Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Diakonale organen in de Hervormde Kerk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Diakonale organen in de Hervormde Kerk

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het hart van de diakonale arbeid van de kerk ligt in de gemeenten.

Provinciaal

Het hart van de diakonale arbeid van de kerk ligt in de gemeenten. Onze kerkorde behandelt het diakonaat in Ordinantie 15 en gaat uit van de tot dienstbetoon geroepen gemeente. De gemeente beantwoordt aan deze roeping onder leiding of door de arbeid van de diakenen. De diakonale arbeid is veelvormig. Tal van activiteiten vallen onder de verantwoordelijkheid van het diakonaat.

Veel van die werkzaamheden zijn eenvoudige hulpdiensten van mens tot mens: voor de hand liggend dienstbetoon. Andere echter vereisen een zekere mate van deskundigheid, begeleiding, doordenking. In onze ingewikkelde maatschappij is het dikwijls niet zo gemakkelijk te weten hoe we als mensen van de kerk het best kunnen ingaan op de noden en vragen van de samenleving, zowel in ons land als ver weg. Daarom kent de kerk 'bredere diakonale organen' (Ordinantie 15, art. 22-26). Eén maal per jaar komen colleges en wijkraden van diakenen in de kerkprovincie bijeen in een provinciale diakonale vergadering, voor gezamenlijk beraad over het diakonale werk in de provincie. Voor dit ressort is echter vooral de provinciale diakonale commissie van belang (PDC), benoemd door de provinciale kerkvergadering. Deze PDC geeft leiding en begeleiding aan het diakonale werk in haar gebied. Het doel van haar werkzaamheden is het stimuleren, voorlichten en bevorderen van het plaatselijk werk van de diakenen.

Nu worden er de laatste jaren in de meeste provincies functionarissen benoemd, die onder verantwoordelijkheid van de PDC de diakenen behulpzaam zijn bij hun werk. Dt diakonale consulent (DC) is betrekkelijk een nieuwe, verschijning in onze kerk. De Generale Diakonale Raad heeft onlangs, na overleg met de PDC's, richtlijnen ontvouwd voor de functie van de DC. In die richtlijnen leest men het volgende over zijn (haar) taak:

De taak van een DC omvat

1. de kerkelijke gemeenten, hun organen en in het bijzonder de diakenen behulpzaarn zijn bij de ontwikkeling van beleid voor het diakonaat; de analyse van de samenleving wereldwijd zowel als dichtbij; de vertaling van deze beide in concrete beleidsvoornemens, activiteiten en begrotingsposten;

2. helpen bij het leggen en onderhouden van verbindingen met die plaatsen in de (wereld)samenleving, waar de uitdaging aan het diakonaat van de gemeente te horen is;

3. informatie (laten) verzamelen, die diakonieën en diakonale werkgroepen voor hun werk nodig hebben;

4. stimulering bij het zoeken naar nieuwe wegen voor het diakonale werk;

5. raadgeving bij actuele vragen, die zich in het diakonale werk voordoen;

6. hulp bieden bij de training van en voorlichting aan diakenen en anderen die diakonaal werkzaam zijn;

7. bijdragen tot de beleidsvoorbereiding van de PDC c.q. het college van diakenen voor wie hij (zij) werkzaam is;

8. het bijhouden en verdiepen van eigen deskundigheid.

Vanzelfsprekend arbeidt een DC in nauwe samenwerking met andere provinciale werkers van de kerk, in het bijzonder met de consulent voor maatschappelijk activeringswerk. Deze laatste, door de overheid gesubsidieerde, werker is beschikbaar om hervormde gemeenteleden te activeren om deel te nemen aan allerlei vormen van samenlevingsopbouw.

Het moge duidelijk zijn, dat een DC te hulp geroepen kan worden door iedere diakonie in een provincie, die eigen werk eens critisch onder de loupe wil nemen, nieuwe stimulansen nodig heeft, overleg wil plegen over verbetering van diakonaal werk in de eigen gemeente of ten dienste van werk overzee.

De Generale Diakonale Raad

Het bredere orgaan, dat op landelijk niveau advies en leiding geeft aan het diakonaat is de Generale Diakonale Raad (GDR). Deze raad bestaat uit 21 leden, benoemd door de Generale Synode. Elf leden worden benoemd op voordracht van de PDC's (10) en de Waalse Diakonale Commissie (1); negen, waaronder de voorzitter, rechtstreeks door de synode, zij het op aanbeveling van de raad zelf. Zo is dus de meerderheid van de GDR samengesteld uit leden van de PDC' s, waardoor de band met het provinciale werk sterk is.

