Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Niet te verontschuldigen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Niet te verontschuldigen

De mens is aangelegd op religie

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er is een wat met een oude term heet 'ingeschapen Godskennis'.

Religie is een niet weg te denken verschijnsel in deze wereld. Mensen moeten als het ware wel 'ergens' in geloven. Dat ergens wordt soms gepersonifieerd in mensen, die met een nieuwe leer, een nieuwe idee, een nieuwe droomwereld ook komen, soms aanleunend tegen het christendom (een verbasterde leer van de Bijbel), soms opkomend uit een totaal buiten-bijbelse wereld.

Ik teken op wat me in één week trof, daarbij bedenkend dat de genoemde voorbeelden met vele te vermeerderen zijn.

Mensen staan, vóór hun werkdag begint, op de trappen van een station, de Wachttoren aanbevelend aan wie voorbijkomen. Achter die Wachttoren schuilt een religie, waarbij b.v. bloedtransfusie verboden is, zodat mensen aan de dood worden prijsgegeven bij nalaten van dit middel tot levensbehoud.

'Amerikaanse jury acht Moon schuldig aan belastingontduiking', zo luidde een krantenbericht. De sekte-leider Moon werd in de VS schuldig bevonden aan het nalaten van betaling van belasting over de rente van een half miljoen dollar. De Moon-sekte levert kennelijk de leider ervan geen windeieren op. De godsdienst levert geld op. Mensen - hoevelen? - hebben er hun geld voor over.

Op één van de snikhete dagen van de afgelopen week loopt een opvallend man temidden van de méér dan zomers geklede mensen. Hij draagt een dikke, zwarte winterjas, waarvan de kraag dicht is. Het is een goeroe, die op zijn wijze de aandacht trekt - dat blijkt dan ook - voor zijn religie, waarmee hij de huidige moderne mens te hulp wil komen.

En dan - tenslotte - het vierde dat opviel. Op zondag 23 mei las op het Sint Pietersplein in Rome Paus Johannes Paulus II de zaligverklaring voor van Petrus (Peerke) Donders, de rooms katholieke missionaris, die van 1842 tot 1887 in de Surinaamse binnenlanden werkte. Minister-president Van Agt was bij die plechtigheid óók op het plein, toen deze - voor protestanten onbegrijpelijke - verklaring publiek werd. Intussen is dit wel één van de curiosa, die een wereldkerk als de Rooms Katholieke is, in ere houdt, dwars tegen elk verstandig denken in; en wij protestanten zeggen: dwars tegen de bijbelse boodschap in.

Feit is intussen dat duizenden en miljoenen, ongeletterden en intellectuelen aansluiting vinden bij religieuze waarden, die door secten, quasi-christelijke bewegingen of christelijk-hetende kerken onder het volk worden gebracht.

Maar protestanten, die het alléén bij de Bijbel willen houden, worden op hun beurt niet-be­grijpend bekeken door diegenen, die weliswaar niet zonder religie kunnen maar die een andere religie aanhangen dan de bijbelse.

Mensen kunnen kennelijk niet zonder religie. En religies hebben we derhalve in soorten.

Bijbelwoord

Dit alles brengt me op het moeilijke bijbelwoord uit Romeinen 1: de onzienlijke dingen worden, vanaf de schepping der wereld, uit de schepselen verstaan en doorzien! Er is een wat met een oude term heet 'ingeschapen Godskennis'. Waardoor mensen niet te verontschuldigen zijn!

Wat van God gekend wordt is in de mensen openbaar, zegt vers 19. Wat wij van God weten mogen dat weten we ook van Hem, zegt Calvijn. Niet alles mogen wij van God weten. Opnieuw Calvijn: 'In deze woorden geeft hij te kennen, dat wij met ons verstand in geen enkel opzicht kunnen begrijpen, hoe groot God is, en dat er een bepaalde grens is binnen welke de mensen behoren te blijven, gelijk ook God bij alles wat Hij van zichzelf getuigt, zich voegt naar ons beperkte begripsvermogen'.

