Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geloven als een kind (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geloven als een kind (3)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Belangrijk is, dat onze kinderen geleerd zal moeten worden dat het in het geloven om een mysterie gaat. Een mysterie zal nooit ten volle gekend kunnen worden.

Inleiding

Nog steeds houden we ons bezig met de vraag naar de godsdienstige vorming van de jeugd tot ongeveer 12 jaar. Nadat we vorige week nagedacht hebben over de mogelijkheid van de godsdienstige opvoeding en wat dieper ingegaan zijn op de ontwikkelingsfasen van het kind, wil ik graag verder met u nadenken over de vraag hoe die godsdienstige opvoeding zal moeten plaatsvinden. Het is slechts een korte, globale beschouwing.

Het geloof een mysterie

Ongeacht de leeftijd moet onze religieuze opvoeding enkele grondtrekken vertonen. Belangrijk is, dat onze kinderen geleerd zal moeten worden dat het in het geloven om een mysterie gaat. Een mysterie zal nooit ten volle gekend kunnen worden. Vanuit ons is het altijd slechts een kennen ten dele. In ons geloven in God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest zal nooit ons verstand het laatste woord kunnen hebben. Het menselijk verstand is daarvoor te beperkt. Wat heeft dan wel het laatste woord? Dat lezen we in 1 Cor. 13 : 13: 'En nu blijft geloof, hoop en liefde, deze drie, doch de meeste van deze is de liefde'. Laten wij in de opvoeding hier goed rekening mee houden. Trouwens, kunt u zelf God verklaren? Ik denk van niet. Toch blijkt telkens weer, dat ouders krampachtig proberen op alle vragen van de kinderen een antwoord te vinden. Dit is niet nodig. Het kan zelfs bevrijdend werken als u merkt dat kinderen het helemaal niet erg vinden als u het antwoord niet weet. God is een mysterie. Laten wij juist steeds weer proberen dat aan onze kinderen duidelijk te maken. Onze God is een heilig God, Hij heeft altijd het goede met ons voor, alleen de manier waarop God de dingen leidt, kunnen wij vaak niet begrijpen. Wat kan het moeilijk voor een kind zijn, als ze maanden gebeden hebben of de Here God hun zieke moeder weer beter wil maken en moeder overlijdt toch. Logisch dat een meisje van 8 jaar dan zegt: 'Ik bid niet meer, want God doet toch niet wat ik vraag'. Logisch dat een jongen van 5 jaar erg boos is op God en uitroept: 'Wat gemeen van God, dat Hij mama van ons afpakt'. Vinden wij dat eigenlijk ook niet? De 'waarom'-vraag van de gelovige kom je vaak levensgroot ook bij onze kinderen tegen. Onze opdracht is, hoe moeilijk vaak ook als we zelf in een crisissituatie verkeren, om toch eerbied en ontzag voor een niet-te-begrijpen God bij te brengen.

Veiligheid en geborgenheid

Een tweede belangrijke grondtrek is, dat we moeten weten, dat de basisgegevens van onze religieuze opvoeding zijn veiligheid en geborgenheid. Deze veiligheid en geborgenheid symboliseren de veiligheid en geborgenheid die wij mensen en dus ook onze kinderen bij God mogen vinden. God heeft Zijn Zoon Jezus Christus in een gezin geboren laten worden en opgroeien. In de gevaarlijke situatie van Bethlehem bogen over de kribbe een liefdevolle moeder en een zorgzame vader. Maria en Jozef vor­ men een eenheid. Jezus wordt door hen beschermd als ze moeten vluchten naar Egypte. Wat een liefde heeft Jezus zijn hele leven mogen ervaren van Maria. Zij staat bij het kruis, waar de woorden van Simeon werkelijkheid worden: '... en ook een zwaard zal door uw ziel gaan', ze is getuige van zijn begrafenis en is aanwezig op de opstandingsmorgen. God geeft blijkbaar het gezin de opdracht een veilig en geborgen milieu te zijn opdat onze kinderen mede door ons tot geloof kunnen komen. Laten we ons hiervan goed bewust zijn. Een harmonieus gezin is voorwaarde om geloofwaardig te zijn in onze godsdienstige opvoeding. Ik ben dan ook van mening dat de ontkerstening in Nederland en de steeds vaker voorkomende ontwrichte gezinnen in nauw verband met elkaar staan. Leeft uw kind in zo'n situatie? Wat een extra zware opdracht voor één-ouder gezinnen, die door wat voor omstandigheden odk, er alleen voor staan om deze geborgenheid en veiligheid aan hun kinderen te bieden.