De GDR vergadert maandelijks. De raad laat zich bijstaan door een aantal commissies, die deskundig zijn op een bepaald gebied, b.v. de commissie Werelddiakonaat, de commissie Jeugdwelzijn/Kinderbescherming enz. De raad houdt kantoor te Utrecht (Malïesingel 26) en heeft een bureau met plm. 30 medewerkers. Dit bureau wordt geleid door de algemeen secretaris, die fungeert als directeur (thans dr. P. A. C. Douwes).

Het is ondoenlijk binnen het bestek van de mij toegemeten ruimte voor dit artikel een bevredigend overzicht te geven van alle werkzaamheden die de GDR bezig houden.

De taak van de raad bestrijkt voornamelijk drie arbeidsvelden. De raad is: a) adviesorgaan in diakonale aangelegenheden, b) service-orgaan ten behoeve van diakenen en diakonale organen en c) uitvoeringsorgaan voor diakonale werkzaamheden.

Evenals andere raden van de Hervormde Kerk is ook deze raad een 'orgaan van bijstand' van de Generale Synode. De GDR heeft daartoe één-en andermaal een Beleidsnota doen verschijnen, waarin aan de synode wegen werden aangewezen, waarlangs het diakonale beleid van de kerk het best kon gaan. De laatstverschenen nota werd in de novemberzitting van de synode aanvaard in 1980 en heet ook Beleidsplan-1980. In dat plan worden 26 'zwaartepunten van beleid' aangewezen, waarop de aandacht en de actie van de GDR zich in deze en de komende jaren wil richten. Geïnteresseerden kunnen dit beleidsplan verkrijgen bij het bureau van de GDR.

De activiteiten van de raad laten zich het gemakkelijkst in kort verband aanduiden aan de hand van enkele belangrijke commissies van de GDR. Deze commissies helpen de raad zijn centrale werkzaamheden op landelijk vlak te verrichten, maar evenzeer een goed serviceorgaan te zijn voor de diakenen in de gemeenten.

Ik noem dan eerst de belangrijke commissie Werelddiakonaat. Zij behartigt (uitvoerend) de hulpverlening in wereldverband, maar is tegelijkertijd bezig met informatie, toerusting en geldwerving in het binnenland. Deze commissie is breed van samenstelling, zowel wat de diverse deskundigheden als modaliteiten betreft (van herv.-geref. zijde nemen deel ir. J. V. d. Graaf, ds. C. J. P. Lam en ir. W. van Leussen).

De commissie Jeugdwelzijn/Kinderbescherming adviseert de raad inzake hulpverlening aan instellingen ten dienste van jongeren. De commissie Hulpverlening aan diakonieën en instellingen adviseert inzake dienstverlening binnen het diakonaat, overal waar een beroep gedaan wordt op landelijke diakonale middelen.

De raad kent ook een commissie-Roosevelthuis. Onder eindverantwoordelijkheid van de GDR beheert deze commissie het fraaie complex in Doorn, waar zoveel gehandicapten uit het hele land een echt diakonaal vacantiehuis vinden: gezamenlijk eigendom van de hervormde diakonieën.

Verder neemt de GDR deel aan het Herv. Werkverband voor Maatschappelijk Activeringswerk (HAWEMA), - de begeleidscommissie Vorming en Toerusting (in samenwerking met de Centrale voor het Vormingswerk) en de Stichting 'Meilust' (kindertehuis) te Nijkerk. De GDR is belast met de organisatie van vier landelijke diakonale collecten, namelijk die voor werelddiakonaat, algemene diakonale doeleinden, jeugdwelzijn/kinderbescherming en medische zending/werelddiakonaat.

Afzonderlijke vermelding verdienen ook de twee jaarlijkse ontmoetingen voor de diakenen, die de GDR organiseert.

De ene is de kerkordelijk voorgeschreven Algemene Diakonale Vergadering, die in 1981 op zaterdag 14 november gehouden wordt in Amersfoort. Naast huishoudelijke zaken worden één of meer onderwerpen van diakonale aard besproken.

De andere is de jaarlijkse zomerconferentie, dit jaar weer te Noordwijkerhout gehouden. Deze tweedaagse conferentie voert ieder jaar zo'n 150 a 200 diakenen uit het hele land naar het congrescentrum, waar niet alleen veel geleerd en gediscussieerd wordt, maar waar ook de onderlinge band onder diakenen vanuit allerlei gemeenten wordt versterkt.

Ontmoetingen tussen diakenen worden ook plaatselijk, regionaal (streekverbanden!) en provinciaal georganiseerd. De GDR streeft er naar de landelijke bijeenkomsten van diakenen te gebruiken voor thema's en vormen, die elders (nog) niet aan de orde konden komen. Wanneer de laatste jaren het diakonale werk van de Ned. Herv. Kerk in de synode aan de orde kwam, werd er steeds opnieuw aangedrongen op samenwerking en wel naar twee kanten.

