Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zending en dialoog

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zending en dialoog

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onwrikbaar staat vast de roeping van christenen om getuigen te zijn van hun Heer en van het Koninkrijk van God.

In een eerder nummer van de Waarheidsvriend (18 augustus) brengt ir. J. van der Graaf scherpe kritiek op mij uit op grond van twee beweringen die ik volgens het Nederlands Dagblad in Vancouver zou hebben gedaan. Ik zou gezegd hebben dat de roeping tot dialoog in onze tijd belangrijker is dan de opdracht tot zending en dat evangelieverkondiging de dialoog met andere religies in gevaar kon brengen. In werkelijkheid heb ik geen van beide beweringen ooit gedaan. Na telefonisch contact met ir. Van der Graaf bood deze mij ruimte aan in De Waarheidsvriend om de zaak recht te zetten. Dat stel ik op hoge prijs en doe ik gaarne.

Eerst even iets over de vermoedelijke wijze waarop het misverstand tot stand gekomen kan zijn. In het kader van het bezoekersprogramma in Vancouver gaf ik een lezing over de christelijke visie op het leven voor de wereld, terwijl een moslim de islamitische visie gaf. Tijdens de discussie werd mij gevraagd of ik wel toekomst voor de dialoog zag. Ik heb onder meer geantwoord dat de herleving van het fundamentalisme - en ik dacht daarbij vooral ook aan het islamitische fundamentalisme - de dialoog ongetwijfeld in gevaar brengt. Maar dat is heel wat anders dan dat de evangelieverkondiging de dialoog met andere religies in gevaar brengt, laat staan dat zij door de dialoog vervangen zou moeten worden.

De lezers hebben er ongetwijfeld meer aan te weten wat ik wél over de relatie van zending en dialoog zou willen zeggen dan wat ik niet gezegd heb. Daarom kort nog de volgende gedachten ter overweging.

Onwrikbaar staat vast de roeping van christenen om getuigen te zijn van hun Heer en van het Koninkrijk van God. Zij zullen anderen, en vooral ook zichzelf, moeten oproepen om tot omkeer (bekering) te komen en 'de weg' te gaan, zoals de uitdrukking in de Handelingen der apostelen luidt. In de laatste tientallen jaren zijn echter veel christenen er van overtuigd geraakt dat we toch ook nog op een andere manier tegen aanhangers van andere religies moeten aankijken dan alleen als voorwerpen van onze zendingsaktiviteit. Zij zijn ook onze medemensen en vaak onze medeburgers met wie we in vrede en vrijheid moeten samenleven. Het sterkst voelen dat christenen die als kleine minderheden wonen in niet-christelijke samenlevingen zoals in India, Indonesië enz. Maar ook in Nederland zijn we voor de situatie komen te staan dat we honderdduizenden moslimse en hindoese medeburgers hebben. Nu lijkt het mij een christelijke houding dat we met aandacht en respect met die anderen omgaan. We zullen moeten proberen ze te begrijpen naar hun beste bedoelingen en daarom bereid moeten zijn naar hen te luisteren. We zullen geen vals getuigenis over hen moeten willen geven.

Zulk een houding wordt aangeduid met het woord dialoog. De vraag is nu of die dialoog in strijd komt met de roeping tot getuigenis. Mijns inziens niet. In de eerste plaats treedt een christen in die dialoog met zijn eigen getuigenis. Hij hoeft zijn geloof niet te verraden als hij met respect met de ander omgaat. In de tweede plaats is een open relatie van wederzijds respect in veel gevallen de enige manier om als christen getuigenis te geven van Gods liefde die in Jezus Christus verschenen is. Zodra wij de diepste overtuigingen van de ander gaan attakeren en denigreren, sluit zich oor en hart voor ons getuigenis.

Hiermee is lang niet alles gezegd over het onderhavige onderwerp maar wellicht is duidelijker geworden waarom ik en vele anderen zending en dialoog niet als een dilemma (een kwestie van het één of het ander) zien maar eerder als twee manieren van benadering van anderen die elkaar niet uitsluiten.


In de Waarheidsvriend van 18 augustus plaatste ik een artikel onder de titel 'Op het scherp van de snede'. Daarin ging ik o.a. in op wat prof. dr. D. C. Mulder, sinds kort voorzitter van de Raad van Kerken in Nederland, in Vancouver gezegd heeft over de dialoog tussen christenen en aanhangers van andere wereldreligies. Ik baseerde mij op de verslaggeving terzake in het Nederlands Dagblad. Prof. Mulder voelde zich in de verslaggeving in genoemd dagblad geen recht gedaan. Ik kan niet in een beoordeling daarover treden. Gezien echter de commentaar, die ik op zijn uitlatingen gaf - een commentaar dat door middel van een telexbericht van het ANP breder verspreiding kreeg - geven we hier de nadere toelichting van professor Mulder door voor de lezers, zonder in een verdere discussie over het moeilijke probleem van de dialoog te treden.

J. van der Graaf

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 september 1983

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Zending en dialoog

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 september 1983

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's