Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een stukje kerkrecht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een stukje kerkrecht

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De colleges kerkrecht waren zeker niet de populairste in de tijd dat ik studeerde. Je ging erheen om een beetje wegwijs te raken in de bepalingen die het kerkelijk leven in de Nederlandse Hervormde Kerk regelen. Het was maar een enkeling die enig enthousiasme voor de stof kon opbrengen. Daar zat je dan met de dikke losbladige uitgave voor je: Kerkorde der Nederlandse Her­vormde Kerk. Een weinig aantrekkelijk boek. Je moest het vrij gedetailleerd in je hoofd hebben om door het tentamen heen te komen. De hoogleraar die het vak doceerde vroeg graag naar allerlei subtiele onderscheidingen. Bijvoorbeeld: 'Wat is het verschil tussen een samenvoeging en een combinatie van gemeenten?' Ik weet het echt niet meer.

Toch viel het ons op dat de hoogleraar kerkrecht ècht plezier had in de stof die hij behandelde. Hij híéld van het kerkrecht. Ineens kon de droge toon van spreken verdwijnen. Dan begon er iets te tintelen in zijn ogen. Op zulke momenten werd hij kennelijk meegesleept door liefde voor de Kerk en zijn schone inrichting. Kennelijk kan het kerkrecht iemand in vervoering brengen. Van één van de vroegere hoogleraren in het vak - professor Van Ruler - werd onder de studenten de volgende uitspraak overgeleverd:

'Het kerkrecht - dat zijn de danspassen van de Bruid van Christus op aarde.'
't Is maar hoe je het bekijkt...

Als legerpredikant werk je op de rand van de Kerk - vrijwel buiten het bereik van de Kerkorde en zijn bepalingen. Maar de Kerkorde achtervolgt je verder dan je denkt.

Niet lang geleden zat ik met vier dienstplichtigen te praten. Die kwamen geregeld 's avonds langs op het bureau van de Geestelijke Verzorging. Zo maar - voor de sfeer - de koffie - een goed gesprek. Eén van de vier vertelde iets over zijn geschiedenis. Hij woonde sinds kort op zichzelf. Hij had veel meegemaakt. Op zichzelf wonen beviel hem nog het beste. Hij had één goede periode meegemaakt. Dat was in een pleeggezin in jeugddorp De Glint, vlak bij Barneveld. Een project van de gereformeerde diaconieën. Daar vertelde hij iets over. Daarna ging het gesprek verder over niets bijzonders.

We kwamen tenslotte op het herkenningsplaatje dat iedere militair aan een kettinkje om zijn hals moet dragen. Daar staan de meest essentiële gegevens op die nodig zijn om de persoon te identificeren.

De jongen die even tevoren zijn verhaal verteld had, haalde het herkenningsplaatje te voorschijn en liet het aan mij zien.

'Kijk', zei hij, 'bij mij zit er een fout in. Kijk, hier staat dat ik "prot." ben - protestant. En ik heb helemaal geen godsdienst. Ik ben niet eens gedoopt.'

'Ik ben wel gedoopt', zei een ander, 'maar mijn ouders deden er niets meer aan. Ik ben nooit in een kerk geweest.'

'Ik vind het wel goed dat ik niet gedoopt ben', zei de eerste. 'Ik vind dat je zelf moet kunnen kiezen. Ik weet natuurlijk wel zo'n beetje wat het geloof inhoudt. Maar ik heb er geen behoefte aan om me nu te laten dopen. Maar hoe komen ze eraan dat ik protestant ben! Ik heb ook wel eens een girokaart van de Kerk gehad. Die heb ik natuurlijk niet betaald. Daarna heb ik nooit meer iets gehoord.'

'Dan zit je op één of andere manier nog in de kaartenbak van de Kerk', zei ik. 'En op het stadhuis sta je misschien ook als Nederlands Hervormd of zoiets geregistreerd.' 'Ja, Hervormd geloof ik. Maar hoe kom ik in die kaartenbak? '

'Dat komt - denk ik - omdat je voorouders ooit eens gedoopt zijn geweest. Dan blijven de kinderen altijd Hervormd. Totdat jij jezelf uit laat schrijven.'

'Nou ja, zo erg vind ik het nou ook weer niet.'

'Nee, maar jij kost de Kerk wel vijfentwintig gulden per jaar aan administratiekosten. Vandaar die girokaart. Dat kost de Kerk miljoenen, al die mensen die in de kaartenbak zitten.'

'Waarom gooien ze die bakken dan niet leeg? '

'Dat kan niet', zei ik. 'Dat staat in de Kerkorde.'

'Dan verander je die Kerkorde toch? '

'Dat kan niet, want dan moet het gelóóf van de Kerk veranderen.'

'Hoezo? '

'Nou, in de Kerkorde staat het zo dat "krachtens het genadeverbond" de gedoopte leden bij een Hervormde gemeente horen. Maar ook "zij die uit Hervormde ouders geboren zijn". De Kerk gelooft dat God een verbond met de mensen gesloten heeft. Dat betekent dat God zich ontfermt over mensen. Dat is belangrijker dan onze eigen keuze. Kijk, als de Kerk in 1951 zegt dat God zijn armen zó wijd uitspreidt, dan kun je niet in 1984 zeggen dat God zijn armen maar over een paar mensen uitstrekt. Ook al kost dat miljoenen met al die lege kerken.'

'Dat vind ik vreemd. De Kerk kan beter laten kiezen.'

'Nee hoor. De Kerk wacht niet op jouw keuze. De Kerk blijft bij haar gelóóf - dat Gód zich over mensen ontfermt. Ze wacht voortdurend op ieder signaal van die ontferming.'

'Ik heb daar niets van gemerkt', zei hij. 'Ik heb een rotjeugd gehad. Alleen de tijd in de Glint. Daar was het goed. Die mensen meenden het. Dat voelde je gewoon.'

Hij vertelde over de kerkdiensten daar. Het ging daar heel anders dan in een gewone kerk. Je kon er ook wel eens lachen.

'Ik ben daar wel eens iemand op wezen zoeken', vertelde ik. 'De sfeer daar vergeet ik niet gauw meer. Mensen die de noodsituatie zien en er nog iets van proberen te maken. Daar voel ik iets van geloof in. Ik voor mij geef dat jeugddorp nog wel een plaatsje in het genadeverbond.'

Het was even stil. Toen begon hij te lachen. 'Jongens, het wordt hier gevaarlijk. Het is hoog tijd om naar de kamer te gaan!'

'Uit Hervormde ouders geboren'... Een zinnetje dat veel geld kost. Financieel bekeken is het dwaasheid om het in de Kerkorde te laten staan. Maar in die dwaasheid zit een vrolijke wetenschap verborgen. Het genadeverbond blijft! Het strekt zich zich uit over mensen die ontferming nodig hebben. Theologen praten over een 'post-Christelijke' (na-Christelijke) tijd. Ze discussiëren over 'zending in Nederland'. Intussen - 'God gedenkt zijn verbond' (Ps. 105 vers 8). Laat de Kerk het dan niet vergeten! Is kerkrecht toch iets om van te houden?

23 september 1984, dr. J. van Eek jr., Kortenhoevenseweg 111, Lexmond, legerpredikant te Ede.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 december 1984

De Waarheidsvriend | 15 Pagina's

Een stukje kerkrecht

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 december 1984

De Waarheidsvriend | 15 Pagina's