Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verval

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verval

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

'Maakt niet het huis van mijn Vader tot een huis van koophandel.' Johannes 2 : 16b

Jezus heeft Zijn eerste teken verricht in Kana. Hij heeft water in wijn veranderd.

Hij heeft Zijn messiaanse heerlijkheid geopenbaard.

Niet alleen zal Hij Zijn heerlijkheid in Galilea openbaren. Het zal in Judea op een grootsere wijze gebeuren. De Heiland trekt van Kana naar Kapernaüm. Vandaar reist Hij naar Jeruzalem, omdat het Pascha der Joden nabij was. Het is het feest van de uittocht en van de oogst. Wat een vreugde om naar Jeruzalem te trekken. Hier is de schitterende tempel. Herodes de Grote heeft zorg gedragen voor de restauratie ervan. Niet minder dan achttienduizend arbeiders hebben aan de zesenveertig jaar durende restauratie hun medewerking verleend. Goud en zilver geven het geheel een indrukwekkend cachet. Rondom het complex bevindt zich de zuilengalerij van Salomo. Het tempelcomplex is ingedeeld in de voorhof van de heidenen, de voorhof van de vrouwen, de voorhof van de mannen, de plaats waar het grote brandofferaltaar staat en het koperen wasvat; dan is er het Heilige en tenslotte het Heilige der Heiligen. Hoe dichter bij het Heilige der Heiligen, hoe stiller het wordt. Luister eens!

We horen op het tempelcomplex het geloei van koeien, het geblaat van schapen, het gekir van duiven, het geschreeuw van veekooplui en het gerammel van munten.

Wat is er aan de hand?

De hallen van Salomo zijn door de priesters onder leiding van de Hogepriester Annas verhuurd aan veekooplui en geldwisselaars. Het is een loven en bieden. Het gaat er op een luidruchtige oosterse wijze aan toe.

Wat klopt hier niet?

Het was een oud gebruik, dat ieder Joods gezin zijn eigen paaslam opfokte en meenam naar Jeruzalem om het daar te offeren.

Moest iedereen zijn eigen opgefokte dier meenemen? Sommige feestgangers moesten wel meer dan 100 km lopen met hun dier. Mochten mensen het benodigde dier niet in Jeruzalem kopen? Jawel, dat is de kwestie niet waar het om gaat.

We lezen in Deut. 14 : 24-26: Wanneer dan nog de weg te veel zal zijn, dat gij zulks niet zoudt kunnen dragen, omdat de plaats te ver van u zal zijn, die de Heere verkiezen zal, om Zijn Naam aldaar te stellen; wanneer de Heere uw God, u zal gezegend hebben; zo maakt het tot geld, en bindt het geld in uw hand, en gaat naar de plaats, die de Heere uw God, verkiezen zal; en geeft dat geld voor alles, wat uw ziel gelust, voor runderen en voor schapen'.

Voordat de dieren geofferd zouden worden, werden ze door de priesters gekeurd. Nu worden de dieren voordat ze op de markt komen gekeurd.

Deze marktkooplui hebben het monopolie. Ze kunnen het merken in hun portemonnee. Zij bepalen de marktprijs.

Zo gaat het er ook bij de geldwisselaars aan toe. Op het Romeinse geld wat in omloop was, stond de beeltenis van de keizer. Hij liet zich als een god aanbidden.

Dit onheilige geld mocht niet in de tempel worden gebruikt. Vandaar de aanwezigheid van de geldwisselaars. Zij hebben een verzameling antieke munten aangelegd. Tegen een veelvoudig bedrag worden de munten verkocht.

De handel is ontaard. Je hoort een krijsen en schreeuwen, een loven en bieden. Aan eigen winst wordt gedacht. Vergeten is men, waar men zich bevindt; bij het Huis van God. Als koopman heeft men ook God te dienen.

Signaleren we hier geen godsdienst van de buitenkant? Zien we het niet bij deze kooplui, het volk, bij Schriftgeleerden en Priesters? Waar is hun hart?

