Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

PSVG, Quo Vadis?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PSVG, Quo Vadis?

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Meer en meer bleek bij de PSVG 'de werkelijkheid het te winnen van de moraal'.

De Protestantse Stichting ter Bevordering van Verantwoorde Gezinsvorming (PSVG) bestaat vijfentwintig jaar. Ter gelegenheid van dit jubileum is een themadag gehouden en een publikatie verschenen. Die publikatie is getiteld 'Geduldig hardlopen - 25 jaar PSVG'. In dat boekje wordt een overzicht gegeven van de koers die de PSVG in de voorbijgegane kwart eeuw is gegaan. Ook worden er in een aantal beschouwingen stippellijnen getrokken naar de toekomst. Op de vraag: 'PSVG, Quo Vadis? -waarheen gaat gij?' behoef ik als buitenstaander dus geen antwoord te zoeken. Medewerkers en sympathisanten doen dat zelf op een wijze die aan duidelijkheid niets te wensen overlaat. Dat maakt 'Geduldig hardlopen' tot een belangrijk dokument. Ik zou het ook een aangrijpend een onthullend dokument willen noemen.

Terugblik

In een jubileumuitgave past een terugblik. We vernemen dat bij de oprichting van de PSVG op 4 juli 1957 de doelstelling als volgt werd omschreven: 'bezinning op verantwoorde gezinsvorming bij het licht van de bijbelse boodschap, alsmede het voor deze gezinsvorming beschikbaar stellen en doen stellen van alle nodige bijstand'. Op de achtergrond van dit initiatief moet worden gezien de principiële doorbraak die het Herderlijk Schrijven van de Nederlandse Hervormde Kerk over 'Het Huwelijk' in 1952 had gebracht. Daarin werd namelijk gesteld dat het 'te eenzijdig is de seksualiteit alleen te betrekken op de voortplanting'. Let wel, hier werd geen pleidooi gevoerd voor de loskoppeling van seksualiteit en voortplanting, er werd alleen maar - en volkomen terecht - op gewezen dat procreatie, voortplanting, niet de énige zin is van de seksualiteit. De arts P. J. F. Dupuis en de predikant R. Kaptein vroegen om het trekken van praktische konsekwenties uit dit standpunt: allereerst de oprichting van protestantse konsultatiebureaus waar - na een gesprek met arts en predikant - in een aantal gevallen anticonceptiva ter beschikking zouden worden gesteld. Zo is het begonnen... Maar al heel spoedig kreeg het arbeidsterrein van de PSVG een veel groter bereik dan de naam van de stichting zou doen vermoeden. In 1967 werd besloten dat 'het niet verboden is hulp aan ongehuwden te verschaffen; deze hulp kan ook het verstrekken van voorbehoedsmiddelen omvatten'. Er komt een doorbraak van het stadium van 'seksualiteit zonder voortplanting' (noteer in het voorbijgaan dat dat al héél iets anders is dan het Herderlijk Schrijven van 1952 bedoelde!) naar 'seksualiteit zonder huwelijk' . Er komt aandacht voor en aanvaarding van niet-huwelijkse seksuele relaties. Homoseksualiteit is binnen een relatie van wederzijdse liefde en trouw niet langer problematisch. Pedofilie wordt bespreekbaar gemaakt. Het jaar 1970 geeft een nieuw markeringspunt aan in de ontwikkeling van de PSVG-koers. In de abortusdiskussie wordt bij het recht op zelfbepaling het zwaartepunt gelegd. Dus: de vrouw - met de arts - beslist. De PSVG stelt zich op achter STIMEZO (Stichting voor Medisch Verantwoorde Zwangerschaps Onderbreking) en zet zich er voor in 'het manco aan voorzieningen voor legale abortus' op te heffen. In dit verband wordt in het voorbijgaan gememoreerd dat wijlen ds. G. Boer de beschouwingen van Kaptein over abortus 'duizendmaal vervloekt van de Heere der heirscharen' heeft genoemd. De oudvoorzitter van de Geref. Bond kon als een profeet heilig toornen en schelden vanuit zijn liefde voor Gods recht en vanuit zyn hartelijke bewogenheid met een volk dat door haar leidslieden op een weg van dwaling en ondergang werd geleid!

Meer en meer bleek bij de PSVG 'de werkelijkheid het te winnen van de moraal'. Dat wil zeggen dat feiten tot normen worden verklaard en dat de ethiek gedikteerd wordt door 'wat er gaande is', 'wat men er van vindt'. Wel is er van 1973-1979 een periode geweest waarin de PSVG wat gas terugnam om de rechterflank niet geheel te verliezen. Maar die zelf gestelde opgave bleek te zwaar. Rond 1979 wordt de traditie van de PSVG, de nadruk op emancipatie, zelfbepaling en autonomie van de mens, weer duidelijk. Een petitie waarin wordt gepleit om de leeftijdsgrenzen in de zedelijkheidswetgeving af te schaffen wordt ondertekend, de strijd voor vrije abortus weer krachtig voortgezet, terwijl de stichting zich een krachtig voorstander toont van een wet tegen diskriminatie op grond van seksuele voorkeur.

Grenzen van de tolerantie

Het is duidelijk dat de PSVG kiest voor grote tolerantie op seksueel gebied. Prof. R. C. Kwant stelt in zijn bijdrage vast dat 'de christelijke beheersingsmoraal' haar tijd gehad heeft. Hij meent dat de christelijke visie op seksualiteit de laatste vijftien eeuwen zo goed als geheel op de kerkvader Augustinus terug gaat en onder het kernwoord 'beheersing' kan worden gevat. We gaan zijns inziens in elk geval naar een samenleving waarin seksualiteit gezien wordt als een hoog genoteerde, positieve waarde. De kerk zal deze nieuwe waardering voor seksualiteit in het teken van 'vrijheid, blijheid' moeten aanleren. De PSVG kan dan een gidsfunktie hebben in de ontwikkeling die gaat van afkeer van seksualiteit (Frenken) naar positieve aanvaarding van seksualiteit. Een kerk die in seksuele aangelegenheden bij de samenleving in de leer gaat, in plaats van haar te beleren.

