Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en geld

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en geld

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

En ook is veelvuldig te vernemen dat men niet meer betaalt, omdat de kerk bevrijdingsbewegingen steunt, of de Wereldraad van Kerken steunt.

De laatste tijd kan men overal (weer) signalen opvangen over het inhouden van kerkelijke bijdragen door gemeenteleden in verband met recente ontwikkelingen in de kerk. Met name de recente synodeuitspraken over de kernwapenkwestie - zowel in de Hervormde Kerk als in de Gereformeerde Kerken - zitten mensen dwars. Op diverse plaatsen zouden mensen bedankt hebben voor de kerk, al wordt nooit duidelijk gemaakt hoevéél er dat zijn. En anderen reageren met: hand-op-de-portemonnaie. Men kan dan opmerkingen horen als: 'ik betaal niet voor het IKV'. Wanneer IKON in de synode weer eens aan de orde is of een omstreden programma deining oproept geldt het voor een dergelijke organisatie. En ook is veelvuldig te vernemen dat men niet meer betaalt, omdat de kerk bevrijdingsbewegingen steunt, of de Wereldraad van Kerken steunt.

Recent stond in de dagbladen te lezen dat ds. K. van der Sluijs te Papendrecht van de PKV Zuid-Holland een maand ongevraagd verlof heeft gekregen vanwege moeilijkheden in de gemeente. Zelf zegt hij dat de kern van de kwestie is zijn openlijke lidmaatschap van de PvdA. Intussen hebben - zo luidden de berichten - gemeenteleden hun kerkelijke bijdrage geheel of gedeeltelijk ingehouden. Ds. Van der Sluijs heeft in een artikel in Hervormd Nederland van 27 juni ll. overigens al een artikel geschreven, waarin hij dit kenschetste als 'chantage met de geldbuidel'. De hervormde kerkorde eist dat elk lid naar draagkracht bijdraagt wil men kiesrecht hebben. En dus sloot de kerkeraad van zijn (deel)-gemeente de bewuste leden uit van actief en passief kiesrecht. En daarmee kwam het balletje verder aan het rollen, met genoemd ongevraagd verlof van ds. Van der Sluijs als voorlopig resultaat.

Zonder op de eigenlijke kwestie, die in Papendrecht speelt, verder in te gaan kunnen we gevoeglijk constateren dat het regelmatig voorkomt dat gemeenteleden hun geldelijke bijdrage aan de kerk of de gemeente staken of daarmee dreigen. Daarover nu in het hiervolgende enkele opmerkingen.

Onderscheiden

Allereerst moet worden opgemerkt dat goed moet worden onderscheiden waarvoor de middelen van de kerk worden aangewend. Al te gemakkelijk worden anders uitdrukkingen als b.v. 'de kerk steunt geweld' gebezigd. Er is een stichting, die de naam draagt 'Geen kerkgeld voor geweld'. Wat in zo'n naam aangeduid wordt is me uit het hart gegrepen. Maar al te gemakkelijk kan zulk een uitdrukking echter een algemeen gebruik krijgen, waardoor aan de feiten geen recht wordt gedaan en waarmee men slechts lucht geeft aan opgekropte onlustgevoelens.

Neem de Generale Kas. Elk hervormd lidmaat is verplicht ƒ 20, — daarvoor te betalen, waarvan (als alle leden betalen) de helft terugvloeit naar de kas van de plaatselijke kerkvoogdij. Uit de Generale Kas worden uitsluitend binnenkerkelijke doelen gesteund. Er gaat geen cent over de grenzen, laat staan naar bevrijdingsbewegingen. De synode besloot enkele jaren geleden zelfs de (vrijwillige) twee-procents-actie (voor ontwikkelingssamenwerking) niet toe te passen op de verplichte Generale Kas. Als mensen deze bijdrage nu inhouden is (o.a.) de plaatselijke kerkvoogdij de dupe, terwijl men organen waartegen men (terecht) bezwaren heeft niet treft.

Zo zal het in het algemeen gaan met het inhouden van de bijdragen. Vaak wordt de eigen gemeente gedupeerd en blijft wat men bestrijden wil of waartegen men protesteren wil ongemoeid.

Er zijn bovendien instituten en instanties waarvoor louter op basis van vrijwilligheid gelden bijeen gebracht worden. Elke gemeente heeft (gelukkig) de eigen vrijheid om te beslissen of men voor de GZB of voor Oegstgeest, voor de IZB of voor Kerk en Wereld collecteren wil en of men de vredeskrant van het IKV of van de Stichting Bijbel en Vredesvraagstukken verspreiden wil en daarvoor bijdragen wil vragen. En elk gemeentelid heeft (gelukkig) ook nog een keer de vrijheid om dan de hoogte van zijn bijdrage zélf te bepalen of zelfs de collectezak aan zich voorbij te laten gaan.

