Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ambt en Sacrament (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ambt en Sacrament (2)

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is niet tot Zijn eer als het Avondmaal, gemeden wordt uit vrees zich te bezondigen. Vrezen wij dan nooit Christus te bedroeven en Zijn middelen te verachten?

Pastoraat rondom het Heilig Avondmaal

Ontegenzeggelijk is het geloof onmisbaar voor de deelname aan de dis des Heeren. Zonder geloof zal er geen zegen aan de tafel ontvangen worden. Dan ontvangt men alleen brood en wijn. De genade zit niet in het tastbare brood dat gegeten en de zichtbare wijn die geproefd wordt. De werkelijke kracht van het Avondmaal is in de belofte van God begrepen, de belofte die ons in het Evangelie verkondigd wordt en ons in het Avondmaal zichtbaar en tastbaar wordt aangeboden en geschonken. Wij geloven dat God ons geloof voedt. Waar nu geen geloof is kan niets gevoed worden. Daarom is de zelfbeproeving voor de bediening van het Avondmaal noodzakelijk. 'Maar de mens beproeve zichzelf, en ete alzo van het brood en drinke alzo van de wijn.' Deze zelfbeproeving is er opdat wij de tafel des Heeren niet ontheiligen door op een onwaardige wijze aan te gaan en ons een oordeel zouden eten en drinken. Maar tegelijk is deze zelfbeproeving nodig opdat ons de zegen aan de tafel niet zou ontgaan. Het avondmaalsformulier zegt nadrukkelijk: 'Opdat wij nu tot onze troost des Heeren Avondmaal mogen houden, is ons voor alle dingen nodig '. Tot onze troost staat er. Dat vergeten we wel eens. Het zelfonderzoek stelt ons voor de klemmende vraag of wij de belofte van het Evangelie geloven. Dat kan heilzaam werken. Niet alleen onze ongerechtigheden zijn zonden voor God. God stelt ons ook schuldig als wij niet geloven in Zijn belofte. De Heere wil ons door het zelfonderzoek brengen tot de boetvaardigheid die onmisbaar is voor het Heilig Avondmaal. Wekt dit niet de droefheid naar God en het aanklevend geloof dat zich uit in het roepen tot God: 'Mijn ziel dorst naar U, mijn vlees verlangt naar U, in een land, dor en mat, zonder water'. Hier komt het geloof tot uitdrukking, het geloof dat hangt aan Gods belofte, de belofte van het Evangelie.

Niet overschatten

Nu moeten en mogen wij de sacramenten niet overschatten. Nogmaals, niet het sacrament maar het geloof is beslissend voor de zaligheid. We moeten oppassen voor het gezegde: 'Wie hier op aarde nooit Avondmaal gevierd heeft, zal ook niet kunnen aanzitten aan de Bruiloftsmaaltijd hierboven'. Juist in het pastoraat rond het Heilig Avondmaal past geen bedreiging of dwang, maar bewogenheid en herderlijke zorg. Dat is de zorg van de Herder, Die de lammeren in Zijn armen vergadert en in Zijn schoot draagt. Hij slaat niet naar de voederbak der schapen, maar leidt ze er heen. De zogende leidt Hij zachtjes. De tafel zo laag bij de grond zetten dat ieder er bij kan is niet goed, is niet naar de Schrift. Maar de tafel zo hoog zetten dat er niemand bij kan dan die zonder zonden is, die geen volkomen geloof heeft of God niet met zulk een ijver dient als wij schuldig zijn, is zeker ook niet goed, niet naar de Schrift. Al te vaak denken wij dat de zekerheid van het geloof het toegangsbewijs is tot de tafel. Maar dat is juist altijd weer een aangevochten zaak.

Wij hebben geen volkomen geloof. De bevinding is juist dat we in de belofte Gods zoeken, wat we in onszelf niet vinden. Calvijn zegt: 'Zo is dan het nachtmaal een gedenkteken, ingesteld om onze zwakheid te hulp te komen; want indien wij anders voldoende denken aan de dood van Christus, zou dit hulpmiddel overbodig zjn, dat eigen is aan alle sacramenten. Want zij zijn hulpmiddelen van onze zwakheid'. Nemen wij in het pastoraat, zowel voor als na het Avondmaal, die zwakken in het geloof mee op onze vlucht naar Christus? Het Avondmaal is juist ook voor hen die hopen op Gods genade en vertrouwen op Zijn Woord. Laten we hen bij de hand nemen, niet dwingen, maar wel aandringen, meenemen. God werkt niet met breekijzers, maar met Zijn Woord. Dat kan tweesnijdend zijn als een tweesnijdend scherp zwaard. Het brengt tot de boetvaardigheid, die nodig is. Maar tegelijk is dat Woord ook de zalf die in de zielewonden gegoten wordt tot vertroosting en bemoediging. Het is de hand die de Getrouwe God uitsteekt om gebroken en verslagen harten te leiden door het diepe dal van de verootmoediging naar de hoogte van Zijn tafel.

