Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Diakonaat en eredienst

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Diakonaat en eredienst

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Diakonaat en eredienst. In hoeverre heeft de diaken een volle plaats in de eredienst?

Een kerkdienst begint. De kerkeraad treedt de kerk binnen, of in zijn geheel, of met een afvaardiging. In ieder geval zijn, wanneer de eredienst gehouden wordt, de drie ambten vertegenwoordigd. Eén van de belangrijkste facetten van het kerkelijk ambt is: de ambtelijke tegenwoordigheid in de kerkdiensten. Voor de dienaren des Woords is het duidelijk in hun opdracht tot de verkondiging van het Woord, de bediening van de sacramenten, de dienst der gebeden, het leiden van een kerkdienst; voor de ouderlingen is dit evenzeer helder, in hun opdracht tot het vergaderen van de gemeente en de medeverantwoordelijkheid voor de bediening van het Woord en het rechte gebruik van de sacramenten. Zowel de dienaren des Woords en de ouderlingen hebben ook het opzicht over de gemeente. Maar wat doet een diaken in de eredienst? Hij zamelt de gaven van de gemeente in, hij dient aan de tafel des Heeren, met name bij de toebereiding en uitreiking van brood en wijn.

Diakonaat en eredienst. In hoeverre heeft de diaken een volle plaats in de eredienst? Herkenbaar, qualitatief hoog waardeerbaar. Hij zamelt de liefdegaven in. Daar willen wij uitgangspunt kiezen om zijn plaats en die van de gemeente in het diakonaat enigszins toe te lichten.

Uiteraard betekent die inzameling meer dan een ritueel gebaar waarmee collectezakjes door de vergaderde gemeente worden gemanoeuvreerd. Alle handelingen van de gemeente in de eredienst zijn reacties, echo's op hetgeen de Heere God heeft gedaan voor Zijn gemeente. Zijn volk. Wij willen dat omschrijven met de woorden uit 2 Cor. 5:19: want God was in Christus de wereld met Zichzelf verzoenende, hun zonden hun niet toerekenende; en heeft het woord der verzoening in ons gelegd. Dat woord der verzoening wordt in de bediening der verzoening, die God geeft aan door Hem daartoe geroepen mensen, gepredikt, verkondigd. Die diakonie, dat is de dienst van het Woord, is sinds Pinksteren in volle rijkdom naar ons toe gekomen, opdat die het geloof zou wekken in de enige Naam, die onder de hemel tot behoud gegeven is. Wij willen de voorrang van de bediening van het Woord zonder voorbehoud stellen. Waarbij tegelijkertijd van ons gevraagd wordt om de dienst van de barmhartigheid op een juiste manier te waarderen. Het Woord Gods is levend en krachtig en bekeert de ziel, stort liefde uit in de harten. Het Woord van God wordt in de daad van de gehoorzaamheid, van de handel en wandel van Gods kinderen, bevestigd. Het één kan niet zonder het ander. Wie een hoorder van het Woord is geworden, zal gehoorzamen, en daarom ook een dader van het Woord zijn in een leven van dienstbetoon en zelfverloochening.

Nog een aspect vraagt in dit verband onze aandacht. Niet alleen de door ons verkregen verzoening in Christus is bron van dienstbetoon, ook de persoon en de wijze van spreken en handelen van onze Zaligmaker zijn voorbeelden voor Zijn gemeente in haar dienstbetoon aan allen, die hulp behoeven. De Christus is gezalfd tot het drievoudige ambt van profeet, priester en koning. Zijn barmhartig Hogepriesterschap houdt ook in dat Hij mede lijdt met onze zwakheden en noden. Dat betekent dat Hij ons in de vergeving van onze zonden ook uithelpt, redt uit velerlei vorm van benauwdheid. Wij zijn geroepen om Christus hierin na te volgen. In diezelfde gezindheid als in Filippenzen 2 ons wordt getekend: in zelfverloochening, in vernedering. Zo zijn wij geheel anders dan de wereld, omdat we Christus hebben léren kennen. Zo dienen wij Hem, die ons gediend heeft en nog dient, in de dienst aan Zijn minste broeders en zusters.