Natuurlijk, er zijn ook de verplichte bijdragen, de quota. Er zijn ook de bijdragen, waartoe de kerk zichzélf heeft verplicht door te participeren in bepaalde verbanden, al of niet oecumenisch van aard. In de 'Kijk op de Kerk' krant van 1982/1983 heeft elke hervormde inzage kunnen krijgen in de vraag 'waar blijft het kerkgeld? ' Toen werd o. a. aangegeven dat de bijdrage van de Ned. Herv. kerk in b.v. de secretariaatskosten van het IKV f 52.000, — bedroeg. Zo is er ook een bijdrage aan de Wereldraad. Zo worden ook de hervormde raden en organen bekostigd. Dan gaat het intussen om kerkelijke participatie op grond van synodale beslissingen door de jaren heen (met synoden van steeds wisselende samenstelling en vertegenwoordigers uit het hele land), waarmee gezegd wil worden dat men deze financiële participatie niet één persoon of orgaan kan aanwrijven. Een moderamen van de synode - het dagelijks bestuur van de kerk - kan daar om zo te zeggen eigenmachtig óók niets in veranderen. Hier dragen we overigens wel een stuk pijn mee van de kerkelijke verdeeldheid en van de tegenstellingen van inzicht in wat de taak van de kerk is. Het moderamen moet er echter op rekenen dat zij toch het adres is waar verontruste gemeenteleden hun bezwaren kwijt moeten kunnen.

Maar nog even heel concreet, als het gaat om de vraag hoeveel elke hervormde (gemiddeld) dan bijdraagt aan het algemeen kerkewerk (en dan gaat het om het hele landelijke apparaat en om alle participaties in organen en instituten en instanties). Dit komt neer op 4, 4 cent per gulden. Als men zou becijferen om welk bedrag het gaat als het nu om de echt omstreden organen gaat dan gaat het om een fractie van één cent. Waarmee niet gezegd wil zijn dat alle verdere kerkelijke arbeid ieders instemming hebben zal. Maar de landelijke kerk kost uiteraard geld.

De bedoeling van wat ik hier neerschrijf is slechts om duidelijk te maken dat goed onderscheiden nodig is. Opdat de gemeente zelf niet de dupe worde.

Verantwoordelijkheid

Dat ontslaat de leiding van de kerk intussen niet van de dure roeping om het oor nauwkeurig te luisteren te leggen in kerk en gemeente om signalen van verontrusting op te vangen. Tenslotte dragen de beleidsinstanties van de kerk verantwoordelijkheid naar de gemeenten toe. Als het IKV zozeer omstreden is (geraakt) in de kerk en zélfs óók weerstand oproept bij hen, die accoord gingen met de eigen positiebepaling van de Hervormde Kerk in de kruisrakettenkwestie, omdat het IKV allang een politieke pressiegroep is geworden, dan is het zaak om de stukken er nog eens grondig op na te zien. Wanneer komt er eens een gericht voorstel om gewoon te breken met het IKV en om gewoon de IKON het vertrouwen op te zeggen, omdat allang zoveel trouwe gemeenteleden een vraagteken - om het zacht te zeggen - zetten achter de kerkelijke deugdelijkheid van deze organen? Ik zeg trouwe gemeenteleden. Ik las dezer dagen namelijk ook dat Mient Jan Faber over andere kerkelijke betrokkenheid sprak dan over de gemeentelijke, namelijk langs de weg van actiegroepen en demonstraties. De vraag is niet overbodig of zulke kerkelijke betrokkenheid ook in bijdragen tot uitdrukking komt. Of moet het geld toch van die gemeenteleden komen, die als hervormde zielen te boek staan en ook hun lichaam meebrengen naar de kerk? En ook al is er dan veel misverstand bij die trouwe gemeenteleden over de eigenlijke bestemmingen van kerkelijke gelden dan dient nog de kerk de signalen van verontrusting op te vangen, die uit de kerk komen en die ook blijken in verminderde offervaardigheid of vermindering van kerkelijke bijdragen.

Geen machtsmiddel

Toch mag in de kerk geld nooit een machtsmiddel worden, ook bij de leden der gemeente niet wat betreft hun bijdragen. In de wereld geldt, dat het geld dat stom is recht maakt wat krom is. In de kerk is geld altijd nog een geestelijke zaak. Ik onderstreepte al dat er gelukkig in de kerk vrijheid is als het gaat om de aard van bijdragen en de hoogte daarvan (de vrije collecten). Maar ieder mag zich wel tweemaal bedenken alvorens op de kerkelijke bijdragen in het algemeen wordt ingehouden, al kan het in uiterste gevallen vanwege kwalijk gemeentelijk beleid geboden zijn. Maar zelfs in een tijd van economische neergang hebben we zoveel mogelijk de hoogte van de bijdragen onaangetast te laten, al heeft de gemeente ook de roeping om mee te bezuinigen met de algemeen noodzakelijke bezuinigingen. De Evangelieverkondiging moet immers voortgang vinden. En daarvoor zijn de kerkelijke structuren en organen nu eenmaal onmisbaar. De kerk met name ook in de gemeenten kost geld en mag niet gedupeerd worden door incidentele inhoudingen, die ver weg niemand raken maar dichtbij gevoeld worden en de kerkvoogden kopzorg geven. Al te gemakkelijk kan geld toch als machtsmiddel, als pressiemiddel gaan fungeren, waarbij dan ook nog oneigenlijke bedoelingen kunnen gaan meespelen, omdat het vrijwilhg geven toch niet zo van harte is.

