Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Burgerlijke ongehoorzaamheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Burgerlijke ongehoorzaamheid

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Naarmate intussen de staat verder van Gods geboden afgroeit zal het getuigenis der kerk krachtiger moeten worden.

Op de laatst gehouden vergadering van de Hervormde Synode voegde ds. A. Polhuis mij publiek de vraag toe hoe wij over burgerlijke ongehoorzaamheid denken omdat wij - in casu de Gereformeerde Bond - sinds 1951, toen de nieuwe kerkorde werd ingevoerd, wél kerkelijke ongehoorzaamheid betrachten, doordat wij anderen, die óók artikel X van de kerkorde aanvaarden ('in gemeenschap met de belijdenis der vaderen') maar anders zijn en denken dan wij in de gemeenten soms buiten sluiten.

Mijn eerste opwelling was toen: dat, dat wil zeggen zulke ongehoorzaamheid, moet toch mogelijk zijn. En dan ligt het voor de hand te denken aan het Schriftwoord, dat men God méér gehoorzaam moet zijn dan mensen. Dat men derhalve ook méér gehoorzaam moet zijn aan inzettingen des Heeren dan aan inzettingen van mensen, of het nu kerkelijke of burgerlijke wetten betreft. Ik nam mij voor iets erover te schrijven maar bemerkte al spoedig: zó simpel ligt het niet.

Wat is er aan de hand?

De uitdrukking 'burgerlijke ongehoorzaamheid' is niet van de lucht. De PvdA, aangeslagen door de verregaande bezuinigingen die moeten worden doorgevoerd, maakte stemming met de slogan 'voor een dubbeltje geboren, voor een kwartje gepakt? ' En PvdA-man Marcel van Dam zei: 'Ik voorzie dat het helemaal misloopt. Grote groepen mensen, vooral de ongrijpbare groep, die niet georganiseerd is, voel je gewoon in opstand komen. Ik wil geen onheilsprofeet zijn, maar als je het mij vraagt: het loopt helemaal mis. (...) Ik voorzie chaos, opstand' (geciteerd bij drs. A. G. Knevel in Koers, 15-4-1983). Het is duidelijk dat de PvdA, opnieuw in de oppositie, in deze moeilijke tijden de vuurtjes, die tot die opstand, tot het 'helemaal misgaan' kunnen leiden, eerder aanwakkert dan blust.

Het begrip burgerlijke ongehoorzaamheid spitst zich thans vooral ook toe op de vredesproblematiek. 'Burgerlijke ongehoorzaamheid enige alternatief' is het opschrift boven een artikel in Hervormd Nederland (9 april 1983) waar verder boven staat 'De radicalisering van de Britse vredesbeweging'. Deze slagzin krijgt in Engeland thans concrete uitwerking rondom de basis Greenham Common op veertig kilometer van Londen. Op 12 december namen daar dertigduizend vrouwen deel aan een actie. Ze gaven elkaar een hand en maakten een twaalf kilometer lange omsingeling van het kamp. Dit beleg van het kamp, waar eind van dit jaar de eerste van 160 kruisraketten in het kader van de modernisering van de NAVO-kernraketten worden geplaatst, duurt nu al negentien maanden. Tengevolge van het vrouwenbeleg moest het kamp herhaaldelijk worden verkleind of verplaatst. Burgers bemoeilijken op deze wijze uitvoering van regeringsbesluiten. Burgerlijke ongehoorzaamheid!

Motieven

Is burgerlijke ongehoorzaamheid niet in strijd met democratische spelregels, waarvoor men allerwegen in de wereld opkomt? Het artikel in Hervormd Nederland geeft daarop duidelijk antwoord. 'De democratie kent haar grenzen.' Toelichting: 'Wanneer bijvoorbeeld Hider een parlement zou hebben gehad en dat parlement had voor de gaskamers gestemd, dan zouden wij die beslissing ook niet ondersteunen'. De rol van het parlement is tenslotte begrensd.

Bruce Kent van de Engelse vredesbeweging zegt dan: 'Het overtreden van de wet is een heel oude traditie, maar de meeste christenen zien het nog niet als iets dat juist heel goed kan zijn'.

Als ik hier - tussentijds - iets op zeggen moet is het dat in deze redenering natuurlijk een kern van waarheid zit. Ik begon al in dit artikel met te zeggen, dat men God meer moet gehoorzamen dan de mensen. Wanneer iemand in geweten (om maar een voorbeeld te noemen) tegen vaccinatie is, zal hij bij overheidsdwang en dus gewetensdwang ongehoorzaam zijn. Wanneer iemand persoonlijk gedwongen wordt iets tégen zijn geweten te doen zijn de inzettingen Gods meer (waard) dan landswetten, die corrupt kunnen zijn.

