Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Indrukken uit Schotland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Indrukken uit Schotland

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de herfstvakantie maakte een groep van 34 personen een reis door Schotland, met als voornaamste doel een aantal historische plaatsen te bezoeken.

Reisverslag

De nachtboot bracht ons van Hoek van Holland naar het Engelse Huil waar wij op zaterdag 13 oktober aankwamen. Vandaar ging de reis in noordelijke richting, waarbij de Engelse steden Newcastle en Whitby werden aangedaan en, nadat wij de grens waren over gegaan, de Schotse steden Jedburg en Melrose. Al dadelijk troffen ons de ruïnes van de kloosters en kastelen. In de avond kwamen wij te Edinburgh aan. We bleven daar de zondag over; woonden 's morgens een dienst bij in de St. Giles, de hoofdkerk van de stad. Het academisch jaar werd geopend met een kerkdienst, 's Avonds hielden wij in het hotel een huisdienst.

Maandag was gereserveerd voor het bezoeken van de bezienswaardigheden in Edinburgh: en die zijn er genoeg! Behalve de St. Giles ook de Broederkerk, die echter gesloten was, maar de begraafplaats was open. Er was verder het kasteel te bezien en het paleis van de koninklijke familie, waar eertijds de beruchte Maria Stuart de scepter zwaaide. Edinburgh is de stad van John Knox. Zijn standbeeld staat in de St. Giles. Op de begraafplaats van de Broederkerk liggen tal van kerkhistorisch belangrijke personen begraven.

Dinsdag betekende weer voortreizen. We bezochten Stirling, met de ruïne van de kerk van Ebenezer Erskine, en hier - merkwaardig - verwaarloosde graven. Vlak daarbij staat een kerk van de Church of Scotland (vroeger de staatskerk) die er wel verzorgd uitziet, en de graven zien er ook verzorgd uit. Ergens op dit kerkhof ontdekten wij een standbeeld van Ebenezer Erskine. Van hier vertrokken wij naar St. Andrews. De ruïne van het kasteel, eens het aartsbisschoppelijk paleis, is nog indrukwekkend. Het is gelegen aan de zee. Veel zou te vertellen zijn over de historie van dit kasteel en de rol die het gespeeld heeft in het leven van de hervormer John Knox, maar dat moeten wij nu laten rusten. In Perth hadden wij intussen al het middagmaal gebruikt, waarna wij de kerk bezochten waarin Knox eens zijn beroemde preek hield, nadat hij uit de ballingschap in 1559 in het vaderland was teruggekeerd. Het was al donker toen wij aan de avond van deze dag te Banchelor aankwamen, een plaats even terzijde van Aberdeen.

De woensdag was gereserveerd voor een tocht door de Schotse Hooglanden. Het was een stralende dag. Het Schotse Hoogland is indrukwekkend. Via Inverness trokken wij naar het zuiden, waar wij een overnachting vonden in Glasgow.

Op donderdagmorgen was het weer geheel omgeslagen. Een zware storm raasde over Schotland en het regende bijna onophoudelijk. Het belette ons echter niet om de kathedraal van Glasgow te gaan bezichtigen. Op het predikantenbord kwamen wij o.a. de naam tegen van James (Jacobus) Durham. We maakten vervolgens een uitstapje naar Fenwick, de plaats waar eens William Guthrie woonde en werkte. Het kerkje is er nog, en er wonen ook nog nazaten van deze 17e eeuwse predikant in het dorp. De dominee vertelde ons dat hij The great interest (Het groot interest) in zijn kast heeft staan. In de namiddag verlieten wij Schotland; de nacht brachten wij te Newcastle door.

Vrijdag was de dag waarop wij Huil en de nachtboot voor ogen kregen. Maar onderweg pikten wij het Engelse York mee, met zijn machtige kathedraal. Zaterdagmorgen mochten wij behouden in ons vaderland aankomen.