Niet onderschatten

Zo leert de Heere dat we Zijn sacramenten nodig hebben en ze niet zullen onderschatten. Wij mogen nooit wijzer zijn dan God. Christus heeft de sacramenten ingesteld en bevolen. Niet alleen bevolen aan de kerk deze te bedienen, maar ook bevolen deze te gebruiken. Laten we dat laatste niet vergeten. Het is niet tot Zijn eer als het Avondmaal, gemeden wordt uit vrees zich te bezondigen. Vrezen wij dan nooit Christus te bedroeven en Zijn middelen te verachten? Het is geen vrijblijvende zaak. Aangaan is wat. Maar niet aangaan is zeker ook wat. Het is zoveel als Gods belofte aannemen, ook al is het met een bevende hand of Zijn belofte afwijzen met een vaste hand. Dat moeten wij ook rond de voering van het Heilig Avondmaal weten, voor onszelf en voor hen, die aan onze zorgen zijn toevertrouwd. Ook dit behoort tot de tucht rondom het Avondmaal. Men moet weten dat men dan dit sacrament verwacht of veronachtzaamt. Daar kan toch ook geen zegen op rusten en brengt donkerheid en magerheid over de zielen van hen die genade bezitten. We mogen en in de prediking en in het pastoraat nooit schriel en schraal met de belofte van God en de instelling van Christus omgaan.

Calvijn zegt: 'Hoe moet men oordelen over één die aan de sacramenten niet wil deelnemen? ' Dat zou inderdaad een verloochening van Christus zijn. Men kan hem niet voor een christen houden, die zich zo gedragende, weigert zich als een christen te openbaren. Dat neemt niet weg dat dezelfde Calvijn er steeds op wijst dat het geloof nodig is voor het gebruik van de sacramenten. Ik weet maar al te goed dat het ook moet kunnen, dat aangaan aan tafel.

Er is een groot onderscheid tussen onverschillig blijven en niet aangaan uit vrees er niet te horen, niet genodigd te zijn. Voor dat laatste gebruiken wij overigens een woord dat ons niet schijnt te veroordelen. Avondmaalsschroom. Wij menen dat dit een woord is dat God welgevallig is. Maar ben u het al vaak in Zijn Woord tegengekomen? Of het moet zijn bij de hoofdman over honderd: 'Ik ben niet waardig dat Gij onder mijn dak zoudt inkomen'. Ondertussen kwam de Heere Jezus daarom juist wel bij hem binnen, niet lichamelijk maar door het geloof van deze man. Die schroom is dan toch wel kenmerk van het geloof. Indien dan het gevoel van onwaardigheid uw deel is zal deze schroom u ook brengen aan Zijn tafel. Dan staat er naast deze man in de Bijbel, de Kanese vrouw, die niet brutaal, maar met de vindingrijkheid van het toevluchtnemend geloof, vanwege de nood van haar leven, de Heere Jezus aangreep op Zijn eigen Woord. En de Heere bevestigde haar geloof, dat aanklevende geloof. Hij zette er Zijn stempel op, verzegelde haar geloof: 'O, vrouw, groot is uw geloof; u geschiede, gelijk gij wilt’.

Ambtsdrager en sacrament

Kunt u ambtsdrager zijn buiten de sacramenten om? We hebben al gezien dat het ambt en de sacramenten onlosmakelijk aan elkaar verbonden en met elkaar verweven zijn. Een andere vraag is of wij ambtsdrager kunnen zijn, zonder zelf de sacramenten te gebruiken. Voor de Heilige Doop is dat geen vraag meer. We hebben gezegd dat wij doorgaans hen, die hun kinderen niet laten dopen bij voorbaat niet verkiesbaar stellen tot een ambt. Zelfs als er tijdens een zittingsperiode moeilijkheden komen met de kinderdoop, brengt dit zo'n ambtsdrager in gewetensnood. Hoe moet hij handelen in het dooppastoraat? Het kan een gerede aanleiding zijn het ambt neer te leggen.

