Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het pastoraat in de prediking (4)

Bekijk het origineel

Het pastoraat in de prediking (4)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Met het oog op dit punt van de te grote gemeenten kunnen wij nu twee misstanden signaleren.

Met het oog op dit punt van de te grote gemeenten kunnen wij nu twee misstanden signaleren. Vanwege de onmogelijkheid alle werk naar behoren te verrichten kan de ene pastor vluchten in de vertwijfelde poging het uiterste van zijn kunnen te presenteren. Hij vliegt van het een naar het ander. Overal wipt hij aan. Hij wil overal gezien worden. Die gemeenteoverlopers krijgen iets van gieters, die aldoor besproeien of de grond nu schraal, dan wel of hij vruchtbaar is; of het nu regent dan wel of de zon schijnt. Ze geven aldoor hetzelfde schrale water. Ze kunnen zich niet verdiepen in de een of andere stof. Ze worden voortdurend opgejaagd. Er komen geen diepe zaken aan de orde. Geen nieuwe dingen hoort u. Vaak worden zulke gemeenteoverlopers populaire figuren, maar de verzoeking is hier ook levensgroot praters op de preekstoel te worden.

Een andere pastor verschanst zich in de studeerkamer, omdat het nu eenmaal toch onmogelijk is, alles te doen. Het zijn de mannen van enkel studie. Wat wereldvreemd wellicht. Zij zijn aan de landbouwkundige gelijk, die een geheel arsenaal van zeer deugdelijke meststoffen heeft aangelegd, en daarover heerlijk weet te spreken, maar die verzuimt aan de akker toe te voegen. Wij menen met die voorbeelden extremen getekend te hebben. Deze toestanden zullen nooit zo direct voorkomen. Meestal in een mengvorm. Maar deze voorbeelden staan nochthans niet buiten het leven. Het is evenwel beter u een andere weg te wijzen.

Studie

De meest gezegende predikers waren niet de mannen, die zich van maandag tot vrijdag in de gemeente bewogen, maar degenen, die studie met ijverige arbeid in de gemeente wisten te verenigen. Zo komen er uit het Woord telkens nieuwe impulsen op, die in de gemeente gezegend uitwerken. Wanneer de predikant zich telkens opnieuw in het Woord verdiept, leert hij de gemeente nadenken. Hij brengt het Woord tot de gemeente. De uitwerking daarvan is telkens weer, dat de gemeente tot het Woord komt. Wij moeten de moed hebben als kerkeraad en voorgangers een heel andere waardenordening te durven invoeren. De Amerikaanse manier van leven vergiftigt ons na de oorlog bovenmate. Het is de ondeugd van het activisme. Wij moeten overal heen; hollen, vliegen, draven. De rekening wordt ons nu droevig gepresenteerd in volkomen uitgeholde gemeenten, onkundige ambtsdragers. Het peil van de gemeenten verschrompelt soms tot pure onnozelheid. Dat komt in wezen alles door de daling van de inhoud der prediking. Daarachter zit een aanslag van de vorst der duisternis op het Woord. Overmatig wordt alles naar het pastoraat toegebogen en het leraarschap bedreigd. Nieuwe gedachten uit het Woord komen niet meer aan bod. De predikant heeft immers geen tijd meer om zich rustig in het Woord te verdiepen. Juist de volmacht in de prediking groeit in de stilte en de studie. In een nieuwe en geconcentreerde aandacht voor de Schrift. Veel werk, dat nu geschiedt, camoufleert eenvoudig onze geestelijke armoede en de ontdekking daarvan. Er is zoveel overbodigheid, die juist de geconcentreerde prediking verlamt. Eindeloze meditaties voor dit en dat gezelschap. O zo vroom, o zo dierbaar. Een overvloed aan kopij voor het kerkblad. Er zijn predikanten, die uren moeten besteden om een kerkblad te corrigeren. De wereld heeft daar anderen voor. Maar al dit werk sleept tijd weg voor de studie der Schriften. De dominee vindt geen tijd meer. De voorbereiding van de preek krijgt geen tijd meer. De weg is daarom: onze prediking meer geladenheid te verlenen. Het pastoraat in de prediking weer kans te verlenen. De gemeente leert dan in de prediking licht te ontvangen over haar moeilijkheden. Waar de voorganger de Schrift uitput daar staat hij vanzelf weer in het volle mensenleven. Een uitgewerkte preek werkt het diepst in op het gemeentelijk leven. Nauwgezette exegese brengt ons zomaar weer in onze eigen tijd.