Schotse kerkgeschiedenis

Ziehier een zeer beknopt reisverslag. Een geraamte; vlees en bloed ontbreken, maar als wij dat wilden bieden, dan hadden wij een reeks van artikelen nodig. De Schotse kerkgeschiedenis is een zeer bewogene geweest, en wij hebben er een levendige indruk van opgedaan. Schotland heeft zijn hervormer gehad, in de figuur van John Knox. En die had zijn opvolgers, geboren leiders: Andrew Melville, Alexander Henderson en William Castares. Schotland heeft zijn convenanters gehad, de mannen (en vrouwen) die een verbond sloten, dat zij goed en bloed voor de Gereformeerde religie overhadden. Schotland heeft zijn bloedige oorlogen gehad. Met Engeland, met Frankrijk en soms ook burgeroorlogen. Religie en politiek, godsdienst en diplomatie lagen hier menigmaal door elkaar heen. De dominees ontbraken niet in de legerafdelingen, en leidden soms zelfs een heel bataljon. Als zij gingen preken waren zij gewapend. De roomsen vermoordden de protestanten, maar het omgekeerde kwam ook weleens voor. De Schotse calvinisten hebben gevochten voor een presbyteriaanse kerkorde en voor een van alle roomse smetten gezuiverde eredienst. En tegelijk bloeide in de 17e eeuw in Schotland het Piëtisme, een innige vroomheid, soms zelfs met mystieke trekken. In de steden, maar ook in de dalen in de Hooglanden vond men tal van godvruchtige predikanten en godvruchtige gemeenteleden. Het schotse Calvinisme heeft veel gemeen gehad met het Nederlandse en toch waren er ook verschillen. In Schotland sprak men wel van een Tweede Reformatie (Second Reformation), niet van een Nadere Reformatie. Er was ook niet zoveel aanleiding toe, want als er ooit geijverd is in Schotland voor een strenge tucht onder heel het volk dan was het wel in de tijd van Knox, de hervormer.

Spiritualisme

Eén ding heeft Schotland, voorzover mij bekend, gemist: de strijd met de spiritualisten, de geestdrijvers. Die strijd had voor de Schotten heilzaam kunnen zijn. Pas in een vrij laat stadium, maar toen lag Knox al 70 jaren in zijn graf, nl. na het optreden van Cromwell, midden 17e eeuw, krijgen de Schotten te maken met allerlei spiritualistische groepen, die tevoren al in Engeland zo welig tierden.

Indrukken

Na de reis en eigenlijk al tijdens de reis heb ik een paar indrukken opgedaan, die ik in een viertal punten tenslotte wil verwoorden.

1. De Schotse Hooglanden waren niet zo ruig en onherbergzaam als ik mij van tevoren had voorgesteld. Zij deden mij veel meer romantisch en idyllisch aan. Overal zag men schaapjes grazen op de hellingen.

Overal zag men eenvoudige huisjes of boerderijen. Niet veel in getal, maar zij waren er toch. De bergen zijn hoog, maar niet totaal ongenaakbaar. Hier en daar ziet men een beekje van de bergen stromen. De bergen zelf zijn tot op vrij grote hoogte begroeid; met bomen en struiken, alle in prachtige herfsttooi. Af en toe ziet men de rest van een kasteel, herinnerend aan een ver verleden. Schotland is het land van de adel. Hier woonden de Lords, de baronnen, graven, markiezen enz. Zij hebben er hun soms ruw en toch ook romantische leven geleid. De maandagavond die wij in Edinburgh doorbrachten verleidde ons ertoe een wandeling te maken door de Princesstreet, de voornaamste straat van de stad. Het kasteel boven op de rots was verlicht. Het was sprookjesachtig. Verlicht was ook het ontzaggelijk groot monument dat de Schotten hebben opgericht voor Sir Walter Scott, een romanschrijver die te vergelijken is met Van Lennep in ons land. Scott overleed in 1832, hetzelfde jaar waarin te onzent Bilderdijk overleed. Kortom: er is in Schotland wat de natuur betreft en wat de oude gebouwen betreft heel wat romantiek.

2. In Schotland cultiveert men het verleden. Men ziet het aan de gebouwen. Edinburgh is een stad met vele oude kerken en gebouwen. Alle opgetrokken uit grote grijze stenen. Zij hebben de eeuwen verduurd. Zij zagen geslachten komen en gaan. Men heeft ze niet afgebroken, maar gehandhaafd. Er is maar één stad in Schotland waar men veel gesloopt heeft, dat is Glasgow, een moderne fabrieksstad, met meer dan 800.000 inwoners. En toch: ook hier zag ik nog tal van oude gebouwen. Op de dorpen komt men ook de oude kerkjes tegen. Een kerkje en daar rondomheen een kerkhof, met grote grafstenen - dat zagen wij herhaaldelijk. De natuursteen heeft men in Schotland maar voor het grijpen gehad, en dat is merkbaar.

