Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De zin van het lijden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De zin van het lijden

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Alle eeuwen door hebben mensen geworsteld met de ontzaglijke vraag naar het waarom van de diepsten, die zich openden in mensenlevens.

De actualiteit van het gegeven, aangeduid in bovenstaande titel, is in de huidige tijd met de handen te tasten. Wij worden met veel en velerlei lijden geconfronteerd. Te denken is aan het klein bestek van het persoonlijk levensleed. Wij worden evenwel ook op wereldwijde schaal met het probleem van het lijden in aanraking gebracht. In de laatste jaren is de stroom van lectuur en literatuur over lijden en lijdensverwerking al stager en breder gaan stromen. Er duiken ook intense vragen op. En naarmate de moderne mondige mens zich losmaakt van God - daardoor het geloofszicht op een goddelijk doel met het leven verliezend - worden zij steeds luider en doordringender gesteld. Ziekten van lichaam en geest manifesteren zich in alle tijden. Nu wij door de moderne communicatiemiddelen tot 'wereldburgers' gemaakt worden, kloppen woorden over en beelden van het lijden over heel de wereld aan de poort van ons leven en ons geweten.

Fundamenteel

De vraag naar de zin van het lijden is overigens niet een vraag van de laatste decennia.

Alle eeuwen door hebben mensen geworsteld met de ontzaglijke vraag naar het waarom van de diepsten, die zich openden in mensenlevens. In de Heilige Schrift klinken deze vragen ook op en werkelijk niet verscholen. Profeten en psalmisten melden zich met hun vragen en in hun levenscrises aan het hoogste adres: God! Wanneer wij vóór alle dingen bij het onderhavige onderwerp ons oor aan de Schrift te luisteren willen leggen doen wij dat niet allereerst en uitsluitend in 'exemplarische' zin. Wij voeren personen uit de Schrift niet louter als toonbeelden ten tonele. Ongetwijfeld springt er bij het lezen van gedeelten uit de Schrift, waarin de mensen God hun lijden dragen en verwoorden, een vonk van herkenning over. Wij hebben echter dieper te tasten. In het geloof namelijk dat de Schrift richtinggevend is in ons denken over het lijden en de vraag naar de zin ervan. Daarom doen wij een poging tot inventarisatie. Wij willen zien hoe de Heilige Schrift spreekt over deze dingen.

Het Oude Testament

In het Oude Testament treffen wij enkele complexen van begrippen en gedachtengangen aan, waaruit blijkt dat en hoe men zich rekenschap heeft gegeven van het probleem van het lijden. Allereerst is er de vraag naar de oorzaak van het lijden. Daarbij worden verschillende accenten gelegd. Uit de geschiedenis van Achan (Jozua 7) blijkt zonneklaar, dat de verkeerde daad zich als vanzelf wreekt door haar consequenties: een golf van lijden spoelt erdoor over het volk, wanneer de nederlaag wordt geleden. De treurige afloop van het drama is de dood van Achan en de zijnen en de vernietiging van heel zijn bezit. Het collectief van het volk en van Achans gezin lijdt onder de zonde van één mens.

Een ander accent wordt gelegd in teksten waarin de persoonlijke verantwoordelijkheid op de voorgrond treedt. Een hoofdstuk als Ezechiël 18 is eigenlijk één doorlopende boodschap dat 'de ziel, die zondigt, sterven zal' (vers 20). Bovendien wordt hier nadrukkelijk de deur opengehouden. Bij berouw en bekering wordt dit oordeel opgeheven, het leven wordt toegezegd aan ieder, die breekt met zijn ongerechtigheden.

