Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Paasgroeten: Meer dan kaarten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Paasgroeten: Meer dan kaarten

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zo bezien, zijn Paasgroeten meer dan enkele briefkaarten.

Velen van ons zijn gewoon elkaar in bijzondere omstandigheden een groet te zenden. In blijde en droeve dagen sturen we een kaart, waaruit ons medeleven blijkt. Soms is dat bijna een formaliteit en is een voorgedrukte tekst voldoende. Zijn we er echter meer bij betrokken, dan schrijven we er een persoonlijk woord bij. Rond de jaarwisseling bereikt de stroom groeten een hoogtepunt door de vele goede wensen die verzonden worden. Met Pasen is dat anders. Dan worden bijna geen groeten verzonden. In de Sowjetunie, waar Pasen het voornaamste feest van de Orthodoxe Kerk is, schrijft men elkaar juist in die juist het meest. Op veel kaarten wordt dan door christenen de tekst bijgeschreven waarmee men elkaar op de Paasdag in de kerk groet: 'De Heere is waarlijk opgestaan'.

In de laatste jaren is bij velen in ons land de goede gewoonte gegroeid om christenen in Oost-Europa een groet te zenden ter ondersteuning in hun geloofsstrijd. Dit vormde de aanleiding om ons in dit artikel eens te bezinnen op de betekenis van de groet in de bijbel.

Groeten

In de wereld van Oud-en Nieuw Testament worden twee woorden als groet gebruikt: het joodse sjalom, dat vrede of welstand betekent en het griekse chaire, dat vertaald wordt met weest gegroet, verheugt u. Beide woorden vinden we in de bijbel terug. Maar een begroeting bestond niet alleen uit woorden. Om eerbied voor de ander te tonen boog men zich, of maakte een knieval, waarbij de hand van de ander gekust werd. Wilde men bij een begroeting zijn genegenheid tonen, dan omarmde men en kuste men elkaar. Het was een hele ceremonie, waarbij uitgebreid naar de sjalom, de welstand van de ander gevraagd werd. Gebaren en woorden moesten uitdrukking geven aan wat in het hart van de mensen leefde. Daarom is de kus van Judas - die waarschijnlijk een handkus geweest is - de verloochening van het meest wezenlijke van de groet. In plaats van daarin zijn liefde voor de Heiland te tonen, gebruikte Judas die als een teken van verraad.

Men hechtte grote waarde aan de groet, zeker wanneer die met eerbetoon gepaard ging. We lezen van de schriftgeleerden, dat zij de groetingen op de markt begeerden. Ze waren erop uit in het openbaar als belangrijke mensen erkend te worden. Het was dan ook een diepe belediging voor de Heere Jezus Christus, dat Simon de farizeër Hem niet met een kus begroette, toen Christus zijn huis bezocht. De overspelige vrouw gaf Simon een voorbeeld door voor Christus neer te knielen en Zijn voeten te kussen.

De waarde van de groet ligt niet alleen in het eerbetoon. Veel belangrijker is de verbondenheid aan elkaar, die ermee wordt uitgedrukt. In het hartelijk groeten wordt de onderlinge gemeenschap bevestigd. Daar komt nog bij, dat men in het oosten de waarde van de woorden beter besefte dan wij. Woorden brengen iets mee, ze dragen kracht in zich en zijn een gebed tot de Heere om te schenken, wat wij anderen toewensen. Zo kan de groet ieder die hem ontvangt zegen brengen.

Vredegroet

De kracht van de groet blijkt ook uit de opdracht, die Christus aan Zijn discipelen geeft, wanneer Hij hen uitzendt in Israël. Hij draagt hen op om overal het evangelie van het Koninkrijk te verkondigen. In elke stad moeten zij een huis zoeken om er te verblijven. Wanneer zij in dat huis komen, moeten zij het groeten. 'En indien dat huis het waardig is, zo kome vrede over hetzelve. Indien het huis het niet waardig is, zo kere uw vrede weder tot u.' Door hun woorden mogen de discipelen vrede brengen aan het gezin waar zij komen. Daarbij is niet alleen hun groet, maar vooral ook het evangelie dat zij verkondigen belangrijk. Dat Woord geeft hun groet kracht. Door het gezin te groeten, stellen de discipelen de mensen in huis in de gemeenschap met het Woord van God. Dan kan vrede op hen neerdalen. Verwerpen zij het evangelie in ongeloof, dan verbreken zij ook de gemeenschap, die in de groet werd bevestigd. De vrede keert tot de discipelen terug. Dat wordt merkbaar bij het afscheid van zo'n gezin. Omdat de gemeenschap verbroken is, schudden de discipelen bij het verlaten van de stad het stof van hun voeten (Matth. 10 : 12-14).

Belangrijk daarbij is, dat de discipelen gezanten van Christus zijn, die Zijn Koninkrijk van vrede uitroepen. Zij wensen dat niet alleen aan de mensen toe, maar brengen het ook nabij in de prediking van het evangelie. Dat wordt nog duidelijker na de opstanding van Christus. Op de eerste dag van de week verschijnt Christus aan Zijn discipelen en groet hen met de woorden: 'Vrede zij u'. In Zijn groet deelt Hij de vrede uit, die Hij door Zijn lijden, sterven en opstanding heeft verworven. Hij geeft hen Zijn vrede en de Heilige Geest, zodat zij als Zijn gezanten de wereld in kunnen trekken om anderen dat heil te verkondigen. Waar ze komen, groeten zij de mensen in het evangelie, delen vrede uit en versterken de gemeenschap met Christus.