Ten eerste roept men op tot samenwerking tussen de hervormde organen voor zending en werelddiakonaat; ten tweede, in het kader van 'Samen op weg', tussen het hervormde en het gereformeerde diakonaat. De GDR voert besprekingen met de Raad voor de Zending en de Geref. Zendingsbond om de mogelijkheden tot nauwere samenwerking onder ogen te zien, terwijl ook geregeld beraad plaatsvindt met het gereformeerde 'zusterorgaan' voor het landelijk diakonaat. Als het grootste orgaan van bijstand van de kerk, zowel wat werkterrein als bemanning betreft, en gezien ook de aard van het werk, dat ook een belangrijk zakelijk-financieel aspect heeft, is de GDR ook sterk betrokken op de centrale financiën van de kerk.

Aan het zorgvuldige vooroverleg rondom de vaststelling van het jaarlijkse quotum neemt de raad dan ook intensief deel, samen met de Generale Financiële Raad en de Alg. Kerkvoogdijraad. Daarbij is de GDR er voortdurend op bedacht ervoor te waken, dat het diakonale deel van het quotum ook zoveel mogelijk voor diakonale doeleinden wordt besteed. De GDR voelt daarvoor een bijzondere verantwoordelijkheid. Gelden en goederen voor dienstbetoon en hulpverlening geschonken, dienen ook plaatselijk niet zonder meer overgeheveld te worden ten gunste van doeleinden, die de oorspronkelijke bestemming niet dekken.

Publiciteit en voorlichting

De GDR heeft een aparte afdeling voor publiciteit en voorlichting. Uiteraard geheel ten dienste van het totale diakonaat. Over tal van onderwerpen is foldermateriaal voorhanden. De raad heeft een overvloed aan brochures voor diakenen beschikbaar. Het Diakonaal Handboekje met basisgegevens voor elke diaken zal spoedig herzien en herdrukt worden. Rondom landelijke collecten worden duizenden folders gedrukt, jaar op jaar, ten dienste van informatie en geldwerving.

Het maandblad van de GDR is 'Diakonia', met een veelheid aan artikelen en een uitgebreide kroniek met diakonaal nieuws uit binnen-en buitenland. Geregeld verschijnt ook de beknopte Nieuwsbrief met actuele informatie over diakonale zaken. De afdeling Werelddiakonaat heeft vooral de laatste jaren nogal wat instructief materiaal uitgegeven om gemeenteleden en diakenen toe te rusten. Deze afdeling geeft ook het bekende bulletin 'Globaal' uit.

Deelname aan het diakonaat

De vraag mag gesteld worden, of diakonieën en diakenen in de herv.-geref. sector van de kerk deel nemen aan het werk van de GDR en gebruik maken van de aangeboden service. Ik heb de indruk, dat de herv.-geref. gemeenten niet meer of minder diakonaal actief zijn dan andere gemeenten in de kerk. In alle modaliteiten zijn actieve en minder actieve diakonieën.

Menig diaken uit herv.-geref. kring neemt een werkzaam aandeel in een streekverband, een PDC, een diakonale cursus. Velen lezen trouw Diakonia en de Nieuwsbrief en gebruiken de daarin vervatte tips. Toch is de participatie in met name de zomerconferentie en de alg. vergadering mijns inziens veel te klein. Dat is jammer, vooral ook omdat de inbreng van het eigen geluid dan te veel uitblijft. Naast eigen bonden voor zending (GZB), evangelisatie (IZB) en jeugdwerk (HGJB) is nooit gepleit voor een eigen diakonaal orgaan. Terecht niet. Wij willen onze medeverantwoordelijkheid voor het diakonaat van de Ned. Herv. Kerk in haar geheel niet opgeven. Persoonlijk ben ik daar dankbaar voor. Maar laat ons dan odkdeelnemen aan beraad en overleg, discussie en beleid. Van de organen der kerk, ook van de GDR, mag gevraagd worden vragen en opbouwende critiek van herv.-geref. zijde echt serieus te nemen en zoveel mogelijk wensen te honoreren. Maar dan moeten wij er wel bij zijn als onze aanwezigheid en deelname wordt verwacht.

Veel diakonieën nemen deel aan activiteiten van stichtingen of verenigingen, die zelfstandig naast de kerk arbeiden. Dat kan heel goed zijn. Maar we hebben een eerste verantwoordelijkheid voor die diakonale werkzaamheden, die de kerk zelf op zich genomen heeft. Ik hoop in de toekomst op een (nog) sterkere participatie vanuit 'Onze' gemeenten in het diakonale werk van de kerk.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 december 1981

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Diakonale organen in de Hervormde Kerk

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 december 1981

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's