Vervolgens: de ruïnes. In ons land zijn bijna alle ruïnes al sinds lang opgeruimd, maar in Schotland staan zij nog steeds. Ze worden zelfs als ruïnes gerestaureerd! Dus gehandhaafd in hun huidige gedaante. Welbewust houdt men de herinnering aan het verleden levend, een roemrijk verleden. En dan: de standbeelden. Soms om de 100 meter een standbeeld. Van staatslieden, geleerden, schrijvers en predikanten. Elke Schot die ook maar enige bekendheid heeft genoten, heeft zijn standbeeld gekregen. Men is trots op eigen mensen. Het is alsof zij nog meetellen. Welke Nederlander zou het ooit in zijn hoofd halen om een tientallen meters hoog gedenkteken op te richten voor een man als Bilderdijk, maar in Schotland staat wel zulk een monument voor Walter Scott. Ik zeg: juist voor Walter Scott, de beroemde romanschrijver, van wie het heet dat hij zijn 'figuren' ontleend heeft aan het 'romantische grensgebied' dat Schotland van Engeland scheidt; waarin ook heden nog zijn 'landhuis' staat. Ik denk ook aan de dienst die wij bijwoonden in de St. Giles. Diverse 'colleges' (scholen) waren vertegenwoordigd en een fiks aantal hoogleraren. Zij allen droegen zeer kleurrijke klederen: rood, blauw, paars, geel enz. Heel anders dan in Holland, waar, bij bepaalde gelegenheden, alle hoogleraren gekleed zijn in een zwarte toga. Weer werd ik herinnerd aan het Schotse verleden. Kleurrijk en romantisch. En dan de kle­ding: de kilt, die men alleen in Schotland ziet, en de uitrusting van de doedelzak-speler. Het spreekt alles van lang vervlogen dagen. Maar: het lééft nog.

3. In Schotland tellen de doden nog mee. Voor ons in Nederland is een begraafplaats een plaats met vele op elkaar gelijkende stenen, bijna allen daterend uit de laatste tijd. Slechts hier en daar een oude steen of een oud monument. De alleroudste stenen vindt men in onze oude kerken, en daar bedekken zij dan de bodem. Maar in Schotland is het anders. Daar vindt men grote kerkhoven, met geweldige monumenten. Het kerkhof van de Broederkerk te Edinburg is onvoorstelbaar groot. Men kan daar uren doorbrengen en dan vindt men de naam van de ene belangrijke man na de andere. Wij zagen er o.a. het grafmonument van James Renwick, de jonge covenanter die als laatste in 1687 te Edinburg is opgehangen. Heel veel van deze hier begraven mannen zijn martelaren geweest. Te Fenwick zagen wij op de begraafplaats tafels en banken staan. Er is, als ik mij niet vergis, in Schotland zoiets als een 'verering' van de helden, de martelaren, en van allen die ooit voor kerk en vaderland leefden. Ik zeg niet, dat dit een róómse heiligenverering is, maar zij doet mij wel denken aan de verering die de oude christenen hun doden en vooral hun martelaren toedroegen.

4. Wij zijn voorzichtiger dan ooit geworden in onze waardering van ettelijke levensbeschrijvingen van 'Schotse geloofshelden'. Wij hebben iets geproefd van de romantiek van de Schotse ziel. Wij hebben iets geproefd van de 'protestantse heiligenverering' in Schotland. Er is een literatuur waarin de Schotse 'oude schrijvers' als bijkans goden op aarde worden beschreven. Hun leven zou met talloze 'wonderen' omgeven zijn geweest. Zij worden opgehemeld, totdat het menselijke hun bijkans vreemd is geworden. Maar: dat is sterk overdreven! Ook al put men hiervoor uit de 17e eeuwse bronnen. Want het lag nu eenmaal in de Schotse aard om het alles mooier en romantischer te maken dan het in werkelijkheid was. En dat ligt nóg in de Schotse aard. De bewijzen ervan heb ik gezien.

De zaak is niet, dat de Schotse 'oude schrijvers' godvruchtige mensen zijn geweest; dat staat bij mij boven alle twijfel verheven. Maar: zij waren mensen. En wie zich in hun leven verdiept, maar dan niet uit geflatteerde bronnen, maar uit historische betrouwbare bronnen, komt daar ook wel achter. Zij worden daardoor voor ons niet minder. Hun eigen ster daalt wat, maar de Zon der gerechtigheid klimt er hoger door aan de hemel. Ook zij hebben moeten leven uit de genadige vergeving der zonden. Schotland is een merkwaardig land. Het Calvinisme in dit land droeg een eigen kleur en stempel. Het was sterk in moed en trouw. De zwakte ervan was een te grote vermenging van de religie met de politiek. Het Schotse Calvinisme heeft helaas ook een schrikbarende verdeeldheid gekend. Maar toen de eenheid kwam (vorige eeuw) was nog niet veel gewonnen. Schotland eert haar doden, haar 'helden' en romantiseert ze. Schotland heeft nog een kerk, en toch: Schotland is sterk geseculariseerd. Schotland heeft hetzelfde nodig als Nederland: geen verering van mensen, maar de verering en het dienen van die God, die aan geen tijd gebonden is, en die ook nu nog leeft.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 november 1984

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Indrukken uit Schotland

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 november 1984

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's