Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geert Grote (II)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geert Grote (II)

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Al spoedig na zijn ommekeer rees in Geert de begeerte om te gaan preken en apostolaat te bedrijven. Onder 'apostolaat' verstond men in die tijd vooral het werven van leken voor het devote leven, hetzij in de kloosters of daarbuiten.

In het vorige nummer van ons blad gaven wij een eerste schets van Geert Grote's levensloop. We bleven toen steken bij zijn meest geruchtmakende daad: de stichting van de Gemeenschap van de zusters der Gemenen Levens. Er is echter over Geert Grote's leven en werk nog wel wat meer te vertellen.

Apostolaat

Al spoedig na zijn ommekeer rees in hem de begeerte om te gaan preken en apostolaat te bedrijven. Onder 'apostolaat' verstond men in die tijd vooral het werven van leken voor het devote leven, hetzij in de kloosters of daarbuiten. Onder de massa van het volk heerste een ruw en ongebonden leven. Na vele eeuwen christendom had de christelijke levensstijl toch nog niet zo diep wortel geschoten dat er over te roemen viel. Men zal het mannen als Geert Grote moeten nageven dat zij een ernstiger gezindheid onder het volk gebracht hebben, dat zij een christelijke levensstijl hebben bevorderd. Al moet hier wel direct aan worden toegevoegd, dat de levensstijl die zij bevorderden inderdaad wel christelijk was, maar dan in specifiek middeleeuwse zin, dat wil zeggen: uitgaande van een dualisme (tweeheid) tussen het geestelijke en het stoffelijke, zodat zij wereldontvluchting, en ascese betekende. Geert Grote kreeg het in 1379 gedaan, dat hij gewijd werd tot diaken. Dit ambt gaf in die tijd verlof tot preken. Weldra zien wij Geert Grote nu op pad gaan. Vooral in de IJsselstreek, maar ook daarbuiten, liet hij zijn stem horen. Hij was een ware boeteprediker. Dat was hij niet alleen voor het grote publiek, maar ook voor de priesters en de kloosterlingen.

Coelibaatsdwang

Het verplichte coelibaat had vele pastoors en kapelaans ertoe verleid, om met een bepaalde vrouw samen te wonen, met als gevolg dat er heel wat priesterkinderen geboren waren. Tegen dit kwaad nu vooral richtte zich Geert Grote in zijn strafpredikaties. Hij maande de priesters deze vrouwen weg te zenden, en kuis te leven.

Geert Grote is er nooit toe gekomen om, zoals Luther, het verkeerde van de coelibaatsdwang zelf in te zien. Nooit heeft hij, zoals Luther later, de priesters de geestelijke vrijheid gegeven om met de vrouwen met wie zij, soms al lange tijd, hadden samengeleefd, te trouwen. Vanuit zijn wettische instelling, die typisch is voor heel de middeleeuwen, kón Geert Grote hier ook niet toe komen. Hij liet de coelibaatswet intact, heeft haar toepassing zelfs aangescherpt. Hij waakte over het in het inachtnemen van deze wet. Ook op dit punt is Geert Grote dus allerminst een voorloper der Hervorming geweest.

Geert Grote preekte soms uren aaneen. Gewoonlijk op een of andere kansel, maar ook weleens in de open lucht. En hij was daarin praktisch en op de man af. Zodat het volk hem graag hoorde.

Kettermeester

Merkwaardig is dat hij niet alleen een boe­teprediker was, maar ook een kettermeester. Hij ijverde voor de rechtzinnige (roomse) leer, en viel anderen, die, naar zijn mening, daarvan afweken, fel aan. Post zegt in zijn door ons al aangehaald boek: hij was inquisiteur en ketterhamer. Er is dus geen sprake van, dat Geert Grote niet (meer) gestaan zou hebben achter de grote roomse dogma's. Of het nu ging over de mis of over de biecht, of over enig ander sacrament. Geert Grote handhaafde, dat het door de handeling alleen, gééft wat het beduidt, het bekende roomse objectivisme.

Subjectivisme

Maar als het ging over de accenten die gelegd werden, dan blijkt dat door Grote en de andere moderne devoten, zoals trouwens door alle middeleeuwse mystici, extra benadrukt zijn de subjectieve disposities bij het ontvangen van de sacramenten, en daaronder verstaan wij dan: het bidden, het mediteren, en het van harte verlangen naar het sacrament en het met ootmoed accepteren van het sacrament. Het is aan de moderne devotie en aan alle mystiek eigen geweest zich te keren tegen uiterlijkheid en formalisme, en op te komen voor innerlijkheid en waarachtigheid. De subjectieve kant van het geloofsleven had bij de devoten de hoofdaandacht. De dogma's lieten zij staan, zij konden zelfs, zoals Geert Grote, voor hun behoud ijveren, maar de toeëigening van het heil en het leven ernaar vonden zij het belangrijkst.

