Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een boek over de Nadere Reformatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een boek over de Nadere Reformatie

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Herdruk

Enige tijd geleden verscheen een herdruk van de dissertatie van dr. T. Brienen over De Prediking van de Nadere Reformatie. Dat biedt ons een welkome gelegenheid nog eens op deze studie attent te maken. Temeer omdat sinds dit boek voor het eerst verscheen, in-1974, dus 8 jaar geleden, geen ander boek meer over de Nadere Reformatie op de markt is gebracht.

De prediking

Wij behoeven wellicht niemand te vertellen welk een hoogst belangrijke plaats de prediking inneemt in de christelijke kerk. Dat was in het verleden zo en dat is nog zo. Is het niet met name de prediking die voor een groot deel bepaalt hoe de gemeente is, innerlijk en uiterlijk? De kerk is uit het Woord Gods voortgekomen, zeiden de hervormers, en met het Woord bedoelden zij dan vooral het gepredikte Woord. En nog altijd wordt de kerk uit het Woord geboren. Daarom wordt terecht de prediking gehouden voor het voornaamste werk van de predikanten. Als er één ding is waaraan zij hun beste krachten moeten wijden dan is het wel aan de wekelijks terugkerende bediening van het Woord Gods.

Nu staan de dienaren des Woords met die arbeid al in een heel lange traditie. Zolang de kerk er is, is er gepreekt. Luther zei wei eens dat de aartsvaders, als Abraham, Izak en Jakob, wanneer zij hun altaren bouwden en offers brachten, tegelijk ook Gods Woord bedienden, te weten aan hun huisgenoten en dienstbaren. Op Pinksteren verrees de Nieuwtestamentische gemeente door de prediking der apostelen. Al eerder hadden de apostelen van Christus nadrukkelijk de opdracht gekregen om de wereld in te gaan en het Evangelie alle creaturen te prediken. Zij hebben na Pinksteren die opdracht ook vervuld. Soms beleefde de kerk bloeitijden in de prediking. Wat moet het niet een uitzonderlijk voorrecht zijn geweest om te mogen staan (men stond in die tijd in de kerkdiensten) onder het gehoor van machtige predikers als Ambrosius in Milaan en Augustinus in Hippo Regius, of elders onder het gehoor van Chrysostomus, die men de bijnaam van 'guldenmond' heeft gegeven. Maar er waren in de geschiedenis der kerk ook andere tijden. Tijden van verval. Verval ook in de prediking, of moeten wij zeggen: juist in de prediking? Wij denken nu vooral aan de tijd die kort voorafging aan de Reformatie, de zogenaamde late middeleeuwen.

Bij deze periode begint dr. Brienen zijn studie. Hij geeft een korte, maar zeer treffende schets van de prediking aan de vóóravond van het optreden der hervormers. Hij beperkt zich hierbij, terecht, tot de situatie in de noordelijke Nederlanden. Er werd gepreekt, maar hoe? De parochie-prediking was dor, of verliep in het verhalen van heiligenlegenden, of zij ontbrak zo goed als geheel. Enige verandering brachten boetepredikers als Geert Groote en pater Brugmans. Zij schudden het volk wakker. Hun prediking was serieuzer, inniger, en vooral moralistisch.

Hageprediking

Toen in het buitenland de reformatie der kerk op gang was gekomen, verschenen in ons land . de hageprekers. Wie hoorde nooit van Jan Arendsz? Hun prediking was eenvoudig, bijbels. Men legde de Schrift uit, het volk snakte daarnaar.

Nadere Reformatie

Na verder nog even de prediking van allerlei andere groepen in ons vaderland te hebben geschetst, komt dr. Brienen tot zijn eigenlijke onderwerp. Allerlei figuren uit de beweging die wij aanduiden met de naam Nadere Reformatie komen successievelijk in aanmerking voor een breedvoerige bespreking. Steeds neemt dr. Brienen één van hun preken om die dan nauwkeurig te ananlyseren en het eigene ervan aan te tonen. Hier verricht hij zeer zorgvuldig en waardevol werk. De mannen wier werk op deze wijze besproken wordt zijn Taffin, Udemans, Willem Teellinck, Voetius, Lodestijn, Wilhelmus a Brakel, Smytegelt, Lampe en Van der Groe.

Brienen werpt ze niet allen op één hoop. Hij ziet aanmerkelijke verschillen. Er is in de beweging der Nadere Reformatie ook wat de prediking betreft een ontwikkelingslijn aan te wijzen. Maar hen allen verbindt wat Brienen noemt de klassificatiemethode. Daaronder moet verstaan worden, dat men in de prediking de hoorders opsplitst in diverse 'klassen'. Men maakt niet alleen onderscheid tussen gelovigen en ongelovigen, bekeerden en onbekeerden, wedergeborenen en on wedergeborenen, maar verdeelt deze beide groepen opnieuw in bepaalde klassen. Men spreekt dat bijvoorbeeld over zorgelozen, naamchristenen en geveinsden ter ener zijde, en over bekommerden, bevestigden en verzekerden ter anderer zijde.