De Nederlandse Geloofs Belijdenis zegt, naar aanleiding van dit Schriftgedeelte, dat er twee middelen zijn waardoor wij God kennen mogen. In de eerste plaats 'door de schepping, onderhouding en regering van de hele wereld'. De schepping vormt voor onze ogen 'een schoon boek, waarin alle schepselen, grote en kleine, als letters zijn, die ons de onzienlijke dingen Gods geven te aanschouwen'.

In de Schepping schittert Gods grootheid. Mensen, wie ze ook zijn, vangen van die grootheid een glimp op. Ze beseffen - willens of wetens - dat achter dit grootse bouwwerk wel een groot Architekt moet staan. Zo las ik het jaren geleden in een brief van een Duits bioloog. Hij bekende tot op hoge leeftijd atheïst te zijn geweest maar dat hij aan het eind van een lang leven, waarin hij zich intensief met de geschapen werkelijkheid had beziggehouden, tot de conclusie was gekomen, dat de natuur rondom ons, dat machtige geordende bouwwerk, er niet zó maar was. Daar stond God achter.

Desalniettemin is de natuur niet de echte, enige bron waaruit we datgene, wat we van God weten mogen, ook inderdaad weten. God geeft Zich nog klaarder en volkomener te kennen door Zijn heilig en goddelijk Woord, zegt de Nederlandse Geloofs Belijdenis. Het is dan ook het geloof, gewerkt door de Schriften, waardoor wij verstaan, 'dat de wereld door het Woord van God is toebereid' (Hebr. 11 : 3). Alleen door het geloof verstaan we pas recht, dat de dingen die we zien niet ontstaan zijn uit dingen die we zien. God openbaart ons dat Hij schiep uit niets, dat Hij de dingen, die er niet waren, in het aanzijn riep. Maar ook zonder dit geloof hebben mensen er besef van dat God er is. Dat ontneemt hen alle onschuld wanneer het geloof ontbreekt, zegt Romeinen 1. En dat dit Godsbesef er is blijkt de eeuwen door. Daarom stappen er Goeroe' s en andere sekteleiders in deze wereld rond. Daarom staat de wereld bol van religies. Wie God niet kent uit Zijn Woord, zoekt toch op één of andere wijze naar oorzaken voor het ontstaan van de werkelijkheid rondom ons. In Handelingen 14 lezen we dat Paulus zegt, dat God in verleden tijden al de heidenen heeft laten wandelen in hun wegen; maar dat Hij zich toch niet onbetuigd heeft gelaten. Omdat Hij namelijk van de hemel regen en vruchtbaarheid geeft, wordt de mens zich bewust van Gods bestaan. Daarom is er een niet-aflatend zoeken, en tasten naar God. De Schrift tekent het zelfs als een opdracht voor de mens om dat te doen. God heeft het ganse geslacht van de mensen gemaakt om op aarde te wonen, Hij heeft tijd en plaats, 'de grens van hun woning' bepaald, 'Opdat zij de Heere zouden zoeken, of zij hem wellicht tasten en vinden mochten, hoewel Hij niet ver is van een ieder van ons'. (Hand. 17 : 27).

Intussen hebben altijd weer mensen getast en gezocht zónder Hem te vinden, hoewel Hij zo dichtbij is. Nabij u is het Woord in uw mond en in uw hart!.

Velen zijn als Ismaël. Ze smachten van dorst, terwijl de bron vlakbij is. Van Ismaël gold dat God zijn ogen opende ter plaatse waar hij was. Miljoenen leven echter hun levenlang met gesloten ogen. Ze tasten als blinden aan de wand, beseffend dat er ergens een bron moet zijn, maar ze vinden die bron niet en komen uit bij gebroken bakken, die geen water houden.

