Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gods Woord en onze woorden (4)

Bekijk het origineel

Gods Woord en onze woorden (4)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wanneer iemand zegt; 'Ik hoop het', is dat een uiting van onzekerheid. Dat heeft met de hoop, die de Bijbel ons predikt niets te maken.

Hoop

Wanneer iemand zegt; 'Ik hoop het', is dat een uiting van onzekerheid. Wat we niet zeker weten en nauwelijks geloven durven, hopen we met de gedachte, dat het misschien nog wel mee zal vallen. Zo'n verwachting blijft meestal vaag en balanceert tussen goed en kwaad, tussen vinden en teleurgesteld worden. Dikwijls is het hopen tegen beter weten in en een vlucht voor de werkelijkheid. Dat heeft met de hoop, die de Bijbel ons predikt niets te maken. Het is meer Grieks dan bijbels. De oude Grieken gebruikten het woord zo. Ze duidden daarmee een toekomstverwachting aan, die zowel positief als negatief kon zijn. Uit de afloop zou duidelijk worden of men een goede of een kwade verwachting gekend had. Tot het moment van vervulling bleef de hoop onzeker. Opvallend is, dat velen vandaag nog zo denken. Wanneer gesproken wordt over toekomstverwachting die over de dood heenreikt, zegt men: dat kun je alleen maar hopen. Een verzekerde in het geloof zal er iets over kunnen zeggen, maar verder moeten we er het beste maar van hopen. Daarmee wordt de kracht van de christelijke hoop miskend en zoekt men elders zekerheid. Het houvast komt dan te liggen in de eigen beleving van het geloof, in een nauwgezet leven en alle verdiensten die wij kunnen verwerven. Wie steunt op eigen werk en gevoelens, blijft echter altijd in het ongewisse. We kunnen ons immers vergissen en onszelf met valse hoop bedriegen. Zodra we ergens houvast gevonden hebben, slaat de twijfel weer toe. Dat kan ook niet anders. Wie in zichzelf een grond voor vertrouwen zoekt, houdt het anker van de hoop binnenboord. Daar kan het geen werk doen. Het verzwaart het scheepje van het geloof alleen maar en doet de golven van twijfel en beproeving nog hoger opslaan. Zo lijkt ons leven op dat van de joodse rabbijnen, die in hun vervulling van de wet van God steun zochten voor hun hoop op eeuwig welzijn. In het oog van de dood bleek die steun meestal drijfzand. Zo weende een joodse rabbi, toen zijn leerlingen hem op zijn sterfbed kwamen bezoeken. Ze verbaasden zich over zijn droefheid. Hij had hen immers zo dikwijls op Gods weg gewezen? Op hun vragen antwoordde de rabbi: 'Vóór mij liggen twee wegen, de ene weg voert naar het hof van Eden, de andere naar het gehenna en ik weet niet op welke van de twee God mij zal voeren. Zou ik dan niet wenen?'.

Zekerheid

Gods Woord wijst ons echter een andere weg. Daar is de hoop nooit onzeker, maar altijd de verwachting van het goede, dat de Heere schenkt. Ze komt dan ook niet uit onszelf op en richt zich niet op iets van ons. De hoop is een gave van de Heilige Geest, die Hij met het geloof verbindt. Calvijn zegt in zijn Institutie (Hl, II, 42): 'Overal waar het levende geloof is, moet het noodzakelijk de hoop op de eeuwige zaligheid als een onafscheidelijke metgezellin bij zich hebben, of liever uit zichzelf voortbrengen en doen voortkomen'. De hoop richt zich op de Heere, op Zijn werk en Zijn beloften.'Daar ligt de grond voor de hoop, in de levend God, Die niet beschaamd zal maken. Hij heeft ons wedergeboren tot een le­ vende hoop door de opstanding van Christus uit de doden. In Christus zijn Gods beloften ja en amen. Hij is dan ook onze hoop. In Hem is het eeuwige leven verborgen en gegarandeerd. Omdat Hij de hemelen is doorgegaan en als de levende Christus aan Gods rechterhand zetelt, kan de apostel zeggen: 'Wij hebben de hoop als het anker der ziel, dat zeker en vast is en ingaat in het binnenste voorhangsel'. Het geloof weet van de zekerheid van Zijn Woord en werk en verlangt door de hoop naar de volle openbaring daarvan in Christus' toekomst. Zo is, zegt Calvijn, de hoop 'niets anders dan de verwachting van de dingen, die, naar het geloof gelooft, waarlijk door God beloofd zijn'.