Is het niet als in de tijd van Amos, waar de godsdienst ook 'buitenkantwerk' is. Daar zeggen de godsdienstige lieden: 'Wanneer zal de nieuwe maan overgaan, dat wij leeftocht mogen verkopen en de sabbat, dat wij koren mogen openen, verkleinende de efa, en de sikkel vergrotende, en verkeerdelijk handelende met bedriegelijke weegschaal!' (Amos 8:5).

Wij hebben geen tempel.

De dienst van God is ons echter niet onbekend.

Wat zegt ons de kerkgang?

Wat doet het ons, dat wij leven binnen de omheining van het Verbond? Maakt het ons wat uit, dat wij ons bewegen in een gemeente genoemd naar de naam van de Heere? Wij zien naar deze kooplui, maar...

Er is geen geschreeuw onder de prediking van het Woord. Er is geen loven en bieden, maar wordt er geluisterd? Wordt het Woord van God gehoord, bewaard en in praktijk gebracht? Ja, denkt iemand, dat is het werk van de Heilige Geest.

Akkoord.

De Heilige Geest werkt toch door het Woord! Waar zijn dan de vruchten van de Geest? Wie bidt er mee, als de voorganger voorgaat in de dienst der gebeden? Hoeveel mensen ontwaken niet na het 'Amen' uit hun droom? Wie houdt de aandacht bij de verkondiging van het Woord? Hoeveel werkprogramma's worden er in de kerkdienst in gedachten niet ingevuld? De diensten van het Woord mogen niet te lang duren. De klok wordt nauwkeurig in de gaten gehouden.

Hoe gaat het op de catechisatieuren van uw kinderen? Krijgt u ze er bijna niet naar toe?

Hoe staat het met de dooppraktijk? Even dopen en dan...? Herkent u hier wat van? Herkent u uzelf in deze dingen? Wat moet God met zo'n mens?

Jezus komt op het tempelplein. Hij ziet alles. Hij ziet dieper. Waar is hun hart?

Hij maakt een gesel van touwtjes. Hij ranselt er niet op los. Zijn zweep wordt niet gehanteerd door fysieke kracht, maar met onweerstaanbare autoriteit, met goddelijke autoriteit. Iedereen is onder de indruk.

Jezus spreekt.

Hij beargumenteert Zijn optreden: 'Maak niet het huis van Mijn Vader tot een huis van koophandel'.

Hij heeft eerder over Zijn Vader gesproken. Dat was op twaalf-jarige leeftijd: 'Wist gij niet, dat Ik moest zijn in de dingen van Mijn Vader'. Hij komt op voor de eer van Zijn Vader, daarom ook voor het huis van Zijn Vader.

Koninklijk treedt Hij op.

Hij regeert.

Let u op, wié hier optreedt? Let op, hoe Hij optreedt.

Is de Heiland hier revolutionair bezig, zoals sommige theologen zeggen? Werpt Hij de gevestigde orde omver? Is Hij een man Die tegen de gevestigde orde is? De theologie van de revolutie heeft hier geen been om op te staan.

Jezus strijdt tegen het verval. Hij kan niet aanzien, dat het huis van Zijn Vader afneemt in aanzien. Hij oefent gericht over afval en verval. Het onheilige legt beslag op het Heilige.

De Heiland oefent gericht. Ook over ons leven.

Verval is er in ons persoonlijk leven; we vervallen aan de dienst van de zonde. Verval is er in ons kerkelijk en gemeentelijk leven.

Jezus oordeelt koninklijk.

Maken wij van de dienst van de Heere geen koophandel? Wij geven... onze gebeden, gaven. Daar zijn de prestaties van onze kerkelijke meelevendheid. Wij denken ons zo tegen elk risico te dekken.

De Heiland oefent gericht over ons persoonlijk leven, over onze kerkelijke gemeenten. Geen koophandel komt er aan te pas. Er is niets van ons, waarmee we voor het aangezicht van God kunnen verschijnen. Jezus oordeelt ons.

Zoveel hebt u en hebben we als gemeente misdreven. 'O alle gij dorstigen, komt tot de wateren, en gij die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja komt, koopt zonder geld, en zonder prijs, wijn en melk' (Jes. 55 : 1). Bij deze Jezus vindt u oordeel en genade. In Hem is gericht en vrijspraak.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 januari 1983

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Verval

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 januari 1983

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's