. Het (betrekkelijk) vele, dat we verkondigen, dient samenhangend te zijn. Het gaat om weloverwogen compositie, zonder dat de preek een logisch betoog moet zijn. De preek móet een eenheid (een taalgeheel) zijn en de hoorders moeten dat merken.

Eén spits

Roscam Abbing wijst er op, dat een predikant moet weten waar hij met zijn gehoor terecht wil komen. De prediking moet één spits hebben, die de hoorders gemakkelijk kunnen onthouden. Al is het best wel mogelijk dat de prediking twee spitsen heeft. Maar waar het om gaat in de prediking is dit, dat de kern van de tekst of pericoop vooral aan de orde komt. We moeten ons voortdurend afvragen: Waar gaat het in de tekst om? Wat staat centraal? We noemen als voorbeeld de geschiedenis van de geraakte. (Lukas 5). Gaat het in dat verhaal om de geraakte? Of om de schare? Of om de farizeeërs en schriftgeleerden? Jawel, het gaat ook om hen. Maar het gaat vooral om de Heere Jezus, Die leerde, genas en de zonden vergaf. Vooral om dat laatste: Zijn volmacht om de zonden te vergeven. Maar dan zal dat ook de spits van onze prediking moeten zijn!

Deze ene spits roept echter diverse reakties op. Denkt u alleen maar aan de reakties van de farizeeërs en van die geraakte man. En hoe reageren wij op Christus en zijn werk? Vandaar dat wij niet alleen moeten denken aan die ene spits, maar ook aan de complexiteit van het verhaal.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 december 1981

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Vragen rondom de verstaanbaarheid (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 december 1981

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's