Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘Een gedurig gebed’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘Een gedurig gebed’

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

"Maar van de Gemeente werd een gedurig gebed tot God voor hem gedaan.' (Hand. 12 : 5)

Herodus heeft snode plannen. Daar de moord op Jakobus (vs. 2) bij de Joden in de smaak is gevallen, zal 't hun goed doen, als ook Petrus geëxecuteerd wordt. Dat zal morgen gebeuren.

Hoe verkeert de apostel onder deze dreiging? Petrus slaapt. Wonderlijk! Hij slaapt de slaap van het geloofsvertrouwen (Psalm 3; Matth. 8 : 24).

Maar, terwijl Petrus slaapt, is de Gemeente van Jeruzalem klaar wakker. Immers haar apostel zit in de gevangenis. De Gemeente wordt zelf bedreigd en vervolgd. Door een overmacht. Wat ligt nu meer voor de hand, dan dat ze bang zou zijn? Ze lijkt zo weerloos. 'Maar ze is het niet. Let u erop? Ze zet de tegenaanval in. (Merkt daar de trouw van de Heilige Geest in op!)

Een stormloop op de gevangenis? Nee! Onze wapens zijn niet vleselijk (d.w.z. met groot vertoon en geweld), maar wel krachtig door God tot nederwerping der sterkten, zegt Paulus. Zeker, voor 't oog ziet het er hopeloos uit (vs. 4). Valt er niets te verwachten. Alle deuren zitten dicht. Alleen de deur naar boven... die is open. 't Gebed. Dat zeer machtige wapen tegen het geweld en de listen van de boze. Geloven wij dat ook? Wij zeggen soms, wanneer iemand in een hopeloze situatie verkeert: nu kun je alleen nog maar bidden. Alleen nog maar... Alsof het niets is. We verwachten er vaak zo weinig van. Die Gemeente van Jeruzalem beschaamt ons. Immers zij hanteert het krachtigste wapen: het gebed. Een krachtig gebed van de rechtvaardige vermag veel volgens Jakobus. Elia was een mens van gelijke beweging als wij. Hij bad een gebed, dat het niet zou regenen. En 't regende niet op de aarde in 3 jaar en 6 maanden. Ziet u? Een krachtig gebed vermag veel. En nu staat hier: maar van de Gemeente werd een gedurig gebed voor Petrus gedaan. Een gedurig gebed. Dat is het werk van de Geest. Het betekent: er werd intens, vurig, maar ook volhardend gebeden. Thuis, neem ik aan, in de eenzaamheid, maar ook in de samenkomst van de Gemeente. Waarom? Omdat Petrus in grote nood verkeert. U leest hetzelfde van Christus in Gethsemané: 'en in zware strijd zijnde (dus toen de nood zeer hoog was), bad Hij des te ernstiger'. Waarom? Omdat de 'onmogelijkheid', van ons uit gezien, zich zo levensgroot voordoet. Wat doen we dan als we geen uitkomst zien? Zeggen we: ik heb 't nu al zo dikwijls gevraagd, maar de Heere hoort toch niet...? Dat is de verleiding, waarmee de duivel verzoekt. Dat is het ongeloof. We geven het op. Als het geloof echter door de liefde werkzaam is, 'kruipen' we des te dichter tegen de Heere aan. Juist als we geen uitkomst zien... Dan doet de liefde ons hopen op God. En daardoor wordt het gebed vuriger, heviger.

Een gedurig gebed. Waarom is dat vaak nodig? Omdat de Heere ons meestal niet op onze wenken bedient. Hij leert ons ootmoed. Hij is ons niets verplicht. 't Is altijd genade, dat God ons gebed verhoort. Dat leert Hij ons hoe langer hoe meer. Ondertussen beproeft en oefent Hij het geloof, door de verhoring uit te stellen, is het ons echt om Hem te doen? Is onze verwachting alleen van Hem? Dan wordt er geworsteld. Ik laat U niet los, tenzij Gij mij zegent. Dan wordt er gehoopt op God! Zo is het in Jeruzalem. De Gemeente doet een gedurig gebed voor Petrus. De Gemeente!! Dus niet hier en daar een enkeling. Nee, de gehele Gemeente; jong en oud is ingeschakeld. Ik denk, dat het mede daardoor mogelijk was om vurig, aanhoudend te bidden. Men vuurde elkaar aan. Men bemoedigde elkaar: 'Hoop op God!' Het gaat hier om een apostel. Voor hem wordt gebeden. Dat is dé voorbede. Ook Paulus vraagt daar telkens om. 'Opdat het Woord Gods Zijn loop hebbe', doorwerke. Zodat Christus aangenomen, geloofd en verheerlijkt wordt. Want daar gaat het toch om? Zijn wij ook zo in de voorbede bezig? Samen? Jong en oud?

Waarom bidt de Gemeente in Jeruzalem? Omdat God en de Heere Jezus haar lief zijn, omdat het Woord haar lief is, omdat de broeders haar lief zijn. De liefde tot het Woord en de naaste geeft haar kracht tot voorbede. Volhardende kracht. Zo is die Gemeente een eenheid, waarop de boze geen vat heeft. Als de gemeenteleden .samen tot God'bidden, zijn ze sterk. Tweedracht, jaloezie en geruzie verdelen een gemeente. Die veroorzaken de bressen in de muur van de gemeente, waardoor de satan binnenkomt. De Geest wordt er door bedroefd. Maar het gebed voor het Woord, voor elkaar, dat verenigt, dat beschermt. Daarvan mag zegen verwacht worden.

Is het gebed in Jeruzalem dan niet irreëel? Heeft het zin, wanneer de toestand zo hopeloos is? Zeker! Immers het gebed rekent niet met het zichtbare, met wat voor ons mogelijk is. Tenminste het gelovig gebed. 't Gelovig gebed rust altijd op wat God beloofd heeft. Dat is de vaste grond, waarop we staan: de beloften van God, die in Christus ja en amen zijn. Dat is de rotsvaste bodem, waarop u mag blijven staan, ook wanneer de verhoring lang op zich laat wachten. Want dat kan. Nochtans, wie gelovig bidt, acht God getrouw. Die het beloofd heeft (Rom. 4).

Zo'n gebed mag in principe alles omvatten: iedere zaak, waarmee we als gemeente als gezin óf persoonlijk gekonfronteerd worden. Niets is onmogelijk voor onze God. Hij spoort u en jou vriendelijk aan: 'Doe uw mond wijd open en Ik zal hem vervullen'. Het gebed mag alles omvatten. Echter hier ligt het accent op de voortgang van het Evangelie. Daar gaat het in de Handelingen om. Gods eigen Woord wordt hier bedreigd. Een dienaar van het Woord, Petrus is in nood. Maar de Heere heeft gezegd: 'Roep Mij aan in de dag der benauwdheid en Ik zal er u uithelpen'. Dat is Zijn belofte. Daar wordt op gepleit in Jeruzalem. Gedurig! En niet tevergeefs! Want die de Heere verwachten zullen niet beschaamd worden. Leest u het maar na in het vervolg van dit hoofdstuk. Het mag u bemoedigen in uw eigen gebedsleven. Want de Heere is niet veranderd. Hij verhoort niet altijd, zoals wij het ons voorstellen. Toch geldt nog steeds van Hem: 'Die machtig is meer dan overvloedig te doen, boven al wat wij bidden of denken. Hem zij de heerlijkheid!!' (Ef. 3 : 21).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juli 1984

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

‘Een gedurig gebed’

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juli 1984

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's