Christelijke groet

Op hun reizen hebben de apostelen dat dan ook steeds gedaan. Bij aankomst en afscheid werd de gemeente gegroet. Het boek Handelingen spreekt daar over. Maar ook in de brieven van het Nieuwe Testament vinden we groeten. Het was in joodse kringen gebruikelijk om aan het begin van een brief elkaar te groeten. Maar het bijzondere van de brieven uit het Nieuwe Testament is, dat daar vanuit de volheid van het Woord van God een diepere betekenis aan de oude woorden gegeven wordt. De apostel Paulus begint zijn brieven met: 'Genade en vrede zij u van God onze Vader en de Heere Jezus Christus'. Hij verbindt de oude vredegroet sjalom met het griekse chaire (weest gegroet), dat in klank nauw verwant is aan het griekse woord charis (genade) dat Paulus gebruikt. Zo wenst hij de gemeente alles toe wat zij nodig heeft: genade bij God en vrede om te leven. Hij bidt hen daarmee de zegen van de Heere toe. Tegelijk herinnert hij hen aan alles wat God hen geschonken heeft. Het leven van genade en vrede is het geloofsleven, waarin alle gemeenten verbonden zijn. Het komt van de Vader en de Heere Jezus Christus en wordt geschonken door de Heilige Geest. Zo worden de woorden genade en vrede gevuld door het evangelie, dat Paulus in elke brief mag verkondigen en herinneren zij de gemeenten aan de gemeenschappelijke bron waaruit zij leven mogen.

Verbondenheid

Deze groeten veronderstellen en bevestigen dus de gezamenlijke verbondenheid door het geloof in de Heere Jezus Christus. Ds. Pop schrijft in zijn commentaar bij 2 Kor. 1 : 2: Voor hen waren deze woorden geen cliché al waren ze oud en veel gebruikt. Ze konden er immers iets bij denken; iets wat hen was wedervaren en geschonken toen zij uit de doop opstonden tot het nieuwe leven in de gemeenten Gods. Deze genade en vrede stromen hun nog dagelijks toe uit die onuitputtelijke bron, die hier is beschreven met de woorden: God onze Vader en de Heere Jezus Christus. Paulus en de gemeente hebben deze God samen. Zij kennen Hem, hebben Hem lief, weten zich in Hem geborgen, hebben op Hem al hun verwachting gebouwd, ontvangen van Hem de genade die hen redt en de vrede die hen blij maakt'. Deze verbondenheid uit zich in een hartelijk omgaan met elkaar. Vrede is geen zaak om over te praten, maar om in te leven en die te beoefenen. Zo spreken de groeten van de apostelen over de eenheid in de gemeenschap der heiligen. De gezamenlijke liefde tot Christus en de liefde tot elkander reiken over de grenzen heen, zodat de apostel kan schrijven: 'U groeten al de heiligen'.

Heilige kus

In dat licht moet ook gelezen worden, wat de apostel herhaaldelijk schrijft: 'Groet elkander met de heilige kus'. Het was blijkbaar de gewoonte in de gemeenten elkaar op deze wijze te groeten als een blijk van liefde tot elkaar om Christus' wil. Dit gebruik heeft mede een oorsprong in de joodse wijze van groeten. Wij kennen dat gebruik niet, maar geven elkaar bij bepaalde gelegenheden een hand. Wie echter in Oost-Europa op reis is, zal het daar ook kunnen vinden. Bij een bezoek groet men een bekende met een handdruk, maar een vriend krijgt een omarming en een kus. Daar spreekt een nauwe verbondeheid uit. Zo mogen we dit bevel lezen. Calvijn zegt hierover in zijn commentaar bij Rom. 16 : 16: Het is een aansporing de onderlinge liefde te beoefenen. Paulus doet zijn best voor zover dat in zijn vermogen ligt om alle leden van Christus door de onderlinge band der liefde aan elkaar te verbinden'.

Paasgroeten

In het zenden van groeten gaat het dus ook om de versterking van de gemeenschap van de gemeenten, die ver van elkaar verwijderd zijn. Men mag het aan elkaar doorgeven, dat elders wordt meegeleefd en meegebeden en elkander wijzen op de Heere, Die trouw zorgt voor Zijn Kerk. Zo bezien, zijn Paasgroeten meer dan enkele briefkaarten. Wie schrijft, zal merken, dat er een band groeit met christenen achter het IJzeren Gordijn. Het doet ons ook des te meer bidden om de vervulling van de zegenwensen door de Heere. Daarbij worden we zelf versterkt in het geloof en opgeroepen elkander te dragen in de liefde. Daarom wijs ik u nog eens dringend op de mogelijkheden die er zijn om christenen in de strijd te steunen, bijvoorbeeld via de herv. geref. stichting Hulp Oost-Europa.

Eigen Gemeente

Maar ook in de eigen gemeente zijn deze groeten nodig. Dikwijls horen we klagen, dat er zo weinig liefde en onderlinge band is. Nieuw ingekomenen en jongeren voelen zich soms eenzaam in het midden van de gemeente. Waar is de liefde en de verbondenheid van het geloof merkbaar? 'Genade en vrede zij u... groet elkander met de heilige kus.' Onze landsaard zal ons dat laatste niet snel in praktijk doen brengen. Maar de onderlinge liefde is ook voor ons een heilige roeping. Hoe meer we de onderlinge band zoeken vast te houden, des te meer wordt het geloof versterkt en leeft de vrede in de gemeente. Ook voor ons geldt: groet elkander. Zelfs de tollenaars doen dat (Matth. 5 : 47). Zou dan de gemeente van Christus niet meer eensgezind en op elkaar betrokken moeten zijn? Ook dat hoort bij het opstandingsleven van Pasen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 maart 1983

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Paasgroeten: Meer dan kaarten

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 maart 1983

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's