Maar zijn er dan geen grenzen aan de tolerantie? Die vraag heeft de laatste tijd in progres­ sieve kringen in toenemende mate aandacht gekregen en men is inderdaad op een paar, harde grenzen gestuit. Absolute tolerantie blijkt mogelijk noch wenselijk te zijn. Een van die grenzen vindt men bij het verschijnsel pornografie. Lange tijd is propaganda gevoerd voor een volstrekt vrijgeven van pornografie: dat zou passen in het klimaat van seksuele bevrijding, afschaffing van taboes, ontvoogding van zedemeesterachtige staatsbemoeienis. Maar binnen de vrouwenbeweging groeide het inzicht dat pornografie één van de vele vormen van onderdrukking van de vrouw is. Porno is vrouwenhaat. Zeker, men verklaart zich er niet tegen uit wat dan genoemd wordt 'fatsoensrakkerij', niet omdat men bang is voor bloot of terug wil naar de vroegere taboesfeer. Maar zuiver en alleen in het kader van de strijd tegen onderukking en diskriminatie. Hoe het ook zij: in linkse en progressieve kringen is ontdekt dat tolerantie niet grenzeloos kan zijn. Op zichzelf een gezond inzicht vanuit de afkeer van een hoogst ongezond verschijnsel als porno.

Maar er wordt nóg een grens aangewezen - en dit met name naar aanleiding van de reakties uit 'rechtse' christelijke kringen tegen het 'voorontwerp van wet gelijke behandeling'. Het is in de lezerskring genoegzaam bekend hoe er vanuit verschillende kerken en groepen, alsook door organisaties zoals de E.O. en de E.H., tegen die zogenaamde 'anti-diskriminatie wet' is geprotesteerd. Helaas niet altijd, maar toch wel over het algemeen is daarbij de schijn vermeden, dat christenen vóór diskriminatie zouden zijn. Van een hetze tegen homo's, van enige bijdrage aan 'rechtse' terreur is geen sprake geweest. Op gefundeerde en evenwichtige wijze is een pleidooi gevoerd voor vrijheid van godsdienst en vrijheid van onderwijs. Mevr. mr. Y. M. Quispel noemt dat echter in deze PSVG-publikatie 'het met een beroep op de vrijheid van godsdienst opeisen van het recht op diskriminatie van homofielen en ongehuwd samenwonenden'. Ds. W. R. van der Zee schrijft terecht dat er intolerantie kan zijn in naam van de tolerantie, waar de vrijheid en de waarden van mensen in het geding zijn (fascisme, antisemitisme, allerlei vormen van diskriminatie). Maar hij verbindt dat dan ook weer met de protesten tegen de 'anti-diskriminatie-wet'. Mijns inziens diskrimineert Van der Zee wanneer hij niet zou willen toestaan dat ik mijn kinderen naar een school kan zenden waar ze geleerd wordt - naar mijn overtuiging op grond van de Heilige Schrift - dat ongehuwde heteroseksuelen en alle homosexuelen zich dienen te onthouden van seksueel verkeer. Waarbij er kritisch op gelet mag worden en zelfs móet worden of het bijbrengen'en argumenteren van die overtuiging op een faire, niét diskriminerende wijze gebeurt. Maar dat is een andere zaak. Van der Zee en helaas vele van zijn medestanders onderscheiden niet zorgvuldig tussen een legitieme overtuiging, waarvoor onzerzijds dan ook nog een keer op bewogen wijze ruimte gevraagd mag worden, een een illegitieme manier van uitdragen van die overtuiging. Over dat laatste van natuurlijk altijd te praten, misverstanden moeten verduidelijkt worden. Maar als een schoolbestuur een juffrouw die samenwoont met haar vriend niet meer op grond van dat voor bestuur en leden van de schoolvereniging aanstootgegevende feit kan ontslaan - dan is de vrijheid van onderwijs een farce geworden. Dan is een nieuwe diktatuur van de meerderheid gevestigd onder de schone vlag van demokratie. We hebben op dit punt voor de toekomst het ergste te vrezen. Als signaal van de hetze-achtige mentaliteit die ook in PSVG-kringen voorkomt, het volgende citaat van Dick de Groot:

'Uiterst rechts roert zich. De hetze van EO en consorten tegen de anti-discriminatiewet. Ik vind dat angstig-makend. Zo wordt er een klimaat geschapen waarin het niet zo gek is dat er geweld tegen minderheden wordt gebruikt. Het is niet toevalig dat in Amersfoort, een bolwerk van "christelijk-rechts", de homo-demonstratie geweld en agressie kreeg te verduren. Dat kan daar, de sociale context corrigeert dat niet.'

Een typisch staaltje van leugen-propaganda. Het slaag nergens op om Amersfoort 'een bolwerk van christelijk-rechts' te noemen. Er worden verbanden gelegd die alleen aan de vooringenomenheid van de heer De Groot zijn ontsproten. Ik vind het beangstigend dat in de PSVG een klimaat is geschapen waarin voorlopig verbaal geweld tegen orthodoxe christenen niet gekorrigeerd wordt - van waaruit wellicht andere vormen van geweld ons nog te wachten staan. PSVG, quo vadis? Geduldig hardlopen. Of moet het zijn: hollend achteruit?

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 december 1982

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

PSVG, Quo Vadis?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 december 1982

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's