Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Krachteloos maken van het Evangelie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Krachteloos maken van het Evangelie

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij moeten niet Wettisch prediken, maar wel de wet prediken, en wij moeten ook niet Evangelisch prediken, maar wel het Evangelie.

1. Wet en Evangelie in den bijbel

2. Krachteloos maken van de Wet

3. Krachteloos maken van het Evangelie

Dat waren de onderwerpen, waarover mij gevraagd was te schrijven. Nu dan over dat derde: Krachteloos maken van het Evangelie. Het Evangelie is een kracht Gods tot zaligheid. Het is het Evangelie van onzen Heere Jezus Christus. Zo wordt het in de Schrift meestal genoemd, ook wel het Evangelie des Koninkrijks (namelijk het koninkrijk van den Heere Jezus Christus), of ook het koninkrijk Zijns Zoons, dan ook enkele malen het Evangelie Gods, bijvoorbeeld in Romeinen 1:1; Romeinen 15 : 16; 1 Thessalonicensen 2 : 2 en 8 eng.: 1 Petrus 4 : 17. Dan wordt het in de Schrift genoemd het Evangelie der heerlijkheid, het Evangelie uwer zaligheid, het Evangelie des vredes en het eeuwig Evangelie, of ook veelal kortweg: het Evangelie. Dan ook spreekt bijzonder de apostel Paulus herhaaldelijk van 'mijn' Evangelie, dat wil dan zeggen: het Evangelie, zoals ik het u verkondigd heb. Met Evangelie wordt bij mijn weten nergens in de Schrift het Evangelie van den Heiligen Geest genoemd. Het is het woord van Gods genade in Christus, dat in de wereld gebracht wordt aan zondaren, tot vergeving van hun zonden, en tot hun zaligheid. Dat is inderdaad een góéde boodschap; beter boodschap, hoger boodschap is er mijns bedunkens niet dan wat God in Christus voor een zondaar zijn wil en doen wil. Daar zijn al de gaven, die God in tijd en eeuwigheid aan Zijn schepselen geven wil, ondergeschikt aan. Deze boodschap betreft de persoonlijke verhouding tussen God en Zijn volk, de verwantschaps verhouding: die van de Vader (God de Vader) tot Zijn kinderen, die van de Bruidegom (Christus) tot Zijn bruid. Dat is het hoogste, wat God aan zondaren leert en biedt, namelijk het kindschap Gods, de innerlijke band aan Christus en de inwoning des Heiligen Geestes: vervuld van God, vervuld van Christus, vervuld van den Heiligen Geest. Dat is Godzaligheid! Daaraan zullen de hemel, met al zijn heerlijkheid, de nieuwe aarde, waarop gerechtigheid wonen zal, op zichzelf rijke toegiften, maar dan toch toegiften zijn. Het gaat in den bijbel, in het Evangelie, in de religie, ten diepste, ten hoogste om God, in Christus, door den Heiligen Geest. En dat voor... zondaren.

Daarvan is de bijbel van Genesis tot Openba­ring vol, het Oude Testament in Zijn voorzegging, het Nieuwe Testament in Zijn vervulling. Zij heten dan ook beiden: testamenten. Zij melden, zij bieden de erfenis; het erfdeel, het eeuwig erfdeel voor Gods kinderen: hier reeds en straks ten volle. Daar wordt iets, soms zelfs veel van gesmaakt door Gods kinderen in dit leven, en dat zal daar door Gods volk volledig genoten worden. Al zal daar wel loon naar werken, verscheidenheid in heerlijkheid zijn. Naar de mate des geloofs hier, naar de mate der genade hier, zal daar ook de mate der zaligheid zijn. Denkt u maar aan het verschil tussen engelen en aartsengelen, tussen de leraren en de gelovigen: de leraren zullen blinken als het uitspansel, die er namelijk velen gerechtvaardigd zullen hebben.

Daar zal dus bij allen volheid zijn, maar dan wel in verscheiden mate. Naar de mate des geloofs hier, naar die mate daar in heerlijkheid; naar de mate van heiligmaking hier, naar die mate in zaligheid daar.