De Grieken hielden bij al hun heiligdommen ook nog rekening met 'De onbekende God'. Die gij niet kennende dient verkondig ik u, zei Paulus tot hen op de Areopagus. In Hem leven wij immers en bewegen wij ons. (Hand. 17 : 18). Wij mensen zijn van Gods geslacht! Voor de moderne mens geldt evenwel de vraag of hij ook van deze onbekende God nog weet.

Moderne mens

Het kan namelijk niet ontkend worden, dat in onze westerse samenleving door een bepaalde vorm van natuurwetenschappelijk denken de secularisatie hard heeft toegeslagen. Wij menen alles te kunnen verklaren en wat niet verklaarbaar is is er niet, bestaat niet. Daarom is God uit veler leven gebannen. Het is als bij Darwin in de vorige eeuw. Mét de ontwikkeling in zijn denken over het ontstaan der dingen - samengebracht in zijn evolutietheorie - verzwakte zijn geloof in de Schrift als Gods Openbaring. Tenslotte verloor hij - naar hij zegt - het geloof in God als Schepper gehéél, en hij kon niet zeggen dat dit hem pijn deed. Me dunkt, dat het zo met velen in onze tijd is gegaan en gaat. Het geloof in de Schrift gaat tanen en men leeft tenslotte zó bij wat zichtbaar en tastbaar is, dat God er niet meer toe doet. Het afscheid van God voltrekt zich pijnloos.

Blijft echter toch ook staan het feit dat het diepe innerlijke besef van het bestaan van God ergens in de mens blijft. Daarom is onze tijd, bij alle secularisatie, zo vol van sekten, oosterse religies, herleving van mystiek, vlucht in de roes. Er blijft dat tasten en zoeken naar God. En zelfs wetenschap kan religie worden. Zo ontstond in Amerika de scientologie, wetenschap als religie. Mensen bannen God uit en anderzijds tasten ze toch, of ze Hem vinden mogen. Daarom doen toch ook in onze tijd de meest vreemde verschijnselen opgeld.

Men kan er de schouders over ophalen: vreemde religies! Hoe kan een mens erin geloven. Het plaatst ons echter wel voor de vraag naar God. Maar is het rechte christelijke geloof voor de buitenstaander niet even onbegrijpelijk? Onverklaarbaar, maar daarom ook een wonder voor wie gelooft! Wie oprecht gelooft leeft uit de verwondering dat hij geloven mag, dat hij van God uit Zijn Woord méér mag weten dan hij uit de natuur weet.

De bron, die zo vlakbij is, blijft voor de één verborgen en wordt aan de ander geopenbaard.

Onbereikbaar

Tenslotte moet nog worden opgemerkt, dat in een na-christelijke tijd als de onze de godloosheid zo diep kan zijn, dat de mens als het ware niet meer bereikbaar is met het Woord, met de sprake van God. Men is dood voor de dood en dood voor God. Religie - van welke soort dan ook - heeft niet op élke mens in onze tijd vat meer. Er is ook sprake van volkomen afgeslotenheid. Elke boodschap ketst af. Dat is ook de harde werkelijkheid in het evangelisatiewerk. We denken vaak nog dat dood, ziekte, levensnood een invalspoort vormen om de mens bij God en Zijn Woord te brengen. En ongetwijfeld zijn deze diepe levensrealiteiten voor velen telkens weer aanleiding geweest om gericht God te zoeken en bij Zijn Woord te komen. Maar dat is geen altijd geldend verschijnsel. Nood leert bidden, nood leert vloeken, nood kan ook apatisch maken, ontoegankelijk maken voor God en Zijn Woord.

Romeinen 1 blijft echter van kracht. Niemand is te verontschuldigen. Wat van God gekend wordt, van Hem gekend mag worden, is in mensen openbaar. Maar het kan wel diep, heel diep verborgen zijn. Zó diep, dat de diepte van de mens onbereikbaar is. Wanneer we tenminste niet geloven in de overmacht van de Geest.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 juni 1982

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Niet te verontschuldigen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 juni 1982

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's