Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Dokkumer Wouden, kerkelijk en geestelijk

Bekijk het origineel

De Dokkumer Wouden, kerkelijk en geestelijk

Het koude hoge Noorden (slot)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Helaas is het nu dikwijls zo, dat zelfs daar, waar nog lang de prediking van de Waarheid geweest is, nu de prediking naar Schrift en Belijdenis dikwijls verzet ondervindt.

In de vorige artikelen in deze serie hebben wij geprobeerd wat fragmentarische blikken te werpen op het kerkelijke en geestelijke leven in Friesland en - overeenkomstig het verzoek van de redactie van dit blad - met name in de Dokkumer Wouden, hier in het 'koude hoge Noorden'.

Wij zagen hoezeer Friesland doordrenkt is geweest van de beginselen van Reformatie en Nadere Reformatie; ook hoe de invloed van het Reveil (de geestelijke opwekkingsbeweging van de 19e eeuw) in deze streken krachtig heeft gewerkt. Dit geldt wel met name voor de Zuidwest-en Noordoosthoek van Friesland. Oude mensen kunnen uit hun vaders of grootvaders tijd er soms nog van weten en vertellen.

Vragen

Zien wij intussen de werkelijkheid en de gesteldheid van het heden, dan moet echter onwillekeurig de vraag rijzen: Waar is dit alles gebleven? En dat in zo'n betrekkelijk korte tijd? Wij zagen hoe de Doleantiebeweging van 1886-1892 en de ontwikkelingen in de Geref. kerken hieraan voor een groot deel debet zijn. Veel gereformeerd bloed was weggezogen uit de Hervormde Kerk, terwijl de Geref. kerken in een mensenleeftijd een ontstellende metamorfose ondergingen.

Toch is hiermee niet alles verklaard. Want ook na de Doleantie was er - zoals wij zagen - op tal van plaatsen ook in de Hervormde Kerk van Friesland een Schriftuurlijk-bevindelijke prediking te beluisteren en een levend Godsvolk aan te treffen. Waar is, in het algemeen gesproken, dit gebleven? Is dit alles te wijten aan een objectiverende prediking, op den duur gevolgd door de kleurloosheid van de middenorthodoxie? Is ook hier de nood der kerk de nood der prediking? Of heeft op bepaalde plaatsen misschien wel de Waarheid kortere of langere tijd van de kansels geklonken, zonder toch te weinig in de harten en levens van de hoorders geworteld te zijn? Vragen die nader onderzoek, vooral ook op plaatselijk niveau, waard zijn. Intussen zitten wij in een bedenkelijke werkelijkheid.

Waar zijn bij voorbeeld de gezegende dagen van ds. E. J. Homoet en van dr. E. C. Gravemeyer te Oldeboorn (1886-1891)? Toen vlogen - naar men mij vertelde - de stenen door de ruiten van de aanhangers van deze 'fijne' dominees, zo scherp lag toen het onderscheid tussen 'de finen en de grouen'. Maar nu gaan verwaterd Hervormd en Gereformeerd er 'Samen op Weg'.

Waar zijn de dagen van ds. T. Lekkerkerker (1914) en ds. D. J. Hupkes (1927) te Wanswerd, die stampvolle kerken trokken uit heel de omgeving, waar vanouds vele kinderen Gods gevonden werden? Nu is de kerk er bijna leeg.

Waar vindt men de uitstralende eenvoud en godsvrucht van mannen als de oefenaar Thomas Sjolles Sinia (overl. 1880) te Sybrandahuis onder Rinsumageest? Hij was de rechterhand van de bevindelijke ds. A. E. Kingma; als ouderling veel gevraagd bij ziek-en sterfbedden en als leider van begrafenissen. Van ds. Kingma zei men in die tijd: Hij legt het fundament. Van ds. Ploos van Amstel te Reitsüm: Hij trekt het muurwerk op. Van ds. Warmolts te Ede: Hij zet het huisraad op zijn plaats. Maar van Thomas Sjolles Sinia werd gezegd, dat hij stond voor alle drie. Hij preekte ook wel voor ds. Kingma en stelde dan de grondwaarheden van de Schrift duidelijk, krachtig en zielsbevindelijk voor. Een man zeer belezen in de Oude Schrijvers, maar bovenal in Gods Woord. 'Zo zijn ze er nog maar zelden in onze dagen, zulke lieden, afgezonderd met een boekje in een hoekje', zei reeds 40 jaar later wijlen dr. G. A. Wumkes in zijn beroemd werk over het Friese Reveil. 'Krantlezen, fietsen, meetings houden, met al die drukte heeft men voor zulke mensen geen woord meer over. Maar juist deze mensen hadden een scherp oog voor de ijdelheid en de nietigheid van de wereld. Het ontzaglijke van de eeuwigheid legde beslag op hen. Zij achtten het schade om stenen voor brood te nemen'. Worden er nu niet veelal stenen voor brood verkocht? En waar is de levende klacht?