Wij geven toe: in zekere zin heeft de moderne devotie hierin een weg gebaand naar de Reformatie. Als men Luthers alleroudste preken leest of zijn alleroudste commentaar op de Psalmen, vindt men daarin ook de innerlijkheid. Alleen: Luther is daar niet bij blijven staan! Het ging hem niet om innerlijkheid alléén. Hij zocht een nieuwe objectiviteit. De objectiviteit van de sacramenten zoals Rome die leerde, ontviel hem, omdat zij uiteindelijk afhing van allerlei voorbereidingen, die als evenzo vele voorwaarden functioneerden. De ware objectiviteit vond hij in het eeuwig betrouwbare Woord Gods. Tot déze objectiviteit is niet één der moderne devoten, noch Geert Grote, noch Thomas à Kempis noch een ander die te noemen zou zijn, ooit gekomen.

Rivaliteit

In 1483, een jaar vóór zijn dood, ontnam de bisschop van Utrecht hem zijn preekbevoegdheid. Er kwam een bepaling waarin het voortaan diakens verboden werd te preken. Het waren Geert Grote's persoonlijke vijanden die hem dat aandeden, en dat waren de bedelmonniken: franciscanen en dominicanen. Er was nog al wat naijver onder de 'geestelijken'. De ene monnikenorde stond tegenover de andere. En de gemeenschap die Geert Grote in het leven had geroepen, die van de Zusters des Gemenen Levens, riep vooral bij de monniken veel verzet op. Zij eisten dat Geert Grote's maagden de sluier zouden aannemen, in een bepaalde kloosterorde zouden intreden, door de bekende geloften af te leggen. Zij vonden het maar zeer verdacht, dat een aantal vrouwen samenwoonden in een huis, zonder nonnen te zijn. Toch was dat niet de enige reden van hun verzet tegen Grote's preek werkzaamheid. Wij hoorden al, dat hij ook tegen het verdorven leven der monniken preekte en dat heel fel deed.

Thans namen zij wraak, nl. door de bisschop ertoe over te halen zijn preekbevoegdheid in te trekken. Grote heeft zich hier bij neergelegd; hij wijdde zich van nu af aan meer aan de persoonlijke zielzorg. Zijn preken hield dus op. Wel stuurde hij nog een verzoek naar de paus te Rome, om hem dispensatie te verlenen, maar eer hij antwoord uit Rome kreeg, overleed hij. 20 Augustus 1384 bezweek hij aan de pest.

Fraterhuizen

Na zijn dood is Geert Grote's werk niet opgehouden. Leerlingen hebben het voortgezet. Florens Radewijns, één van hen, heeft er zelfs een grote uitbreiding aan gegeven. Zoals Geert Grote de stichter werd van de congregatie van de Zusters des gemenen levens, zo werd Florens Radewijns de stichter van de congregatie van de broeders des gemenen levens. Naast het mr. Geertshuis voor de zusters kwam te Deventer het mr. Florenshuis voor de broeders. Weldra kwamen er ook elders Broedershuizen (meestal sprak men van Fraterhuizen), onder andere in Zwolle en Amersfoort, maar ook te Utrecht en Delft, en na verloop van enige tijd zelfs in Duitsland en in het tegenwoordige België. Men moet niet denken dat het in al deze huizen om grote getalen ging; het aantal in wonenden was steeds zeer beperkt. Zij bloeiden bij lange na niet zozeer als de meeste kloosters, met hun soms wel 200 of meer inwonenden. En toch hebben de Frater- en Zusterhuizen veel betekend. Het werk van de fraters was hetzelfde als dat van de zusters. Zij deden veel aan lezen en mediteren, het luisteren naar korte preekjes (collaties), copieerden boeken en verluchtten die boeken met afbeeldingen; en zij bedreven enig ander handwerk als het beoefenen van veeteelt of landbouw. Later namen de fraters ook de zielzorg van scholieren op zich, die zij in steden waar de scholen waren ook wel onderdak verleenden. Naast de Broederschap des gemenen levens ontstond, mede als een vrucht van de geest der moderne devotie, de Winderheimer kloostercongregatie. Hierin kon de kloosterlijke geest die heel de moderne devotie eigen was, zich geheel uitleven. Het klooster te Windesheim vervulde in de congregatie de rol van moederklooster. Een ander belangrijk klooster van deze congregatie stond op de Agnietenberg bij Zwolle. Hier heeft vele jaren lang de bekende Thomas à Kempis, de schrijver van De navolging van Christus, geleefd.

