Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het pastoraat in de prediking (1)

Bekijk het origineel

Het pastoraat in de prediking (1)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De algemene zielzorg heeft haar plaats in de bediening des Woords, de bijzondere zielzorg geschiedt in het huisbezoek.

Inleiding

In het klassieke formulier tot bevestiging van een dienaar des Woords wordt als eerste taak van de dienaar des Woords genoemd, dat hij het Woord des Heeren grondig en naar waarheid aan zijn volk zal voordragen en het toeëigenen, zo in het algemeen als in het bijzonder, tot nuttigheid der toehoorders met onderwijzen, vermanen, vertroosten en bestraffen, naar eens ieders behoefte, verkondigende de bekering tot God, de verzoening met Hem door het geloof in Christus en wederleggende met de Heilige Schrift alle dwalingen en ketterijen, die tegen de zuivere leer strijden. Even verderop wordt het Schriftbewijs daarvan gegeven, als Paulus aanhaalt: 1 Timotheus 5 vers 17: de dienaren des Woords arbeiden in het Woord, of zoals de tekst letterlijk luidt: dat de ouderlingen, die wel regeren, dubbele eer waardig geacht worden, voornamelijk die arbeiden in het Woord en de leer. Voor het woord 'arbeiden' staat in het oorspronkelijk een aanduiding, die wij het allerbeste kunnen vertolken met 'zwoegen'. Het is geen gemakkelijk ere-baantje, maar de taak hun toevertrouwd eist de inzet van hun gehele leven, de overgave van hun geest, ziel en lichaam. Nu valt uiteraard dezeTaak wel in een aantal specialismen uiteen, maar de samenvatting wordt toch wel gegeven in 'arbeiden in het Woord' of het nu in de leerkamer is, op de kansel, of in de huizen van de gemeenteleden. Naast de strikt ambtelijke taken van een predikant, onder bovenge­noemde noemer samengevoegd, brengt het gemeentelijke leven ook vaak bijbaantjes met zich mee. U kunt daarover oordelen zo u wilt, maar ditmaal willen wij ons op de hoofdzaak concentreren. Zelfs verdient het de voorkeur de nevenbaantjes eerder te besnoeien dan te vermeerderen. Echte arbeid in het Woord vult de dagen geheel. Om ons onderwerp op het spoor te komen gaan wij allereerst nadenken over het karakter van dit pastoraat.

Karakter

Wij komen het kenmerk van het pastoraat in de prediking nader onder het oog, wanneer wij twee soorten van pastoraat onderscheiden. Van oudsher heeft de kerk een tweedeling aangebracht tussen de cura generalis en de cura specialis. De cura generalis is de algemene zielzorg. De cura specialis is de bijzondere zielzorg. De algemene zielzorg is het doel en het voorwerp van de prediking, de catechese en de liturgie. De bijzondere zielzorg is het doel en het voorwerp van de speciale kerkelijke zielzorg, die bijvoorbeeld op het huisbezoek wordt gegeven of in het gesprek onder vier ogen. Het onderscheid tussen beide soorten van zielzorg is niet gelegen in het doel of het middel, maar in het voorwerp van de zorg.

De cura generalis bedoelt de gemeente in haar totaal, die van haar individuele stemmingen en toestanden wordt losgemaakt, opdat het éne gemeenschappelijke Evangelie naar de omstandigheden en de behoeften, ook van de enkeling, vrij wordt toegepast. Hier leggen wij evenwel toch de klemtoon op hetgeen een bepaalde gemeenschap als totaal kenmerkt. De cura specialis bedoelt het afzonderlijk gemeentelid, aan wie hetzelfde Evangelie, in zijn individuele stemmingen en toestanden wordt gebracht, opdat het individueel wordt aangewend en door hem individueel de wereld wordt overwonnen. De nadruk ligt hier sterk op het enkelvoudige gemeentelid temidden van de grote massa. De cura specialis veronderstelt de cura generalis. De zegeningen van de algemene zielzorg wil men in persoonlijke omstandigheden vruchtbaar maken. Men kent en doorgrondt een gemeente in algemene trekken en zal nu ook gemakkelijker toegang hebben bij de particuliere mens, in die omgeving. Wij zouden het met een beeldspraak kunnen omschrijven. Bij de algemene zielzorg staat u op de trans van de kerktoren. Daar ligt het patroon van de gemeente vóór u en onder u. U proeft de algemene levenssfeer van de gemeente. Bij de cura specialis gaat u door de voordeur of de achterdeur naar binnen. U ruikt de etenslucht in dit of dat bepaalde gezin. U hoort de kinderstemmen. U bemerkt de ruzie en de gespannen sfeer die er juist hangt.

Algemene situatie

Het spreekt nu geheel vanzelf, dat het pastoraat in de prediking niet ingaat op de hoogst persoonlijke toestanden en behoeften, maar de algemene situaties belicht. Een prediker mag een toestand nooit zo in de finesses tekenen, dat ieder weet welk speciaal geval wordt bedoeld en welke personen er bij betrokken zijn. De dienaar des Woords moet zich er nooit toe laten verleiden een toepassing te gebruiken om de gebreken van de plaatselijke burgemeester, een schoolhoofd, een directeur of een veilingmeester, of ze nu kerklid zijn of niet, aan te duiden en hun individuele zonden aan te wijzen en te bestraffen. Dat is niet fijn gevoeld en is trouwens ook niet naar het Evangelie. De bedoelde personen worden verbitterd en hun gezag raakt ondermijnd.

De algemene zielzorg heeft haar plaats in de bediening des Woords, de bijzondere zielzorg geschiedt in het huisbezoek. Moet iemand persoonlijk worden vermaand, dan geschiede dat onder vier ogen. Het is nodig in de toepassing te specialiseren, maar de speciale gevallen moeten in de preek zo worden behandeld, dat ze een groep kenschetsen en een type, geen persoon aanduiden. Er is dus in het pastoraat in de prediking nodig voortdurende omzichtigheid. Vooral in kleine gemeenten, dorpen en steden. Iedereen kent elkaar. Het gevaar van kwetsing en schending van geheimen is dan aanwezig. Maar hoe fijnzinnig en teer de prediker ook moet handelen ten aanzien van het uitwendige, er moet wel zielzorg aanwezig zijn. De prediking blijve niet boven de gemeente hangen. Het Woord kome op de mensen toe. Het pastoraat in de prediking hake dan aan bij de algemene behoeften der gemeente, die alle tijden door hetzelfde zijn: de noodzaak van geloof en bekering. Vervolgens hebben wij de bijzondere behoeften. In Laodicea behoeft men niet tegen overdreven godsdienstijver te waarschuwen. Tenslotte zijn er nog de ogenblikkelijke behoeften. Er is een goede actualiteit vereist. Ook het geestelijk leven is in de ene gemeente weer anders dan in de andere. Het is een groot verschil in levensopenbaring of u op de Veluwe woont dan wel in Zuid-Holland.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 september 1983

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Het pastoraat in de prediking (1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 september 1983

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's