Onwillekeurig gevoelen wij een zekere spanning tussen deze twee gedachtengangen. Is deze echter niet kenmerkend in het omgaan met de Schrift? Alle dingen laten zich niet met een vlot gebaar voegen in een gestroomlijnd systeem. Het bovenstaande is er in ieder geval een bewijs van hoezeer men in Israël gepoogd heeft zich rekenschap te geven van het handelen Gods in de donkere facetten van lijden en oordeel. Daarom komen wij meer dan eens in het Oude Testament de belijdenis tegen dat uit de hand van God zowel het goede als het kwade wordt ontvangen (Job 2 : 10; Amos 3 : 6). En wat zal de Heere beletten daarbij gebruik te maken van middelen en omstandigheden, die Hij stelt in Zijn dienst? Ook daarbij valt te denken aan Job, wanneer op één dag door verschillende 'gebeurlijkheden' hem al wat hij heeft wordt ontnomen! De vragen naar het lijden spitsen zich telkens weer toe op het zoeken naar de leiding van God in het leed, dat mensen overkomt. Opgemerkt dient te worden, dat er geen ruimte wordt gelaten voor de gedachte van noodlot en toeval. Dat raakt intussen een onder ons nogal eens gebezigd ondoordacht en klakkeloos taalgebruik. De vraag naar de leiding van God is bijv. ook in de Jozefs-geschiedenis duidelijk aan de orde. Het lijden overvalt Jozef niet vanuit een blind noodlot en is daarom ook geen tragedie. God heeft er de hand in. De dromen van de jeugd blijken langs diepe wegen, die voeren naar de hoogte van het onderkoningschap, géén bedrog te zijn. Daar komt nog bij dat deze gebeurtenissen hun verankering hebben in de heilshistorie: het handelen van God met Zijn volk met het oog op de komst van Christus.

Een bijzondere plaats nemen de klaagpsalmen in, waar het in het Oude Testament gaat over de vragen van het lijden. In menige psalm is de toon gedempt en het licht getemperd. De dichters maken ons deelgenoot van hun angsten, vragen, lichaamsleed en zielepijn. Ik laat de vraag hoe wij deze psalmen moeten verklaren hier rusten. Sommigen wijzen elk biografisch element van de hand en huldigen de gedachte dat in de klaagpsalmen louter liturgische formuleringen aan de orde zijn. Is de gedachte van een synthese van beide elementen niet veel aantrekkelijker? In de tempelzangen wordt het persoonlijk levensleed van de dichter 'overgenomen' en 'overgezongen'.

Psalm 22, opkomend uit de diepten van Godsverlatenheid en eenzaam lijden, is ook het lied van en voor 'een grote gemeente'. Het is mede daarom dat de psalmen nog heden ten dage in onze erediensten een niet weg te denken plaats hebben. Er is herkenning en verbondenheid met de dichter uit het ver verleden. Er is eenheid over de eeuwen heen in de troost, waaraan géén klaagpsalm vreemd is: God is een Toevlucht in het lijden. Dat is het beheersende gezichtspunt en niet de psychologische analyse van het leven van de mens, die lijdt. Analyses geven vaak inzicht. Uitzicht garanderen zij allerminst.

Naast de overwegingen omtrent de oorzaak van het lijden, komen wij in de Bijbel ook de vraag naar het doel ervan tegen. Wat bedoelt of beoogt God wanneer Hij lijden over een mens brengt? Hierin voegt zich het waartoe bij het waarom. De bijbelse gegevens over deze belangwekkende notie zijn in het Oude Testament weliswaar niet in overvloed voor het grijpen maar toch treffen wij met name in de wijsheidsliteratuur (Spreuken) de gedachte aan dat er in het lijden een goddelijk paedagogisch element aanwezig is. Lijden, straf, tuchtiging dient tot verbetering, tot een gang in het rechte spoor. Een vader kastijdt en bestraft zijn zoon om hem voor de verdwaling en verdwazing van de mens, die God verlaat, te behoeden.