Bij Taffin is de klassificatiemethode nog niet te vinden; bij Udemans en Teellinck nog maar heel beperkt en niet naar een bepaald schema. Pas tenvolle is het schema aanwezig bij Lampe en bij Van der Groe.

Brienen heeft zich natuurlijk afgevraagd waar deze methode vandaan komt. Hij ziet er de invloed in van scholastiek en mystiek. Toch: eigenlijke voorlopers heeft deze methode, aldus Brienen, niet gehad. Zij is dus iets geheel eigens van de prediking in de Nadere Reformatie. Zij heeft wél navolging gevonden. In het schetsen daarvan betrekt Brienen ook de prediking in de kringen.der Afscheiding en later in de Gereformeerde Bond en andere hedendaagse kerkelijke groeperingen.

Reformatie

Het is te begrijpen dat Brienen in zijn studie ook steeds de Reformatie betrekt. Wie schrijft over de Nadere Reformatie kan onmogelijk de Reformatie zelf buiten beschouwing laten. Naar ik meen is de relatie tussen beide nog nooit geheel en al uit de doeken gedaan. Maar op het punt van de prediking levert de studie, van Brienen ten aanzien van deze kwestie een waardevolle bijdrage. In de preken der reformatoren zal men een uitgewerkte en strikt geordende klassificatiemethode als in de Nadere Reformatie gebruikelijk was tevergeefs zoekeii. Er is wel de diepgaande cesuur tussen gelovigen en ongelovigen, en incidenteel kan ook nog worden gesproken over zorgelozen, geveinsden enz., maar het bepaalt niet elke preek, het is geen vooropgezet schema waarnaar steeds gesproken wordt. Zo is dus de Nadere Reformatie in elke geval op dit punt niet te verklaren vanuit de Reformatie. Dat de scholastiek en de middeleeuwse mystiek er invloed op hebben uitgeoefend lijkt mij onweersprekelijk.

Het Engelse puritanisme heeft Brienen hier min of meer buiten gelaten. Het heeft volgens hem wel de tendens, die er al was, versterkt, maar het mag niet gezien worden als de eigenlijke bron of geboortegrond van de klassifikatiemethode. Historisch gesproken zal Brienen hierin naar mijn gevoelen wel gelijk hebben. Maar was het geestelijk en dogmatische klimaat in het puritanisme niet hetzelfde als in Nederland in de Nadere Reformatie?

Beoordeling

Er is op Brienensboek, sinds het voor het eerst verscheen, ook kritiek geleverd. Al moeten wij er aan toevoegen: kritiek binnen het kader van veel waardering. Hij zelf zegt thans, na zoveel jaren, dat hij het een en ander in zijn boek wel zou willen herschrijven. Daar behoeft hij zich ook niet voor te schamen. Wij blijven leerlingen! Toch mag, naar ik meen de dankbaarheid voor dit boek overheersen. Wij zijn over het algemeen niet verwend met boeken over de Nadere Reformatie. Er zijn wel een aantal biografieën, maar boeken die een bepaald aspect van deze beweging beschrijven zijn er maar weinigen. En toch zou het de moeite lonen zich daarmee bezig te houden. Een aspect dat mij persoonlijk in hoge mate interesseert is in hoeverre men binnen de Nadere Reformatie vastgehouden heeft aan de oude gereformeerde verbondsgedachte. Ik meen dat de kritiek, die Brienen terecht op de prediking van de mannen van de Nadere Reformatie uitbrengt, hier weieens haar eigenlijk wortel zou kunnen vinden. Men is het verbond kwijtgeraakt! Geen wonder dat men op gespannen voet kwam te staan met de inhoud van onze liturgische formulieren; bijvoorbeeld het Dankgebed in het Doopsformulier ging weglaten of zelfs, zoals Lodenstein, moeite kreeg met het dopen van kleine kinderen en met het bedienen van het Avondmaal.

Ik moet afbreken. Ik hoop dat velen die de dissertatie van dr. Brienen nog niet in hun bezit hebben, haar, nu zij weer verkrijgbaar is, zullen aanschaffen. Zij zullen er geen spijt van hebben. De aard van het onderwerp dat hij behandelt, brengt met zich mee, dat het boek zich gemakkelijk laat lezen. Wat dat betreft is het ook voor meelevende gemeenteleden toegankelijk. Over de actualiteit ervan behoeven wij niets te zeggen. De prediking gaat nog steeds voort. En nog steeds staan wij voor de vraag van het hóe. Daarbij is, bij alle kritiek die op de mannen van de Nadere Reformatie is uit te brengen, ook waarlijk nog wel het een en ander van hen te leren. Dat is door Brienen in zijn studie ook niet verwaarloosd. Zij wisten in ieder geval het Woord bij de mensen te brengen. En dat is al heel wat! Neem er kennis van en doe er uw winst mee.

N.a.v. dr. T. Brienen, De prediking van de Nadere Reformatie, Ton Bolland, Amsterdam 1981, 378 biz., prijs ƒ 45, - .

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 december 1982

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Een boek over de Nadere Reformatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 december 1982

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's