Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Méér dan wat het oog ziet

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Méér dan wat het oog ziet

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

'En ik weende zeer, dat niemand waardig gevonden was, om dat boek te openen, en te lezen, noch het in te zien. En een van de ouderlingen, zeide tot mij: een niet; zie, de Leeuw, Die uit de stam van Juda is, de Wortel Davids heeft overwonnen, om het boek te openen, en zijn zeven zegels open te breken Openbaring 5 : 4 en 5

'En ik weende zeer, dat niemand waardig gevonden was, om dat boek te openen, en te lezen, noch het in te zien. En een van de ouderlingen, zeide tot mij: een niet; zie, de Leeuw, Die uit de stam van Juda is, de Wortel Davids heeft overwonnen, om het boek te openen, en zijn zeven zegels open te breken. Openbaring 5 : 4 en 5

Vanuit mijn raam zie ik hem iedere dag lopen: wankel en onbestemd vanwege de kalmerende middelen. Een mens als u en ik zo voor het oog. Maar hij is stukgelopen in de verwarring van de tijd. De zorg van het psychiatrische ziekenhuis heeft hem gaanbaar gemaakt voor zijn dagelijkse gang door de straten. Totdat er ineens weer die ontstellende angst is: beelden van het kamp; toen en daar; gezichten van onzichtbare slachtoffers. In grote angst ziet hij ze voor zich. Ik probeer het me ook in te denken: zijn leed te lezen in de gezichten van mijn vrouw en kinderen, van mijn vrienden en de mensen op de straat. Dan bekruipt je de angst. Voor de toekomst van deze wereld. Voor je eigen leven. Want wat zijn we méér dan al die anderen die we wanhopig zien zoeken naar het raadsel van het leven? Dat vraag je je af in deze wereld vol dokters, verpleegsters, doodgravers, politie, eerste hulp bij ongelukken, een leger, computers en atoombommen. Is deze wereld alleen maar donker en dreigend? Hopeloos en zonder uitzicht?

Als je de balans opmaakt van wat er te zien valt, dan is het donker en dreigend. Maar er is méér dan wat het oog ziet. Dat is wat de Heere laat zien.

Voor Johannes was het een bemoediging. De oude ziener staat op het eilandje Patmos in de Egeïsche Zee. Verbannen! Hij krijgt een visioen, een openbaring vol van troost en bemoediging. Voor hemzelf maar ook voor de kerk vandaag. Hij ziet in de hand van God, die op de troon zit, een boek. Het boek van Gods raadsbesluiten. Zijn gemaakt bestek: 'al de geheimen van het Goddelijk plan om Zijn Koninkrijk op te richten'. Johannes ziet in zijn visioen dat er niemand in de hemel en op de aarde en onder de aarde waardig is de zegels van dat boek te verbreken. Een gesloten boek blijft het raadsel over leven en dood, wereld en geschiedenis. Dan is er geen perspectief. Dan is deze wereld zonder uitzicht. Gevangen in de zinloosheid der dingen. Niemand waardig... Dat is een waarde-oordeel. Over allen. En ook over schepping en geschiedenis. Door onze onwaardigheid is de wereld en het leven zo'n geweldig raadsel. Een ontredderde wereld, vanwege onze zonde. Want het wereldraadsel is geen lot, maar schuld. En als Johannes ziet dat het boek gesloten blijft, dan realiseert hij zich dat dat vanwege de zonde is. 'En ik weende zeer..: ' Tranen over het gesloten boek, u zegt: daar weet ik van. 'Mijn ogen zijn verteerd door tranen.'

Mét Johannes heb ik tranen gestort over deze wereld. Over het raadsel van het leven. Over mijn ongeneeslijke ziekte. Over mijn kinderen. Over wat al niet. Daar weten wij van. Er worden veel tranen geschreid. Tot je er doorheen mag zien. Ik zie een ding wat hij niet ziet. Een ouderling wijst er hier op. Hij heeft een verwijzende taak. Als één van de vierentwintig oudsten rondom de troon treedt hij naar voren. Een dienaar van God. Verwijzend. Dat is ook de enige taak die een dienaar van God heeft. 'Zie, de Leeuw, Die uit de stam van Juda is, de Wortel Davids, heeft overwonnen, om het boek te openen en zijn zeven zegels open te breken.'

