Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tweedelig of driedelig (4)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tweedelig of driedelig (4)

Pastorale overwegingen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De mens kreeg geen levende ziel, hij werd tot een levende ziel. Een levend wezen met een eigen persoonlijkheid.

Een levende ziel

Wie kent niet die zo bijzondere woorden uit het scheppingsverhaal '...en hij werd tot een levende ziel?' Als de Heere God de mens de levensadem in de neus blaast, is de mens een levende ziel. De ademhaling is een van de bijzonderste kenmerken van elk levend wezen. De mens kreeg geen levende ziel, hij werd tot een levende ziel. Een levend wezen met een eigen persoonlijkheid. De Heere is zo veelvuldig en veelvormig in Zijn scheppingswerk. Dat geldt niet minder van Zijn herscheppende genade. Ieder wordt weer anders toegebracht en geleid, al is er hartelijke overeenstemming onder Gods kinderen over de hoofdzaken.

Ziel en lichaam

Met name in het Oude Testament wordt duidelijk hoe nauw ziel en lichaam aan elkaar verbonden zijn. Soms wordt gedacht, dat de ziel zetelt in het bloed, denk aan teksten uit Levitikus 17. De Israƫlieten mochten daarom beslist niet het bloed van dieren eten. De levenskracht vloeide weg uit een dier, als men het zwaar gewond aantrof en zag leegbloeden om zo te zeggen. De ziel is het ook die het lichaam in beweging brengt, als 't ware motorische kracht verleent. Elia heeft in moedeloosheid verzucht Heere, neem toch mijn ziel, dan is mijn leven weg. Op gelijke wijze bad hij bij de opwekking van de zoon van de weduwe van Sarfath of de ziel van het kind in hem mocht terugkeren. Bij en van de Heere is alle leven. Heel moeilijk is de vraag op welk moment het kindje, dat groeit in de moederschoot, de ziel ontvangt. Maar bij de belijdenis dat van God alle leven is, houden we er maar aan vast dat de bevruchting een scheppingswonder Gods is en menselijk leven brengt.

Toch uitzicht

Velen ontkennen, dat de Bijbel zou leren, althans wat het Oude Testament betreft, een leven na dit leven. Nu is het op zich waar, dat weinig teksten daarover spreken. Echter, men moet ook deze naar de belijdenis van onze kerk treffend elders zegt, niet zozeer tellen als wel 'wegen' Jakob heeft getuigd van zaligheid Gods, waarop hij wachtte. Genesis 49. De psalmist wist, dat de Heere hem nooit zou vergeten, zelfs niet zijn ziel, zijn leven in de hel. En wie zingt door het geloof niet mee met de dichter, al is het ook in de berijming. Psalm 49: maar na de dood is 't leven mij bereid. God neemt mij op in Zijne heerlijkheid? Vooral in de psalmen kunnen we, als 't over de zin ervan gaat, het woord 'ziel' wel eens weergeven door het persoonlijk voornaamwoord 'mij'. Denk aan wat David getuigt: velen zeggen van mijn ziel, d.i. van mijzelf van mij persoonlijk: gij hebt geen heil bij God, Psalm 3. Maar daarmee wilde David zeer duidelijk wijzen op zijn bestaan hier en nu. In Psalm 42 is de dichter met niemand anders dan met zichzelf in gesprek: wat buigt ge u neder, o, mijn ziel en wat zijt ge onrustig in mij? Heerlijk mag David belijden in de wonderschone herderspsalm: Hij verkwikt mijn ziel... Dan is het, alsof de gehele mens weer opleeft. Goddelijke reanimatie! Voor nu en voor straks, voor altijd is er hoop op de Heere voor de gelovige.

Nieuwtestamentische getuigenis

Evenals het woord voor ziel in het Oude Testament nefesj-ziel verschillende betekenissen dus heeft, kent ook het woord voor ziel in het Nieuwe Testament psyche-ziel, verschillende noties. Breed zullen we er niet op ingaan, maar ik denk wel aan die bijzondere tekst: vreest niet voor degenen die het lichaam kunnen doden, maar de ziel niet kunnen doden... vreest wel Hem, Die macht heeft de ziel in de hel te werpen. Vervolgers kunnen Gods kinderen bang en angstig maken. Maar, zij kunnen slechts het lichaam aandoen. De ziel is voor hen onbereikbaar. Er is m.a.w. nog niets verloren, als Gods kinderen worden omgebracht en naar het lichaam sterven. Het lichaam is niet de gehele mens immers. We moeten er wel voor oppassen om op grond van deze tekst het lichaam minderwaardig te achten in vergelijking met de ziel. En daarvan is geen sprake. Heel opmerkelijk is wat Paulus schrijft in 1 Korinthe 15 : 44-46: een natuurlijk lichaam wordt gezaaid, een geestelijk lichaam wordt opgewekt. Voor natuurlijk lichaam staat 'psychikos', voor een geestelijk lichaam 'pneumatikos'. De eerste mens.

Adam had het eeuwige leven niet in zichzelf, de laatste Mens of de Tweede Adam daarentegen wel. Met grote nadruk spreekt de apostel over de lichamelijke opstanding. Het lichaam van de op de aarde levende mensen is tijdelijk, vergankelijk. Het leven van het opstandingslichaam straks, gewaarborgd in de lichamelijke opstanding en hemelvaart van de Zaligmaker, is onvergankelijk, onsterfelijk, heerlijk. In 1 Korinthe 2 schrijft Paulus over de natuurlijke mens, die de dingen van de Geest Gods niet verstaat, werelds denkt en leeft, en de geestelijke mens, die door de Heilige Geest inzicht kreeg in de verborgenheden van Gods Koninkrijk. Een volgende keer schrijf ik nog graag iets over 'de geest' om dan af te ronden.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 april 1983

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Tweedelig of driedelig (4)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 april 1983

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's