Natuurlijke selectie

Natuurlijk kan niet alles in de preek aan de orde komen. De persoon van de prediker brengt vanzelf een natuurlijke selectie te weeg. Maar wanneer de predikant op de hoogte is van de geestessfeer van de tijd en van de gemeente, weet hij vanzelf wel waar de voetangels en klemmen liggen. Hoe pastoraal heeft Luther gepreekt, hoe bewogen ook Calvijn. Trouwens, zelfs in hun bijbeluitleg komt telkens het meditatief element naar boven. Zelfs bij Matthew Henry treft ons telkens weer dat persoonlijk betrokkene. Daar waren de puriteinen meesters in. Wij zouden op dit thema nog lang kunnen voortborduren. Maar wij zullen dat niet doen - hoofdzaak is, de voortdurende studie van de dienaar des Woords. Hij moet kunnen op de hoogte blijven tot onderscheiding en beoordeling van theologische en godsdienstige gedachten. Wij moeten de onderscheiden richtingen en dwalingen kunnen beoordelen. Er zijn op dit punt bewegingen onder ons aan de gang, die ons het ergste voor de toekomst doen vrezen. Daarom - wanneer wij voortgaan op de huidige toer van overgrote gemeenten en periodiek overspannen predikanten wordt ons straks de rekening voorgehouden. Wij geraken achter. Het gereformeerde geluid verschrompelt. Het geestelijk niveau daalt. In dit punt is een beknotting van veler werkprogramma dringend nodig. Stel prioriteiten. Laat ook een ouderling eens een meditatie uit een boek voorlezen. Verminder het vergaderprogramma. Spurgeon zei al, dat vele vergaderingen niet veel meer voorstellen dan een algemeen opblazen van windzakken. Werkelijk, een vreedzame revolutie zou op het punt van de kerkelijke praktijk geen kwaad kunnen doen. Wat in de breedte wordt beknot, wordt in de diepte rijkelijk gewonnen!

Grens

De eerlijkheid gebiedt intussen wel te erkennen, dat ook de cura generalis haar grenzen heeft. De persoonlijke zielzorg blijft nodig. Ja, juist uit de persoonlijke zielzorg zijn lessen te trekken voor de prediking. De speciale zielzorg brengt ons bij de individuele bezwaren en eigenaardige toestanden , waarin ieder lid der gemeente zich op zijn beurt bevindt. In de Schrift ziet u telkens voorbeelden van algemene zielzorg in preken, toespraken, redevoeringen van Christus, maar evenzeer weergaven van gesprekken met individuele personen. Denkt u maar eens aan de gesprekken van Christus met Nicodemus en de Samaritaanse vrouw. Bij het overrijke takenpakket van de predikant is dringend de wacht nodig. Er is nuchterheid geboden. Laat de voorganger toch niet alles overhoop halen. Wij menen daarom, dat de prediking de eerste en voornaamste taak van de predikant is. Daarbij kan de zielzorg niet worden gemist. Is de gemeente ongeveer een duizend zielen groot, dan kan de taak door de predikant worden verricht, maar gaat de gemeente de duizend zielen te boven, dan moeten er medewerkers worden gezocht, opdat er tijd en gelegenheid overblijft om de prediking voor te bereiden. En waarom niet een taakverdeling: de bejaarden door ouderlingen bijvoorbeeld voor een deel bezocht? Er zijn tegenwoordig veel mogelijkheden om te helpen door catecheten en hulppredikers. Maar wij hebben de indruk, dat die mogelijkheden nog lang niet ten volle worden benut. Wanneer op wijze wegen naar mogelijkheden wordt gezocht, is de oplossing altijd voorhanden. Dan zal de prediking geen schade lijden, maar ook de zielzorg niet. Het is dringend nodig scheefgroei te corrigeren. Zover zijn wij thans wel gekomen. Wij stemmen hartelijk in met de wens van de oude pastoraaltheoloog Claus Harms: zelfs in een kleinere gemeente moesten al twee predikanten zijn. Dan staat het openbare dienstwerk nooit stil. Het wordt beter verricht en aan het herderlijk gedeelte der bediening kan meer worden gedaan. En, laat iemand nu niet aankomen met de gedachte: bij ons nooit twee predikanten. Zij krijgen toch maar onenig­heid. Lieve vriend, zo willen wij u vragen: een ieder man heeft toch ook wel een meningsverschil met zijn vrouw. Maar niemand krijgt het toch in zijn hoofd daarom niet te trouwen!

Het komt ons hoe langer hoe meer voor de geest, dat wij ook als gereformeerd deel van de kerk voor een crisis staan. Van oudsher waren vele bondsgemeenten agrarisch. Maar zie nu eens hoe industrieel vele gemeenten geworden zijn! Helaas, het dienstwerk geschiedt vaak nog in een onderbezetting. Daar moet toch verandering in komen. Het doel van wat wij hier schreven is tot nadenken op te wekken. Wij weten voldoende van allerlei bezwaren af. Maar het zal nooit tot doen komen, wanneer het denken niet vooraf gaat!

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 oktober 1983

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Het pastoraat in de prediking (4)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 oktober 1983

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's