Waar is de tijd van ds. J. H. Koster te Wouterswoude (1918-1923), die uit alle windstreken zijn kerkgangers trok, zodat men wel zegt dat hij nog meer voor mensen van buiten dan voor zijn eigen kleine gemeente ten zegen is geweest. Nog vertelt men van de vromen die dan bij mensen als Lammert Wietzes Haalstra (een bekende onder Gods volk) hun brood opaten en de tijd sleten met geestelijke gesprekken.

Waar vindt men nog Zondagsschoolonderwijs als van Froukje Kobus te Driesum? Waar vindt men een geestelijke vriendinnenkring als rondom dominees-mevrouw Verwey aldaar (ik noem namen als Anna van de kleermaker is Anna van der Zwaag; Doede Elske is wed. E. Wiersma-Visser; Froukje Kobus en anderen)? Het gezelschapsleven in de Dokkumer Wouden, voorzover het er nog is, is kwijnend.

En waar zijn vroegere 'bondsgemeenten' elders in Friesland, als Suawoude, Tietjerk, Oosternijkerk, Oudemirdum, Burum, Wierum gebleven? Waar zijn ook de gemeenten zonder 'Bonds-etiket, waar toch ook de prediking in vroeger tijden geest en leven was? Was er vroeger een gezegde: 'Een goede predikant moet je uit Friesland halen', tegenwoordig wordt er wel gezegd: 'Kan een dominee nergens terecht, dan vindt hij in Friesland nog wel een plekje'. En zegt een oude Friese uitspraak: 'Wij Friezen knielen alleen voor God', tegenwoordig schijnt Gods Woord geen gezeg meer te hebben, maar buigt nien alleen nog voor de tijdgeest. Helaas is het nu dikwijls zo, dat zelfs daar, waar nog lang de prediking van de Waarheid geweest is, nu de prediking naar Schrift en Belijdenis dikwijls verzet ondervindt. Vrijwel zonder slag of stoot worden ook alle vernieuwingen in de eredienst geaccepteerd. Hooguit wordt er door ouderen nog wat gemompeld als: Voor ons hoeft het niet! Maar op het Schriftuurlijk gehalte weet men de zaken niet te beproeven: noch de prediking, noch de ambtsopvatting (vrouw in het ambt), noch de liturgie (liedboek e.d.). De levensstijl is over het algemeen zeer wereldgelijkvormig geworden, vooral op het gebied van kleding, Zondagsopvatting en vrije-tijdsbesteding. Vrouwen in mannenkleding en met ongedekte hoofden in de kerk achten zichzelf een normaal verschijnsel. De televisie vindt gretiger ingang dan een geestelijk boek of tijdschrift. Inplaats van een geworteld-zijn in Schrift-en geloofskennis is er een overheersende onkunde in de zaken van geloof en geschiedenis. Men kan zich nogmaals afvragen: Hoe is het toch mogelijk dat zoveel waarden in zo korte tijd verloren zijn gegaan?

Openingen

Niettemin doet zich het verschijnsel voor, dat er ondanks zoveel onkunde, oppervlakkigheid en verwatering, ja ondanks verzet tegen de Waarheid, in Friesland toch ook nog openingen zijn voor de rechte gereformeerde prediking. Waar jarenlang de prediking van de Heidelbergse Catechismus is nagelaten, ondervindt het hernieuwde onderwijs uit dit Schatboek der kerk duidelijke belangstelling. Juist in een omgeving, waar de Waarheid eertijds zulke diepe sporen getrokken heeft en diezelfde Waarheid nu zo spaarzamelijk van de kansels beluisterd wordt, blijkt een dringende behoefte te bestaan aan een duidelijk belijnde prediking naar Schrift en Belijdenis. Deze prediking wordt veelal niet bewust begeerd en voorgestaan. Toch blijkt zij de gemoederen aan te spreken. Zij wekt verzet. Maar zij trekt ook hoorders. En het komt mij voor, dat er alleen nog grond voor hoop is in de weg van een rechte Woordbediening, waar gewezen wordt op de weg des gebeds, op de noodzakelijke bediening des Geestes, op de zegen van een wandel in de weg van Gods

inzettingen, op de ontfermingen Gods over een verbroken hart en een verslagen geest, 'op de bodem aller vragen ligt der wereld (ook Frieslands) zondeschuld'.

'Werp het Woord er maar in', zei toch eenmaal Kohlbrugge, 'en gij zult wonderen zien'. En uit het verbrijzeld hart rijze ook voor de kerk van Friesland de bede: 'Veni Creator Spiritus', kom. Schepper, Geest!

'Uw werk, o Heere, behoud dat in het leven in het midden der jaren, maak het bekend in het midden der jaren; in den toorn gedenk des ontfermens!' (Hab. 3:2).

O, Friesland! land mijner vaderen!

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 juni 1983

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

De Dokkumer Wouden, kerkelijk en geestelijk

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 juni 1983

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's