Maar hier gaat het intussen om een collectieve zaak, om massaal verzet tegen regeringsbesluiten. Het gaat om collectieve wetsovertreding. Waarbij dan nog de vraag rijst hoe, waardoor en door wie dit verzet gevoed wordt. De vraag is bovendien op persoonlijke overtuiging tot zulke collectieve burgerlijke ongehoorzaamheid leiden mag.

Vredesbeweging in Nederland

Ik werd getroffen door een interview in NRC Handelsblad met ds. C. Roos, onze synodepraeses. 'De goede zaak van het IKV komt slecht over vindt hij. Ds. Roos geeft in alle duidelijkheid te kennen dat, wat hem betreft, de kerk nog wel verder mag gaan in haar uitspraken dan ze heeft gedaan. Wat hem betreft moet duidelijk worden dat 'nee' tegen bezit én gebruik van kernwapens tot het belijden van de kerk, tot de 'status confessionis' behoort. Ik volg hem daarin niet. Maar intussen zegt hij van het IKV het volgende:

'Maar wat deed het IKV, óns Interkerkelijk Vredesberaad. Dat verklaarde zijn zienswijze tot de enig juiste en ging daarin al zijn energie steken, terwijl de hervormde synode met zijn oproep tot steun aan het voorstel tot denuclearisering daarover ook juist een intensievere gedachtenwisseling wilde aanzwengelen. Die manier waarop het IKV werkt, die mag wel hoor, maar het moet dan wel weten dat het zich van ons verwijdert als het in plaats van een beraad een politieke actiegroep wordt. Mijn probleem is dat binnen het IKV geen ruimte meer bestaat voor discussie, dat men de gelijkgezinden in kernen heeft georganiseerd en dat die zich alleen maar met acties en actievoorbereiding bezighouden. Nogmaals: Allemaal best, maar het Interkerkelijk Vredesberaad vergeet dat de kerken nog niet zo ver zijn, dat kerken geen IKV-kernen zijn. Het is nu van het grootste belang dat het Vredesberaad de ruimte blijft en de ruimte blijft bieden waarbinnen pastoraal-politiek wordt nagedacht over vrede en veiligheid. Dat er tegenbewegingen worden opgericht, dat betekent dat het IKV als beraad dreigt te mislukken maar als actiegroep is geslaagd.

Is de Vredesbeweging nog wel zo gebrand op de steun van de kerken of heeft zij die als te traag laten vallen?

Roos: Dat hoor ik ook wel eens. Het merkwaardige is dat de Vredesbeweging de zaken op hun kop heeft gezet, de rollen heeft omgekeerd. Het IKV komt voort uit de kerken; het was en is een beraad van én voor de kerken. Maar je ziet nu dat het zich helemaal gaat verzelfstandigen en steun gaat zoeken bij allerlei andere groepen en instellingen dan de kerken.

Maar het is óns beraad, wat daar beraden wordt moet bij óns op tafel komen en moet ik niet alleen maar in de krant lezen.

Ik zou liever niet over het IKV willen praten, maar nu het zich blijft afsluiten voor discussie om zo des te meer een vuist te kunnen maken, is het nodig te zeggen wat ik moet zeggen. Het zou ons goed doen als de IKV-oren en -ogen eens opengingen. Ik begrijp best dat de kerken in zijn ogen niet hard genoeg opschieten, maar wil het IKV met de negen aangesloten kerken "on speaking terms'' blijven, dan moet zijn beleid worden bijgesteld.'

Het probleem

Hier ligt intussen een kern van de kwestie als het gaat om burgerlijke ongehoorzaamheid in collectief verband. Een minderheid in de samenleving is zó overtuigd van eigen gelijk en legt - zoals in Engeland maar ook in Nederland steeds meer bepleit - langs in feite revolutionaire weg de wil op aan het volk door uitvoering van besluiten te boycotten. Als we deze lijnen door gaan trekken, waar moeten we dan uitkomen? Als niet meer geestelijke overtuiging maar revolutionaire boycot onze wijze van optreden in de samenleving gaat bepalen.

Binnen een partij als de SGP - ik noem maar een voorbeeld - wordt (terecht) geprotesteerd tegen de zondagsontheiliging in de samenleving. Wat ervan te denken als SGP-ers massaal (voor zover dat mogelijk is) zondagstreinen gaan blokkeren of voetbalwedstrijden op zondag gaan verstoren.

Het verzet tegen de legalisering van de abortus provocatus was breed in het volk. Toch was het niet zo sterk dat de nieuwe wetgeving kon worden verhinderd. Wat te denken als mensen, die het principieel met die wet oneens zijn nu de Bloemenhove-kliniek gaan bezetten? Wat te denken als mensen het optreden van het godlasterende cabaret van Leendert Jongewaard gaan verstoren of al die voorstellingen en uitvoeringen, die een godslasterlijk of zedebedervend karakter hebben? Als we deze lijnen door gaan trekken naar allerlei groepen en groepjes in de samenleving, die elk op eigen inzichten besluiten om bepaalde wetten niet te gehoorzamen of bepaalde onderdelen van de belasting niet te betalen, dan is de anarchie in feite gegeven. Dan is de hel in onze samenleving losgebroken. Dan is het uit met de rechtsstaat, al blijft onbetwist dat de rechtsstaat zelf onder profetische kritiek van de kerk staat, juist ook in genoemde kwesties.