Maleachi 3

Wat dit betreft kan ik dunkt me niet beter afsluiten dan met wat in Maleachi 3 staat. 'Zal een mens God beroven? '

De dienst der kerk is de dienst des Heeren! Maar God werd - zegt de profeet - beroofd 'in de tienden en het hefoffer'. Daarover spreekt Maleachi de vloek uit en zegt: 'brengt al de tienden in het schathuis, opdat er spijze zij in Mijn huis; en beproeft Mij nu daarin, zegt de Heere der heirscharen, of Ik u dan niet opendoen zal de vensteren des hemels, en u zegen afgieten, zodat er geen schuren genoeg wezen zullen'. Calvijns commentaar is hier niet onduidelijk. Hij zegt:

'Omdat Hij dus bij de Joden de verordening had ingesteld, dat de priesters door de tienden werden onderhouden en ook een deel werd geheven voor de armen; omdat God wilde, dat Hem de eerstelingen en al die andere dingen werden geofferd, opdat de mensen er aanhoudend aan zouden denken, dat zij alles aan Hem te danken hadden, en dat alles, wat zij uit zijn hand ontvingen, geheiligd was; daarom noemde Hij wat op de tafel was neergelegd zijn brood, en ook noemde Hij de offeranden zijn spijzen, alsof Hij at en dronk. Maar wij moeten, zoals ik al heb gezegd, op de bedoeling letten, want Hij verlangde op deze wijze te worden gediend en tegelijk moest ook alwat bij zijn dienst behoorde als zijn persoonlijk eigendom worden beschouwd. Dit is dan ook de reden, waarom Hij zich er nu over beklaagt, dat Hij wordt beroofd van de tienden.(...)

Tenslotte komt hij tot het besluit, dat het twisten met God niets uithaalt, maar dat de beste weg voor hen is gebaand, als zij weer terugkeren tot de gunst van God. Nadat hij dan de onrechtvaardige beschuldigingen heeft beantwoord, wijst hij hun opnieuw het reeds eerder ge­noemde middel aan, namelijk dat God, als zij getrouw met Hem omgaan, goed voor hen zal zijn en dat zijn zegen voor hen is bereid en weggelegd. Dit is de hoofdzaak. Maar zij waren voldoende van hun roofzucht overtuigd, daar zij de offergaven en de tienden inhielden. Daar nu deze tempelroof welbekend was, velt de profeet thans als het ware vonnis, gelijk men zegt, zoals dat pleegt te geschieden, wanneer een beklaagde is veroordeeld en de zaak is beslist, namelijk dat hij, die is beroofd, zijn recht terug ontvangt.

Zo handelt God nu ook met de Joden. Brengt, zegt Hij, naar de voorraadkamer (want dit betekent "schathuis" of "provisiekamer"), brengt alle tienden, of de gehele tienden. Hieruit maken wij op, dat zij de tienden niet geheel en al aan de priesters hadden onthouden, maar dat zij op een bedrieglijke manier óf de helft betaalden, óf voor zichzelf zoveel zij konden achterhielden. Want wat hij zegt is niet overbodig: brengt alles of het geheel. Zij wilden dus de tienden zó betalen, dat de priesters met slechts de helft tevreden zouden zijn, en zo spotten zij met God, zoals de geveinsden zich altijd de eer aanmatigen en hun best doen zich zó van hun plichten te kwijten, dat hun trouweloosheid niet openlijk blijkt; maar toch schamen zij zich niet voor de willekeur, waarmee zij God bespotten, zoals hier voor ons een duidelijk voorbeeld naar voren wordt gebracht'.

De Heere belooft Zijn zegen als we Zijn dienst onderhouden. Van inhoudingen is toch géén zegen te verwachten. Soms zal ook hoop (op herstel) in onze bijdrage worden geïnvesteerd, geestelijk geïnvesteerd. Was de priesterdienst ten tijde van Maleachi zo vlekkeloos?

Zei ds. Ledeboer het niet in de vorige eeuw als hij oude hervormde kerkgebouwen zag? Houd die gebouwen maar goed bij. 'God zal ons die weergeven'. Dat is de jaren door ook nog weer gebleken als het ging om de prediking naar Schrift en belijdenis.

V. d. G.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juli 1984

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Kerk en geld

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juli 1984

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's