De collecte mag uiting zijn van die gezindheid. Aan de ene kant is de liefdegave een stukje levensheiliging, een teken, waarin we het rentmeesterschap tot uitdrukking brengen, aan de andere kant is het een gezamelijke handreiking in de nood, die door ons allen, met de diakenen als voorgangers, moet worden verzacht of gelenigd. Eigenlijk wordt de inzameling der gaven in onze tijd te zeer bepaald door eigen 'noden', de kerkvoogdelijke zorgen om de stoffelijke belangen van de gemeente te kunnen behartigen. In sommige kerkdiensten gaat de diakonale collecte in de schaduw van de collecte voor eigen huis. Soms wordt ter discussie gesteld of in onze tijd met het bestel van de verzorgingsstaat de materiële hulpverlening van de diakenen niet tot het verleden gaat behoren. Het is daarom aan te bevelen, dat de diakonale collecte voor een gericht doel wordt gehouden, en dat de gemeente door voorlichting in kennis wordt gebracht met het duidelijke 'nood' karakter van het collecte doel. Het college van diakenen heeft de opdracht om de gemeente er bij te betrekken, wanneer het mogelijk is ook daadwerkelijk in een andere dan een geldelijke bijdrage. Een kerkdienst zal zich niet altijd lenen voor brede uiteenzettingen. Trouwens, een enkel, goed voorbereid woord kan de gemeente wakker maken om haar roeping te doorzien en enigszins gestalte te geven. De meeste gemeenten beschikken over een kerkbode, waarin een diakonale hoek zeker op zijn plaats is, ook als het gaat om de bewustheid van de 'kerkganger' in zijn zondagse bijdrage te stimuleren.

De diaken dient bij de viering van het Heilig Avondmaal. Ook al is het dat wij de 'Tafeldienst' van Handelingen 6 primair willen betrekken op de dienst van barmhartigheid aan hen, die tot de armen en behoeftigen behoren, toch heeft de diaken door de eeuwen heen een grote plaats ingenomen bij de viering van het Heilig Avondmaal. In dit sacrament komt met name naar voren dat Christus in ons midden is als een die dient (Lukas 22 : 27). Christus is de diaken bij uitstek in de losprijs van Zijn leven voor onze zonden. En zo goed als de bediening van het Woord meer is dan een woordcommunicatie, maar een levenwekkend gebeuren door de Heilige Geest, zo goed zijn de bediening en het gebruik van dit sacrament meer dan een symbool, maar een krachtig middel van de Geest van Christus om het geloof te funderen en te versterken. De dienst van de diaken aan de Tafel des Heeren mag inspireren tot de dienst, waartoe wij geroepen zijn in deze wereld, dat is de dienst van Christus, in Zijn navolging, in Zijn voetstappen. Waar vanuit de onuitsprekelijke gave van God ons in de tekenen van brood en wijn menigerlei genade geschonken wordt - en de diaken mag door zijn dienst daar gestalte aan geven - daar begint voor de gemeente de opdracht tot uitdelen. De gelovige mag van zijn verkregen rijkdom in de liefdegave in de avondmaalscollecte daadwerkelijk getuigen, niet als een tegenprestatie, maar als een teken van bereidheid tot dienst aan de naaste in nood.

Het zou goed zijn wanneer deze achtergronden meer naar voren werden gehaald. Dan vallen bezwaren tegen zo'n Avondmaalscollecte, die telkens weer worden vernomen, weg. Deze collecte is de meest wezenlijke inzameling van de eredienst. Hier kan de liefdegave worden geschonken in het licht van de verkondiging van de dood des Heeren, Zijn liefde tot in de dood voor ons. Dat heeft niets te maken met aansporing of verleiding tot werkheiligheid en een aantasting van het genadekarakter van de viering van het Heilig Avondmaal.