Vertrouwen

Hopen is tegelijk: vertrouwen. Het geloof steunt daarin de hoop en wordt ook zelf weer door haar versterkt. Dat vertrouwen uit zich in het wachten op de Heere, waarvan de Psalmen telkens zingen. Daarbij schrijven we dat de Heere niet voor, wat wij graag willen. De hoop vertrouwt, dat wat de Heere geeft goed is. Dit vertrouwen leert ons niet lijdelijk af te wachten, maar vol hoop uit te zien naar de vervulling van Gods Woord, die zeker komen zal. Het is de blijde zekerheid waarmee een kind vertrouwt op het Woord van Vader en verlangt naar wat Hij geven zal. Zo vuurt de hoop het geloof aan en geeft het nieuwe kracht in de strijd. Immers, de beproevingen komen telkens terug. De zonde is als onkruid, dat voortdurend de kop opsteekt. Soms wacht God met de vervulling van Zijn beloften of verbergt Hij Zijn aangezicht vanwege onze zonden. Spotters zeggen: 'Waar is nu uw God? ' Daar worstelt het geloof mee, het wordt vermoeid en dreigt te bezwijken. Bunyan beschrijft dat beeldend in zijn Christenreis. Hoop moet Christen bemoedigen en in de Doopsjordaan moet Hoop het hoofd van Christen boven water houden, omdat hij dreigt te verdrinken in zijn moedeloosheid. Maar zo komen ze beiden door de beproevingen heen. Al is alles donker, het Woord van God wekt nieuw vertrouwen. Zo is de hoop het aiiker, dat het scheepje van het geloof vasthoudt, ook al gaat het op en neer en wordt het geslingerd door wind en golven.

Volhardend verwachten

Daarom brengt de hoop lijdzaamheid, volharding mee. Ze is geen ééndagsvlieg, die haar vleugels uitspreidt om snel te sterven. Integendeel, de hoop geeft het leven richting naar God toe. Dat leert ons strijden tegen de zonde, onszelf verloochenen en het kruis achter Christus dragen. Hij heeft immers om de vreugde, die Hem was voorgesteld, het kruis verdragen en schande veracht. Op die weg geven de prediking en de bediening van de sacramenten nieuw voedsel aan de hoop. Het gebed wordt verdiept en versterkt. De belofte bij de nodiging tot het Heilig Avondmaal doet vooruitzien: Verkondigt de dood des Heeren... totdat Hij komt. Daarin klinkt het signaal, dat de Kerk doet uitzien naar Christus' wederkomst. Ook al is er strijd, de overwinning is zeker. Het open graf van de Paasmorgen verkondigt dat Jezus leeft. Waar dat vertrouwen leeft, komt ook de blijdschap in de hoop. Helaas is dat niet altijd even sterk, terwijl de Heere daar toch juist in verheerlijkt wordt. Daarom roept de apostel ons op: 'Hoopt volkómen op de genade, die u wordt toegebracht in de openbaring van Jezus Christus'. Het leven is immers voor ieder die gelooft geen uitzichtloze zaak, maar open naar God toe. In een wereld die ten dode neigt, mag beleden worden: 'Maar wij verwachten naar Zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waarop gerechtigheid woont'.

Geen wonder, dat W. A. Brakel zegt: 'Daarom gij allen, die lust hebt God te verheerlijken, zijt toch werkzaam om metterdaad en gedurig te hopen. Zijt gedurig bezig in het Woord om allerlei beloften op te zoeken, die u toe te eigenen en gaat er op aan. Houdt niet op te bidden, dat de Heere u doe hopen'.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 maart 1983

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Gods Woord en onze woorden (4)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 maart 1983

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's