Nu moet het duidelijk zijn, dat de verkondiging van het Evangelie naar dit alles zal moeten zijn! Wij kunnen, wij mogen van deze dingen niets afdoen in de prediking, zoals de gemeente daarvan niets kan en mag missen in haar geloof. 'Wee mij, indien ik het Evangelie niet predik', zo heeft de apostel Paulus geschreven in 1 Cor. 9 : 16. Wij begrijpen heel goed, dat er in de prediking, in de Evangeliebediening, een wassen en toenemen is, dat er ook in de bediening de zwakheden van de beginneling zullen zijn, wij begrijpen ook, dat elke prediker zijn zwakheden en onbekwaamheden zal hebben en hier ook houden: 'wij kennen ten deele en wij profeteren ten deele', maar dat neemt niet weg, dat elke prediker het Evangelie onverkort en onvervalst moet prediken: elfs al den raad Gods moet verkondigen. Maar zelfs als men als prediker kennis van zonde en ook kennis van genade heeft, dan blijft toch die kennis en dus ook de prediking hier altijd en bij ieder ten deele. Eén prediker had dat niet ten deele: en dat is de Leraar der gerechtigheid, de Heere Jezus. Nooit heeft iemand gesproken als Hij. De Vader Zelf sprak uit den hemel bij Zijn doop: 'deze is Mijn Zoon, Mijn Geliefde, in den welken Ik Mijn welbehagen heb', Mattheus 3 : 17.

Elke rechtgeaarde predikant zal bescheiden over zijn bediening, en ook over zijn woordbediening moeten oordelen, zelfs bij de meeste genade en bij de meeste kennis. Zijn er twee kerkvaders of twee Reformatoren gelijk geweest en zelfs twee Apostelen? Maar niet allen hebben zij evenveel zicht op de dingen of zicht in de dingen gehad. Maar nog eens: wij mogen van de Waarheid niets afdoen, of toedoen. Daar moeten wij het wee over uitroepen. Ketterij is niet een gebrek aan inzicht: ketterij is tegenspraak. In de kerk is ook leugenleer geweest tegen belangrijke geloofsstukken. Dan moet de kerk ook moed hebben om haar 'Anathema' te spreken. En anathema betekent: 'Vervloekt'. De belijdenisgeschrif­ ten der kerk leggen daar ook geen getuigenissen van af, evenals de kerkelijke Concilie's. Een goede remedie tegen eenzijdigheden, die een óvertrekking van bepaalde leerstukken kunnen leveren en dan ook gelijk daarmee ónderwaardering van andere leerstukken, lijkt mij: een getrouw doorlezen van de héle Heilige Schrift. Dat moet zowel de hoorder doen als de prediker. Gewoon in volgorde alles lezen en bij voorkeur drie tijden daags. Dat geeft een globaal zicht over den bijbel en dan dus ook over de leer en de leerstukken. Dat moet elke kerkganger en dus zeker elke. prediker. Dat geeft evenwichtige kennis van en goede verhouding tussen Wet en Evangelie tussen de leerstukken. Men moet ook lezen en ter harte nemen de belijdenisgeschriften. Dat geeft een evenwichtige prediking bij de leraars en een evenwichtig geloof in de gemeente. Dan verstaat men de Schriften in den zin van de belijdenis der kerk. Dan gaat men de dikke hoofdlijnen van den bijbel zien. En dat moeten de predikers en dat moeten de kerkleden gaan zien. Die oude kerkvaders en die Reformatoren wisten het wel! Laten die maar achter onze prediking en achter het geloof der gemeente onze leidslieden zijn! Achter in uw psalmboek daar vindt gij hen en hun leering.

Ik wil maar zeggen: Alleen de Wet prediken en niet het Evangelie, dat is niet goed, dat kan niet, dat mag niet. En alleen het Evangelie prediken en niet de Wet, dat is ook niet goed, dat kan ook niet, dat mag ook niet. Doet het maar zoals uw catechismus u leert. Daar is iets mis, waar men de catechismus prediking nalaat. En waar men de catechismus in de catechese nalaat. Die rekening zal men zich gepresenteerd krijgen. In het geloof der gemeente, of moet ik zeggen: in het ongeloof der gemeente? Men moet ook altijd goed in het oog houden - én als predikers en als kerkgangers - of het één en het ander in goed bijbelse verhoudingen verkondigd wordt. Oud en Nieuw Testament hebben elkander nodig. Wet en Evangelie moeten getrouwelijk gepreekt en geloofd worden. Dat geeft onderleg aan de gemeenteleden.

Wij moeten niet Wettisch prediken, maar wel de wet prediken, en wij moeten ook niet Evangelisch prediken, maar wel het Evangelie. En die beiden ten volle en in goede samenhang. Bij overaccentuering krijgt u altijd aan de andere kant ónderaccentuering. Bijbelse prediking, trinitarische prediking, leerstellige prediking, dat wil zeggen: naar de leer der kerk, naar de leer des Heeren, naar de leer der zaligheid, dat geeft vaste, evenwichtige christenen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 1982

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Krachteloos maken van het Evangelie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 1982

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's