Het is alles niet hopeloos en reddeloos. De ouderling geeft geen gesloten verwijsbriefje mee. Zie maar. Stop met huilen. Ween niet. Kijk dan toch. Daar! De Leeuw uit de stam van Juda. Koninklijke waardigheid. Koninklijke macht en kracht. Juda gij zijt het! Uit U de Messias, Ik zie U de sleutel nemen. Het slot opendraaien. Bijna automatisch. Eigenlijk kun je het in het donker wel vinden. Hebben we het te vaak gehoord? Bij Johannes is er de verwondering. Het stopt zijn tranen. Gij hebt mijn weeklacht en geschrei veranderd in een blijde rei. Wat ziet Johannes? 'En ik zag en ziet, in het midden van de troon een Lam staande als geslacht.' De Koninklijke waardigheid betreft geen Leeuw maar een Lam. De sleutel voor de ontsluiting van het boek blijkt een Kruissleutel te zijn. De beelden lopen door elkaar. Lam en Leeuw. Leeuw en Lam. Johannes ziet zwakheid en kracht verenigd in het Lam. Daar duiden ook later de zeven horens op. Symbolen van kracht. Ween niet! Ziet, het Lam Gods dat de zonden der wereld wegneemt. Zo staat er elders van dit Lam. Gods Zoon draagt als het Lam Gods deze wereld verder. Hij is ingegaan in de diepste nood van ons bestaan. Door Zijn dood en opstanding heeft Hij alle machten en duisternis overwonnen. Daarom is Hij waardig het boek te openen. Hij is waardig de geheimen van de komst van Gods Koninkrijk te openbaren. Door Zijn offer is er weer licht. Doorzicht in het geloof. Ik zie een ding wat jij niet ziet, zingt het kinderliedje. Het geloof leert afzien van zichzelf. Ween niet. U zocht eigen waardigheid? Het hoeft niet meer gezegd te worden. De Leeuw, Die uit de stam van Juda is heeft overwonnen. Het staat niet aan ons de zonden weg te dragen. Het ligt niet in ons, niet bij de machten en krachten deze geschiedenis verder te stuwen. Ziet het Lam Gods. Ik hoor het Jezus na Pasen tot Zijn discipelen zeggen: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Het Lam, de Leeuw, heeft de leiding van de wereldgeschiedenis in handen. Jezus is Overwinnaar. Dan hebben we toch veel te verwachten. Ik verwacht het niet van mensen. Het Lam heeft het boek in handen. Ga daar nou eens op door. Wie gaat er op door? Er onderdoor ga ik, zeggen mensen in onze tijd. Zie dan toch. Het Lam, staande als geslacht. Christus voert de geschiedenis naar de voleinding. Naar Zijn grote toekomst. De nieuwe hemel en de nieuwe aarde.

Als je blijft luisteren hoor je Johannes later zeggen over dat rijk: daar zal geen geween meer zijn. Geen rouw en moeite. Want God zal alle tranen van de ogen afwissen. Alleen vanwege dat Lam. Wat zegt U? Ja, dat Lam Gods is ook mijn Lam. 'Halleluja, lof zij het Lam dat onze zonden op Zich nam wiens bloed ons heeft geheiligd.'

Ween niet, zei de ouderling. Ziet! Nu hóór ik het ook. Stil dan. Hóór je het: 'en zij zongen een nieuw lied'. Er is reden tot lof. Ik zal Zijn lof zelfs in de nacht, zingen daar ik Hem verwacht. De hemel zingt het voor. Eigenlijk gaat het om niets anders dan dat we instemmen. 'Gij zijt waardig, want Gij zijt geslacht, en hebt ons Gode gekocht met Uw bloed, uit alle geslacht, en taal, en volk, en natie en Gij hebt ons voor onze God gemaakt tot koningen en priesters; en wij zullen als koningen heersen op de aarde.' Dat je dan van blind ziende moet worden. Van doof horende. Daar was ook die ouderling voor.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 februari 1984

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Méér dan wat het oog ziet

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 februari 1984

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's