De echtheid

Belangrijk in de godsdienstige opvoeding is ook, dat we echt zijn. Vorige week heb ik gewezen op de eenheid van leer en leven. Langeveld heeft in zijn bekende boek 'Kind en religie' een hoofdstuk gewijd aan de echtheid in de religieuze opvoeding. Hij zegt hier heel behartenswaardige dingen in. Ik citeer: 'Of de éne of de andere overtuiging bij het kind post zal vatten, is o.a. in belangrijke mate afhankelijk van de vraag, hoe het kind in zijn gezin, in zijn milieu en door de daar aangeboden gevoelsverhoudingen, deze leert beleven en beoordelen'. U ziet, hoe ook t.o.v. dit punt het harmonieuze milieu belangrijk is. Langeveld vervolgt dan: 'Veruit het belangrijkst is dus de ontmoeting met het geloof als levensstijl van het eigen milieu. In het bijzonder is aan iedere levensstijl de vraag te verbinden, in hoeverre en op welke wijze zij echt is. Is het echt, dan geloven de mensen dus aan iets'. Wat zegt Langeveld hier in wezen (en ik val hem hier graag bij)? Kinderen toetsen of hetgeen wij zeggen over het geloof, door ons zelf in de praktijk wordt toegepast. Elke opvoeder weet trouwens ook wel, dat kinderen aanschouwelijk onderwijs nodig hebben, om dingen beter en sneller te kunnen leren. Dit geldt vooral kinderen tot ongeveer 12 jaar. De vraag is natuurlijk wel wat we dan onder echt verstaan. We zijn echt als we het wezenlijke van het geloof overdragen aan onze kinderen niet in dode vormen, in traditionele geboden en verboden, maar als de vertaling van ons geloof in levenswandel, in levensstijl, een hartezaak is. We staan er van harte achter, omdat we geloven dat deze levensstijl ons inziens ter ere van God is. Kinderen vragen ons vaak waarom dit wel en dat niet mag. 'Bij mijn vriendje mag je op zondag schaatsen en bij ons mag niks', is een belangrijke kinderlijke opmerking. Laten we oppassen door te zeggen dat zoiets niet mag van de Here God, of 'dat staat in de Bijbel'. Kinderen weten gauw beter. Neen, laten we eerlijk zeggen dat wij vinden dat we dat niet moeten doen, omdat we denken dat God het fijn vindt als we dat niet doen. Dat is eerlijk, al zal het protest van de jongeren blijven bestaan. Trouwens, als u dat vindt is het wel belangrijk, dat uw kind een fijne zondag heeft. Vervul dan wensen van uw kinderen die bij uw levensstijl passen. Het is te gemakkelijk veel te verbieden aan onze kinderen op zondag en tegelijkertijd die dag voor onze eigen genoegens te besteden. We moeten wel echt zijn. Genoeg hierover. Ik hoop niet dat voor ons geldt waar Langeveld zijn hoofdstuk mee afsluit: 'De transparantie (de doorzichtigheid) der opvoeders is van het allergrootste belang. Soms echter is die transparantie optimaal: men kijkt er doorheen en ziet... niets!' Laten we God vragen of Hij ons helpt echt te zijn, opdat onze kinderen niet niets, maar iets mogen zien, nl. een oprecht geloof in Hem!

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 maart 1984

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Geloven als een kind (3)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 maart 1984

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's