Job

Natuurlijk kunnen wij bij een doorsnede van het Oude Testament niet voorbijgaan aan het boek Job. In dit geschrift worden wij met de vragen rond het lijden bij uitstek geconfronteerd. Job kennen wij als de grote lijder van het Oude Testament. Het blijkt dat wij in dit boek niet toe kunnen met de in het begin van dit artikel gesignaleerde gedachtengang dat het lijden eenvoudig te verklaren is uit de samenhang van oorzaak en gevolg. Na de blik in de hemelse troonzaal, waar ook satan(!) present is en waar hij van God verlof krijgt om Job in zijn bezit, zelfs aan den lijve aan te vallen, wordt onze aandacht gevangen door Job zelf en wat hem, nu God de santanische handschoen heeft opgenomen, overkomt tengevolge van het duel, dat in de hemel is ingezet. Zijn vrienden hebben hun conclusie onmiddellijk gereed. Job heeft gezondigd en is daarom met dit lijden gestraft. Al hun redes, die zij als een miezerige motregen over Jobs hoofd afsteken, bedoelen Job tot het inzicht te brengen en tot de belijdenis, dat hij gezondigd heeft. Maar Job weigert categorisch een oorzakelijk verband tussen zonde en lijden aan te nemen (Job 6 : 24). Daarentegen is hij zich er duidelijk van bewust dat hij als klein mens de grote God niet voor de rechtbank kan dagen (9 : 32). Het boek loopt uit op de verheerlijking van God, Wiens ondoorgrondelijke wijsheid een mens in onbegrijpelijk lijden alleen maar stil en ootmoedig kan aanbidden. God is groot en wij begrijpen Hem niet. Voor Hem zijn wij slechts stof en as, gedachten, die wij ook bij de profeten aantreffen. Hoe zou het vat protesteren tegen de pottenbakker? Wij zijn immers maar leem in de machtige hand van God! (verg. Job 38 - 42). De conclusie uit het boek Job is derhalve, dat een blind schematisme niet toereikend is (zonde en leed zijn altijd en overal als oorzaak en gevolg te verklaren). De boodschap is: schikt u onder de hand en de leiding van God, Die wij niet kunnen begrijpen. Breedvoerig in te gaan op de gedachte van de Theodicee (letterlijk: de rechtvaardiging van God, erkenning van Gods eigen gelijk) zou ons te ver buiten het kader van het onderwerp voeren.

Ambtelijk lijden

Gods dienaren, uitverkoren tot een bijzondere taak en roeping, blijken in het Oude Testament mannen te zijn, die het lijden niet bespaard wordt. Hun ambt en dienst plaatst hen in een uiterst kwetsbare positie. De moeiten van mannen als Mozes, Elia, Jeremia en vele anderen, staan scherp omlijnd in de Schift voor ons. In het vervullen van hun opdracht stuiten zij bij het volk of de koning op aperte onwil en lijdelijk verzet. De aanspraken van de levende God worden niet erkend, waarschuwingen in de wind geslagen. Gods dienaren geraken tengevolge daarvan in situaties, die dieptepunten in hun leven betekenen. Mozes slaat in drift op de rots inplaats van er tegen te spreken, en mag dientengevolge het beloofde land niet binnengaan. Jeremia vervloekt de dag van zijn geboorte en wordt op het nippertje van de verstikkingsdood gered. Het ambtelijk lijden is overigens een gegeven, dat ook in het Nieuwe Testament een grote rol speelt. Het verdriet van God over de ontrouw van Zijn volk, weerspiegelt zich in het lijden van Zijn dienaren.

Een bijzondere toespitsing van 'ambtelijk lijden' vinden wij in Jesaja 53. Het lijden van de Knecht des Heeren wordt daar getekend. Dat lijden echter gaat alle andere lijden oneindig ver te boven. De uiterste spits daarvan is op God gericht. Het is verzoenend en plaatsvervangend van karakter. God Knecht draagt in Zijn belijdenis de zonden van Zijn volk en Hij incasseert tot de laatste penning de gevolgen van de zonde: verdriet, lichamelijk lijden, zielelijden, wat zijn climax bereikt in de kruisiging en de daarop volgende dood. Dieptepunt in dat alles is de God-verlatenheid, de wezenlijkheid van de hel en de eeuwige pijn.

Afwijzing

Zeker vanuit het bovenstaande zal het duidelijk zijn dat wij elke gedachte - die wij bijv. tegenkomen bij het rabbijns denken in de tijd na de verwoesting van Jeruzalem - als zou het dragen van lijden iets verdienstelijks zijn, hebben af te wijzen. Men stelde namelijk dat aan het straf lijden, dat tot boete moet voeren en waarvoor men God alleen maar danken kan, verzoenende kracht moest worden toegekend. Men kon ook plaats vervangend en verdienstelijk lijden. De 'lijdenstheologie' van de rabbijnen stelde, dat het lijden op aarde verdienstelijk gewicht in de schaal van het komende gericht kon leggen. In het lijden kon een rechtvaardige op die manier de liefde van God bespeuren. Onrechtvaardigen, dié niet behoefden te lijden, misten dusdoende de kans om betere papieren voor het jongste gericht te bemachtigen (B. Gartner, Theol, Begriffslexicon zum N.T.). In deze opvattingen treffen wij tal van elementen aan, die in latere visies op het lijden terugkeren.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 september 1982

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

De zin van het lijden

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 september 1982

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's