Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hoofdbestuur Confessionele Vereniging Schrijft Generale Synode

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoofdbestuur Confessionele Vereniging Schrijft Generale Synode

Samen op Weg

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het hoofdbestuur van de Confessionele Vereniging in de Nederlandse Hervormde Kerk heeft onderstaand schrijven gezonden aan alle leden van de generale synode van de Nederlandse Hervormde Kerk i.v.m. de a.s. Comby-synode op 5 en 6 november.

Zeer geachte synodeleden,

Zowel in de brochure 'Belijdend samen op weg' (1981) en 'Samen op weg vanuit welk kerkbegrip? ' (1983), die de Confessionele Vereniging uitgaf als ook in het boekje 'Spreken over samen op weg' (uitg. Boekencentrum 1984) op blz. 50, wordt duidelijk gesteld wat wij hier herhalen: het hoofdbestuur van de Confessionele Vereniging in de Nederlandse Hervormde kerk spreekt zich positief uit over het streven naar een eventuele hereniging van de Nederlandse Hervormde Kerk en de Gereformeerde Kerken in Nederland. Het zou een goede zaak zijn wanneer Afscheiding en Doleantie zouden zijn opgeheven. Hierbij moet echter opgemerkt worden dat samenvoeging van de Ned. Herv. Kerk en de Geref. Kerken deze opheffing niet realiseren.

De afscheiding en de Doleantie kennen immers ook zelf weer de pijn van verscheurdheid. Maar vanuit onze kerkorde (ord. 20) en wat meer zegt vanuit de Schrift is het samen op weg proces te zien als een opdracht. Wij pleiten hierbij echter wel voor een geestelijke eenheid, die meer is dan een optelsom van twee kerkgemeenschappen en winst oplevert in belijdend opzicht. Onze brochures over 'Samen op weg' zijn in brede kring goed ontvangen. Met name in 'Samen op weg vanuit welk kerkbegrip? ' hebben wij gewezen op de nauwe samenhang van het genadeverbond, de kinderdoop, de volkskerk, het apostolaat en de theocratische gedachte. Het spijt ons daarom, dat in de 'verklaring van overeenstemming ten aanzien van het samen kerk zijn' te lezen valt, dat de Ned. Herv. Kerk en de Geref. Kerken geen uitgewerkte leer aangaande de Kerk hebben. Dit klinkt ons veel te relativerend in de oren, want in de hierboven genoemde noties ligt verwoord wat voor hen, die ons voorgingen wezenlijk was. Veel duidelijker zou geaccentueerd moeten worden dat de Kerk een planting Gods is in het Nederlandse volk (zie Toekomstige Vormgeving pag. 3). Wij stellen bij herhaling en met klem, dat de notie van het Verbond, waarin de trouw van God oprijst, kerkbepalend is. Een willekeurige nevenschikking van begrippenparen als Kerk en Verbond, Kerk en fundament, Kerk en Koninkrijk (Verklaring van overeenstemming pag. 4). wijzen wij daarom af. De Ned. Herv. Kerk is, gemeten naar de maatstaf der belijdenis, niet in een gunstiger positie dan de Gereformeerde Kerken in Nederland. Vergeleken met de vorige eeuw noemen we echter ook de positieve uitwerking van de reorganisatiestrijd samen met gemeenteopbouw. Die vinden we terug in onze kerkorde, met name in artikel X. Het is dan ook veel beter om bij de vragen omtrent het belijden uit te gaan van dit artikel der kerkorde dan te spreken van een 'dynamische binding aan de belijde­nis', omdat artikel X der kerkorde de vrucht is van 100 jaar strijd van de reorganisatiebeweging voor een belijdende Kerk. In de 'dynamische binding aan de belijdenis' spreekt naar onze mening te weinig de gemeenschap met de belijdenis der vaderen, zoals we die in art. X verwoord vinden. Daar wordt ook opgemerkt dat de Kerk weert wat haar belijden weerspreekt. Hierbij gaat het ons om de religie van het belijden en dus niet om een intellectualistische opvatting der belijdenis. Religie van het belijden mag echter nooit gehanteerd worden als een kerkrechtelijke uitdrukking in de zin van 'in geest en hoofdzaak', de onbevredigende oplossing van dit vraagstuk in de vorige eeuw. Een duidelijk belijdende Kerk, zoals art. X van onze Kerkorde dit zeer Gereformeerd verwoordt, mag gehoor verwachten en zal aandacht krijgen. Deze duidelijke belijdenis mag zij ook van haar leden verwachten.

Een aangelegen punt is voor ons eveneens, dat in het rapport Toekomstige Vormgeving gepleit wordt voor vrijheid der gemeenteleden om zich aan te sluiten bij de kerkelijke gemeente van hun keuze. Een mens wordt in de Kerk geboren en kiest zich de Kerk niet. Wij weten wel, dat de classis in het voorontwerp dan het platform zou moeten worden voor de ontmoeting van die gemeenten maar wij vinden niet dat op deze wijze het toegeven aan het individualisme als uiting van de tijdgeest kan worden goedgemaakt. Het Gereformeerd Kerkrecht heeft altijd, denkende vanuit het Verbond, vastgehouden aan het principe van de geografische grenzen der gemeente. Er kan maar één gemeente op een en dezelfde plaats zijn. De Kerk zal toch niet louter uit deelgemeenten kunnen bestaan. Tenslotte willen wij opmerken, dat tot op vandaag de dag sprake is van een forceren van de eenheid in organisatie der twee kerken. Naar onze overtuiging vindt deze beweging nog altijd niet haar basis in het leven van het kerkvolk. Er gaan vanuit 'samen op weg' wel impulsen naar die basis, maar is er omgekeerd genoeg aandacht voor wat daar leeft? (De werkgroep 'Plaatselijk vlak' houdt zich voornamelijk bezig met z.g. gefedereerde en bijna gefedereerde gemeenten). Naar onze mening is hier een taak weggelegd voor de visitatie, de classes en de Provinciale kerkvergaderingen om gegevens te verzamelen over de feitelijke stand van zaken. Bij voortduren van het huidige geforceerde tempo zijn we beducht voor een tussenkerkrecht, dat op gespannen voet staat met de huidige ordinanties (b.v. als het gaat over verkiezingen, opzicht, beheer en toezicht) maar dat wel een eigen leven gaat leden. Wij menen met deze opmerkingen geen afbreuk te doen aan datgene wat door ons in de eerste alinea is geschreven. Wij beklemtonen wel, dat het federatieve model, waarbij beide kerken hun eigen kerkorde houden, voor een voortgaand groeiproces de beste kansen biedt. Bij de beraadslagingen over deze dingen bidden wij u veel wijsheid toe.

Namens het hoofdbestuur:

J. P. van Roon, voorzitter

C. Jongeboer, secretaris

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 november 1984

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Hoofdbestuur Confessionele Vereniging Schrijft Generale Synode

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 november 1984

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's