Betekenis

De betekenis die de moderne devotie, in haar verschillende vertakkingen, in ons land en ook wel daarbuiten gehad heeft is, zoals wij al opmerkten, niet gering geweest. Vóór Geert Grote bestond er in onze landstaal nauwelijks enige stichtelijke lectuur. De fraters en zusters hebben in deze leemte voorzien. Sommige fraters schreven zelf stichtelijke boeken, waarin zij overigens rijkelijk leentjebuur speelden bij de oudere ascetische of mystieke literatuur, en anderen schreven deze boeken over. Toen de boekdrukkunst was uitgevonden viel dat laatste weg, maar toen had intussen al heel wat zijn weg gevonden naar het volk. Bekende auteurs uit de kring der moderne devotie zijn behalve Geert Grote zelf, Florens Radwijns, Gerard Zerbolt van Zutphen, Hendrik Mande en de al genoemde Thomas à Kempis.

Voor hun producten was er markt in die tijd. De fraters en zusters zelf en de vele monniken en nonnen waren wel de eerste afnemers. Maar ook de opkomende burgerij der steden, die lezen geleerd had, toonde belangstelling. Zo groeide er onder 'geestelijken' en 'leken' een zekere zelfstandigheid in de vroomheid. Die bepaald niet antikerkelijk was, maar wel de lezers enigermate met eigen ogen leerde zien.

Reformatie en moderne devotie

De Reformatie heeft daar later, in de 16e eeuw, gebruik van kunnen maken. Er was, mede dank zij de moderne devotie, een geest van innerlijke betrokkenheid bij het religieuze leven onder het volk. Toch blijft het opmerkelijk dat Luther die in zijn jonge leven een jaar lang te Maagdenburg contacten had met de fraters en dus direct in contact kwam met de moderne devotie, daar nauwelijks enige invloed van heeft ondergaan. Het religieuze leven in het gezin Schalbe in Eisenach, dat in nauwe relatie stond met de franciscaners ter plaatse, heeft hem veel meer gedaan. Men zal verder ook in aanmerking moeten nemen dat, zoals Post zegt, de moderne devotie een in hoofdzaak Nederlandse beweging is geweest. Zij vertegenwoordigde een geestesrichting die door haar nuchterheid en vooral praktische inslag, met vermijding van alle hoogvliegende speculaties; en ook van de 'hoge mystiek', bijzonder goed paste bij onze volksaard. Het is niet voor niets dat in later tijd de Nadere Reformatie, die ook zo sterk praktisch van aard was, bewust over de eeuwen heen heeft teruggegrepen op de moderne devotie. Maar ook de mannen van de Nadere Reformatie hebben te weinig oog gehad voor het specifiek middeleeuws en rooms karakter van de moderne devotie. Ik kan het begrijpen dat moderne rooms-katholieke auteurs met nadruk de moderne devotie claimen voor hun eigen kerk, en van oordeel zijn dat de protestanten ten onrechte een boek als bijvoorbeeld De navolging van Christuszich hebben toegeëigend.

In ieder geval pleit het in hun voordeel dat toen, in de 16e eeuw, de Reformatie kwam, zo goed als alle moderne devoten, behoudens een enkele uitzondering, de oude rooms-katholieke kerk trouw bleven en zich afkerig toonden van de nieuwe beweging. Dat er van de fraterhuizen in die tijd niet veel overbleef had niet hierin zijn oorzaak dat de fraters hervormingsgezind werden, maar had heel andere oorzaken. In bepaalde gebieden in Duitsland hebben de fraters zich weten te handhaven tot in de tijd van Napoleon toe. Geert Grote, de inquisiteur en ketterhamer, zou, als hij in de 16e eeuw had geleefd, meegedaan hebben aan de veroordeling van Luther. Daarover behoeft geen twijfel te bestaan. En van Thomas à Kempis geldt, naar alle waarschijnlijkheid, hetzelfde.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 juni 1984

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Geert Grote (II)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 juni 1984

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's