Het diakonaat heeft vanuit Woord en Sacrament aansporing nodig om een gevuld dienstbetoon te brengen. Immers schuld en nood zijn onlosmakelijke aspecten van de gebrokenheid van deze wereld, die in grote en kleine verbanden zich voordoet. De verzoening is totalitair, neemt het gehele leven naar lichaam en ziel op in de belofte van de herschepping, de volle gemeenschap met God. De diaken richt door zijn dienst tekenen van die toekomst op.

De dienst der gebeden is een belangrijk onderdeel van de eredienst. In de voorbede zal het diakonaat gestalte krijgen in zijn afhankelijkheid en kracht. Het gebed betekent veel, met name omdat wij mogen weten van Gods heilsplan in Christus, van Zijn bestuur en voorzienigheid. De dienst van de gemeente van Christus is niet afhankelijk van allerlei faktoren, gevormd door omstandigheden van welke aard ook. Daarom moet de gemeente haar dienstbetoon nooit laten vereenzelvigen met enige sociale actie.

In de voorbede mogen wij degenen, op wie wij in het bijzonder betrokken zijn, in de hoede plaatsen van Hem, die een onvergelijkelijke Uitredder is, Wien Rijk komt. Wiens wil geschiedt. In het gebed krijgt het diakonaat een eschatologisch kader. Dat kan, met name in menselijkerwijs gesproken uitzichtloze situaties, geweldige troost en bemoediging geven zowel aan degenen, die bidden, als aan degenen, voor wie gebeden wordt.

Wij mogen de voorbede niet veronachtzamen door in een stereotiepe opsomming telkens weer dezelfde categorieën of personen te noemen. Diakenen kunnen een predikant helpen om in de voorbede zorgvuldig te blijven, zowel in het 'voor wie' als in het 'wat' gevraagd wordt. Een college van diakenen zou de voorbede eens op de agenda moeten zetten van een werkvergadering. Zijn er vergeten groepen? Is de voorbede verstard? En ook de gemeente, die geroepen is tot dienst, mag diakenen of kerkeraad attenderen op de opdracht om te bidden voor alle mensen (1 Tim. 2:1).

De gemeente van God, die voor Gods aangezicht komt, wordt door Hem gezegend, wanneer zij uit de eredienst heengaat, de wereld in. De drieënige God wil zich aan ons verbinden. Opdat we in het lichten in de vrede, in de genade, de liefde en de gemeenschap, in Zijn hoede zouden wandelen. Wie dit alles ervaren mag als een diepe vreugde vanuit de overtuiging niets verdiend te hebben van alles wat de Heere belooft en geeft, wordt mededeelzaam. Wie gezegend is, is geroepen om een zegen te zijn (Gen. 12). In Christus wil God Zijn zegen verlenen aan alle geslachten van deze wereld. De gemeente van Christus weet van de toekomst van de volkeren, die zalig worden en in het licht van Christus zullen wandelen. Daarom behoeven wij nooit terughoudend te zijn in het getuigenis in woord en daad. Wij hebben voor alle geslachten een boodschap, wij hebben aan alle geslachten een boodschap. Geen gezegende kan de nood van zijn naaste negeren. Daarom houdt het ontvangen van de zegen des Heeren een aansporing in tot dienst aan allen, die zo weinig troost en licht in hun leven bezitten.

De eredienst is vol met diakonale aspecten en tendenzen. Hoezeer wij het gevaar onderkennen van een slechts humanitaire verkondiging, een zogenaamd horizontalistische, vaak politiek activistische benadering van het Evangelie, wij hebben ervoor te waken dat de prediking naar Schrift en belijdenis niet tijdloos, globaal, onbewogen en stereotiep wordt.

Wie de grondtoon van de Schrift de barmhartigheid van God, kent, zal zijn persoonlijk heil ook mogen uitleven in onderling dienstbetoon. Daarvoor heeft iedere gelovige onderwijs, aansporing, bemoediging nodig vanuit de eredienst, die hem ook nog zoveel andere zaken biedt.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 januari 1982

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Diakonaat en eredienst

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 januari 1982

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's