De overheid zelf

De overheid is er altijd nog - dat behoort tot ons onopgeefbare christelijke belijden - om de ongeordendheid onder de mensen te bedwin­gen (art. 36 NGB). Dat wil ook zeggen: om mensen van uiteenlopende inzichten, opvattingen, overtuigingen toch harmonisch te doen samen wonen. In dat opzicht is de parlementaire democratie - mits zélf genormeerd - een groot goed. Een boek van dr. G. Puchinger, in 1981 bij Terra te Zutphen uitgegeven onder de titel 'Ontmoeting met Nederlandse politici' (uit het verleden voornamelijk) vangt aan met een citaat van Plato uit diens 'De Staat': 't Gaat hier immers niet om het eerste het beste; het gaat om niets minder dan den vraag: hoe moeten we leven'. En dan haalt Puchinger in zijn voorwoord dr. H. Colijn aan, die op 10 augustus 1940 in de Apollohal in Amsterdam zei:

'Maar ook zal men iets anders moeten beseffen. Dit nl., dat het Nederlansche volk nu eenmaal uit drie groote geestelijk verschillend georiënteerde groepen is samengesteld. Een derde van dit volk is, om het maar in gewone taal te zeggen, orthodox Protestant, een derde is Roomsch Katholiek, een derde is gegrepen door de grondgedachten van het humanisme. Deze drie groote geestelijke stroomingen zijn er nu eenmaal in ons volk en bij allen arbeid, die op pracktisch terrein verricht wordt, zal men ook met dat feit moeten rekenen. Dat bedoel ik o.a. met de aanvaarding van de historische beginselen waaraan onze Staat zijn oorsprong dankt.'

Welke overtuiging men ook hebben mag orntrent de inrichting van ons staatsbestel, dit is de feitelijke situatie. Het gaat dan om samen leven. En dan gaat het om geestelijke overtuiging, om veranderingen tot stand te brengen. Maar bij alles staat het respect voor de overheid als dienaresse Gods recht overeind. Gehoorzaamheid aan de overheid als zodanig is óók een gewetenszaak.

Dat mag dan overigens de overheid zélf ook wel beseffen. Want of die zélf zo overtuigd is van de hoge roeping van haar ambt? Ik citeer P. Vos, voorman van NRC/Handelsblad: 'Doordat overdreven eisers zo weinig worden teruggeroepen krijg je een soort haasje-over van zielige groepen. (...) Ik denk dat er zoveel groepen op het Binnenhof komen omdat de houding van de politici zo uitnodigend is'. Welnu dan wordt de overgang naar burgerlijke ongehoorzaamheid gemakkelijker, komt de revolutie binnen bereik. In hetzelfde boek van Puchinger wordt aandacht gegeven aan mr. P. J. Troelstra. 'De jongeman, die eens een Luther zei te willen worden, werd een Troelstra.' Met de vraag 'revolutionair of gouvernementeel' , aldus Puchinger, is deze voorman van de SDAP nooit klaar gekomen. 'Dit verklaart zijn greep naar de macht als de mislukking daarvan in 1918.'

Waarheen?

We moeten wel weten op welke weg we ons begeven als we die van de collectieve burgerlijke ongehoorzaamheid gaan. Dan moeten we ons - en ik bedoel met ons christenen - wél in een situatie bevinden, waarin we persoonlijk gedwongen worden dingen te doen, die we naar het gebod Gods niet mogen doen of dingen na te laten (zoals het samenkomen in de gemeente), die we niet mogen nalaten. Of dan moeten we wel in een staatsbestel leven dat zó demonisch is geïnfecteerd dat de elementaire beginselen van de rechtsstaat weg zijn, zoals in Hitler's Derde Rijk.

In de tijd van de Joodse opstand ('67-'70) grepen de radicale zeloten de macht. Flavius Josephus wijt alle ellende, die toen over Jeruzalem kwam aan hen. Onder de apostelen was ook een zeloot, Simon. 'Dat zal dan wel op zijn verleden zien' heeft dr. Herman Ridderbos geschreven. Want Jezus heeft, wel niet met zoveel woorden maar wél metterdaad, het optreden der zeloten afgewezen.

Voor ons ten voorbeeld bij de beoordeling van moderne zelotische drijvers, die thans tot collectieve burgerlijke ongehoorzaamheid oproepen. Ik zei het probleem niet eenvoudig te vinden. Toch geloof ik dat de conclusie geen andere mag zijn. Naarmate intussen de staat verder van Gods geboden afgroeit zal het getuigenis der kerk krachtiger moeten worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 april 1983

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Burgerlijke ongehoorzaamheid

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 april 1983

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's