Maar hoe moet het dan met de deelname aan het Avondmaal? Mogelijk vindt u het te scherp gezegd: 'Wie geen goddelijk recht heeft aan het Avondmaal te gaan, heeft ook geen goddelijk recht tot het ambt'. Ook hierin moeten wij niet met breekijzers werken. We moeten ons houden voor een juridische oplossing met behulp van een kerkelijke commissie. Dat is de weg niet en biedt geen oplossing. Er kunnen dan andere motieven meespreken dan de bewogenheid over de zielen van zulke ambtsdragers. Hier is het Heilig Avondmaal te heilig voor. De Heere werkt anders, dacht ik.

Wel kan en moet de vraag gesteld worden hoe ambtsdragers de grovigheid en zwakheid ten aanzien van het geloof in hun roeping tot het ambt overwinnen. Er is ook veel zwakheid in het geloof door Christus geroepen te zijn tot de dienst. ledere ambtsdrager kent de tijden van inzinking en moedeloosheid, denk ik.

Nu heeft Christus in de eerste plaats de sacramenten ingesteld tot bemoediging en versterking van het geloof in de belofte van het Evangelie. Dat mag ons nu duidelijk zijn. Toch is het goed de geschiedenis van de inzetting van het Avondmaal tot ons te laten spreken. De Heere Jezus stelt het in met Zijn discipelen, de toekomstige apostelen. Was dit alleen tot versterking van het persoonlijke geloof geweest, waarom waren dan ook niet de vrouwen en de vrienden van de Heere Jezus aanwezig? Zij hadden toch een even dierbaar geloof als de elven! Zeker, hier stelt de Heere het Avondmaal in voor heel de kerk. De discipelen zijn hier representanten van de kerk der eeuwen, de eerstelingen van de dienaren van het Woord. Maar worden zij hier aan het Avondmaal juist ook niet gesterkt in het geloof in de roeping tot het apostelschap? Aan dat geloof kleefden toch ook grovigheid en zwakheid. Denk maar aan Petrus en Thomas. Krijgt juist in de viering van het Heilig Avondmaal het Woord van Christus niet die kracht, welke het toekomt: 'Ik ben met u alle de dagen, tot de voleinding der wereld'.

Misschien zegt u dat dit bijkomend is. Maar er is meer bijkomend in de viering van het Avondmaal. De beleving van de gemeenschap onder elkander aan de tafel, is ook bijkomend. Toch zegt Paulus: 'Eén brood is het, zo zijn wij velen één lichaam, dewijl wij alleen ééns broods deelachtig zijn'. Dat is niet niets. Het is een gezegende vrucht van de beleving van de eenheid met het Hoofd der Gemeente, Jezus Christus. Zou dan de versterking van de band met Christus, het Hoofd der Gemeente, ook niet kunnen zijn de versterking van de roeping tot het ambt? Zo toch ook wordt de band versterkt met Hem, Die tot het ambt geroepen heeft. Laat ik het zomaar zeggen: Voor de dienaar van het Woord, de band met de Grote Profeet, voor de diaken de band met de Enige Hogepriester en voor de ouderiing de band met de Eeuwige Koning. Voor elke ambtsdrager de band met de volkomen Ambtsdrager, Christus, Die al onze zwakheden overwint en ons laat weten dat Zijn genade ons genoeg is. Dat mag dan bijkomend zijn, maar het is niet bijkomstig. Dat alleen kan ons ook de kracht zijn in het pastoraat rondom het Heilig Avondmaal onder gemeenteleden die tobben met de vragen rond het Avondmaal.

Er niet buiten kunnen

Het is niet teveel gezegd: Zoals de bediening van de sacramenten hangt aan de ambtelijke bediening, zo hangt de ambtelijke dienst aan de sacramentsbediening. Zou de goede God, Die acht heeft op de grovigheid en zwakheid in het geloof, dan geen acht hebben op de grovigheid en zwakheid van Zijn ambtsdragers? Zou God voor deze dienst Zijn gena vergeten en niet meer van versterking weten? Trouwens, hoe vaak gaat de inzinking in het geloofsleven gepaard met de zwakheid en moedeloosheid in het ambtswerk! Zeker is dat de behoefte tot bemoediging in het ambt gepaard gaat met de behoefte door God gesterkt te worden in het geloof in Zijn beloften.

Nu zeg ik niet: een ambtsdrager móet aan het Avondmaal. Ik zeg wel: Een ambtsdrager kan er niet buiten, anders zou de weg voor hem teveel zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 december 1983

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Ambt en Sacrament (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 december 1983

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's