Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Robert Plekker, Wat God verbonden heeft..., Een visie op echtscheiding vanuit bijbelse interpretatie, uitg. Novapres Utrecht, 140 blz., ƒ 19, 90.

In dit uit het engels vertaalde boek wordt een uitgesproken standpunt ten aanzien van echtscheiding ingenomen. De schrijver is verontrust over het gegeven dat echtscheiding onder gelovigen heel veel voorkomt. Echtscheiding wordt steeds vaker gezien als een gemakkelijke uitweg uit de huwelijksverwikkelingen. Met nadruk wordt hier gesteld dat alle redenen om een huwelijk te verbreken afgezien van overspel, een verloochening vormen van de heerschappij van Christus. De auteur begint met te zeggen dat echtscheiding niet het wérkelijke probleem is. 'Het verharde hart is het probleem en dat kan alleen genezen door een verdiept geloof in Jezus Christus? De bijbel is het geneesmiddel, het tegengif voor de verwoesting van een echtscheiding. God stelt Zijn huwelijk met Israël tot voorbeeld. De Heere is het enige volmaakte voorbeeld van een onschuldige partij in een huwelijk. Hij had beslist goede redenen om van Zijn vrouw te scheiden, maar gaf toch de voorkeur aan verzoening boven wraak! Het is christenen niet toegestaan te scheiden, of na een scheiding te hertrouwen. Echtscheiding tussen een gelovige en een ongelovige is niet toegestaan als de niet-christen met de christen gehuwd wenst te blijven. Uiteengaan is toegestaan tussen een gelovige en een ongelovige als de ongelovige er op staat. Dit laatste staat in 1 Kor. 7, maar is volgens Plekker geen voorbeeld van echtscheiding. Na het uiteengaan mag de christelijke partner dan ook geen tweede huwelijk sluiten (maar vergelijk Douma in zijn boek 'Echtscheiding', die hier een tegenovergesteld standpunt inneemt). Wanneer de ongelovige hertrouwt, kan dat door de gelovige als echtbreuk worden opgevat zodat deze aanspraak kan maken op de uitzonderingsregel uit het evangelie naar Mattheüs. Deze regel is volgens Plekker geen bijbelse echtscheidingsgrond, maar dient alleen als een mogelijke toestemming voor een bijuitzondering door God erkende echtscheiding. De zonde van ontucht mag echter nooit beschouwd worden als iets wat echtscheiding noodzakelijk maakt. Hoogstens wordt echtscheiding de onschuldige genadig toegestaan als balsem op de wond, maar vanaf het begin was echtscheiding niet de door God gewenste oplossing.

Terecht is de opmerking op blz. 96 dat wellicht het grootste struikelblok met betrekking tot kerkelijke tucht is dat de kerk niet vroeg genoeg van de huwelijksproblemen op de hoogte wordt gesteld. Voor wie na een onrechtmatige scheiding toch hertrouwd is - en daarmee zonde op zonde gestapeld heeft - ziet de auteur toch een weg van vergeving en hoop. Men kan de fout van een eerste echtscheiding niet goed maken door er een tweede op te laten volgen.

Al met al een gedegen studie over een ingewikkelde materie. Plekker heeft het laatste woord niet gezegd. Maar het is goed naar deze stem te luisteren.

J. Hoek

***

Dr. H. B. Weijland, 'A en B', Kampen 1984, Kamper Cahiers 53, Kok Kampen, 46 blz., ƒ 10, 90.

Dit boekje is geschreven door de gereformeerde dr. H. B. Weijland, met het oog op Samen-op-Weg. De schrijver pleit voor een open wijze van gemeenteorganisatie. Dat betekent dat in de toekomst binnen één geografische gemeente verschillende kerken, behorend tot een en dezelfde kerkelijke organisatie, naast elkaar kunnen leven. Een kerk waarin politieke prediking valt te beluisteren, een kerk voor de bevindelijken enz. Ieder lid van de kerkelijke organisatie kan zich dan aansluiten bij de (deel-)gemeente waar hij wil. Een afrekening dus van wat men noemt het 'geografische denken'. Is het dat alleen? Naar mijn gevoelen niet! De Belijdenis der kerk wordt wel genoemd, maar aan haar wordt in dit hele verhaal geen beslissende betekenis toegekend. De leertucht heeft in dit nieuwe ontwerp geen plaats. Vervolgens, dr. Weijland verlegt de kerkelijke eenheid vanuit de gemeenten naar de classis. Maar die is toch ook geografisch bepaald? Keren daar niet noodzakelijkerwijs dezelfde problemen terug? Bovendien, welke bevoegdheden krijgen die classis? Gaan we niet naar een classicaal bestuur dat een soort episcopale functie verkrijgt?

Over wat de schrijver zegt over de kerkelijke inrichting in de tijd van het NT, zou ook wel het een en ander op te merken zijn, maar dat laten wij rusten.

Als Samen-op-weg zich inderdaad zou bewegen in de door dr. Weijland aangegeven richtingen, dan zal dit boekje stellig aan belangrijkheid winnen.

K. Exalto

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 december 1984

De Waarheidsvriend | 15 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 december 1984

De Waarheidsvriend | 15 Pagina's