Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr. J. P. Versteeg e.a., De Geest schrijft wegen in de tijd, opstellen over samen leven in kerk en wereld, 196 blz., ƒ 27, 50, Kok, Kampen 1984.

Dr. J. P. Versteeg e.a., De Geest schrijft wegen in de tijd, opstellen over samen leven in kerk en wereld, 196 blz., ƒ 27, 50, Kok, Kampen 1984.

In 1971 hield ds. P. Op de Velde op een ouderlingenconferentie van de Chr. Geref. Kerk een referaat over 'Samenleven in de kerk'. Een studiegroep heeft dit referaat als uitgangspunt genomen voor een bundel studies over gemeente-zijn intern en extern. Uitgangspunt is de gemeente in Hand. 2: gemeente als door de Geest bezielde gemeenschap (Versteeg). Kruis schrijft over Israël en de Thora. Steenbergen gaat uit van Gal. 3 : 26-28: Wat betekent deze heilsboodschap voor het functioneren in de gemeente? Compagner gaat in op het aspect van kerk en samenleving, uitgaande van Luthers twee rijken-leer. Verder komen ter sprake re­latie kerk-wereld (Den Hertog), de liturgie (Ruiter en Zuur), het leren (Vogel), de positie van de vrouw (Van Mulligen), de jongeren (Harder), het diakonaat (Aarnoudse/De Jonge), de zending (Affourtit), kerk en arbeid (Moerdijk), belijden en atomaire bewapening (Born).

De veelheid van onderwerpen betekent dat ik in een aankondiging slechts enkele typeringen kan geven. Vooreerst het is een boeiend en helder geschreven boek, waarbij elk van de auteurs poogt om de zin van het Woord Gods voor hier en nu te verstaan. Het is ook een stoutmoedig boek, inzoverre geprobeerd wordt om hedendaagse vragen in het licht van het geref. belijden te doordenken, en daarbij mogelijk de traditie uit te bouwen. Dat is een belangrijk gegeven, dat zondermeer onze aandacht verdient. De auteurs willen gereformeerde theologen zijn en toch weten dat ze staan in het heden.

In de derde plaats zijn ze gegrepen door het élan van Op de Velde naar een door de Geest vernieuwde gemeente. In de vierde plaats hebben ze een scherp oog voor ontwikkelingen in de huidige samenleving. Ik denk met name aan wat gezegd wordt over de jongeren, de werkloosheid, de zending, het racisme en de hulpverlening. Mijn vijfde opmerking is dat ik het wel wat hachelijk vind zo aan te sluiten bij een referaat van een scribent die van ons is heengegaan. Immers niet alles dekt zich met wat Op de Velde gezegd heeft. Hebben ze de referent recht gedaan of hem 'genaast' voor eigen standpunt. De enige die dat met volle zekerheid kon aangeven is niet meer. Methodisch heb ik hier toch m'n vragen.

Uit verschillende opstellen blijkt dat men zeer geporteerd is voor de charismatische door de Geest geleide gemeente. De gemeente als gemeenschap. Dat is stellig een belangrijk nieuwtestamentisch gegeven. Versteeg laat dat duidelijk zien. Maar hoe verhoudt zich dit nu tot het institutaire? Ik vind de poging boeiend en van betekenis om een facet naar voren te brengen dat onder ons veel te weinig aandacht heeft gekregen. Maar de vraag naar de verhouding tussen charisma en ambt/instituut komt toch weinig uit de verf. Hier ligt voor ons - en heus niet alleen voor de chr. geref. kerken - een stuk huiswerk. Huiswerk direct van betekenis voor de praxis van gemeente en kerk-zijn. Ik denk aan de positie van de vrouw, aan de plaats van de diakonia, aan de vragen rondom vorming en toerusting. Van betekenis is de gedachte van Steenbergen dat de persoonlijke verhouding tot God en het leven binnen de gemeente bij Paulus onlosmakelijk aan elkaar verbonden zijn.

Hier en daar heb ik het gevoel dat men bijna onkritisch bepaalde gedachtengangen overneemt. Kan men het liturgisch patroon van de Van der Leeuwstichting zo maar overnemen zonder zich te bezinnen op de verhoudingen preek en liturgie naar gereformeerd besef? Een zeker objectivisme is aan de bundel niet vreemd. De gemeente mag werkvloer zijn van de Geest, staat er ergens. Maar de vraag dient toch gesteld: Leeft de gemeente ook op de toonhoogte van Pinksteren? Wordt voldoende recht gedaan aan de beslissende betekenis van het geloof om in het heil van Pinksteren te delen? Ziehier enkele vragen en opmerkingen over een bundel, die zeer zeker onze aandacht verdient. Ook waar ze tot tegenspraak oproept, stimuleert ze, als we tenminste niet klakkeloos zweren bij de traditie, maar met de erfenis van het verleden in het heden willen staan en ons gedurig weer door de Schriften willen laten verrijken.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 december 1984

De Waarheidsvriend | 15 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 december 1984

De Waarheidsvriend | 15 Pagina's