Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Actie-voeren en gereformeerde maatschappijvisie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Actie-voeren en gereformeerde maatschappijvisie

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Probleemstelling

In de naoorlogse jaren is het voeren van buiten-parlementaire acties steeds meer ingeburgerd in onze samenleving. In het algemeen kunnen we zeggen dat het actie-model om veranderingen in de samenleving op gang te brengen vooral gehanteerd wordt door groeperingen die 'links' heten te zijn. Anderzijds is de afgelopen decennia ook in toenemende mate door 'rechts' beseft dat mondigheid met zich meebrengt de mogelijkheid om eigen overtuigingen en doelstellingen kenbaar te maken in de samenleving.

Wanneer we bedenken dat actie stamt van het latijnse woord agere dan zal duidelijk zijn dat wij allen - vanuit welke achtergrond dan ook op één of andere wijze 'ageren', handelend optreden, waarbij ook de mogelijkheid bestaat van re-ageren, handelen in antwoord op wat anderen doen. Wordt reageren een houding dan spreken we van reactionair optreden. Een optreden aan fascistische groepen eigen. Dit valt buiten het kader van de door ons bedoelde probleemstelling. Het gaat om verantwoord handelen, in het kader van onze christelijke overtuiging.

Maatschappijvisie

De roeping tot en de grenzen vóór het sociaal handelen worden mede bepaald door onze maatschappij-visie. Er zal geen mens zijn die ontkent dat onze maatschappij, onze sociëtas onvolkomen is. Ze is voor 'verbetering vatbaar'. De één spreekt - vanuit met name marxistische visie - over vervreemding. De mens is vervreemd van de natuur, zijn arbeid, zijn medemens, zijn bestemming. Die vervreemding moet worden opgeheven. Model van actie om tot een andere samenleving te komen, waarin de vervreemding is opgeheven, is de klassenstrijd. De revolutie is middel voor transfor­ matie van de samenleving.

Naar bijbelse overtuiging is de samenleving, vanwege de zondeval van de mens, doortrokken van de zonde. Het kwaad, dat in de wereld kwam, doortrekt alle samenlevingsverbanden. De werkelijke vervreemding is de vervreemding van mens en samenleving van God. Wil er dan ook echter sprake zijn van vernieuwing van de samenleving dan is bekering tot God vereist. Toch zal het hier en nu, in de concrete samenlevingsvormen nooit zover komen dat de vervreemding van God en derhalve van de mens tot zijn medemens volledig zal zijn opgeheven. Hoewel in principe die vervreemding is opgeheven door de verzoening in Christus blijft het menselijk leven, individueel en collectief, tot de volkomenheid van het Rijk Gods is aangebroken, gekenmerkt door het 'nog niet', hoewel in het geloof het 'toch reeds' wordt verstaan.

Voor de christen geldt: reformatie van de samenleving! Daarin staat het Woord voorop. Het gaat om omvorming van de samenleving naar het gebod van gebod van God, met de belofte van God tot welzijn die daaraan verbonden is. De christelijke daad, de actie zal aan het Woord ondergeschikt zijn. Vanwege de gebrokenheid van het menselijke bestaan, die tevens de wortel is van de onvolkomenheid van de samenleving is ons de overheid door God geschonken (Gods dienaresse). Zij is de hoedster van het recht, zij schept orde(ningen) waardoor het samenleven van mensen mogelijk is. Ook wanneer de overheid niet christelijk is, is zij er toch van Godswege. Intussen is zij niet de laatste en hoogste norm. Het handelen van de overheid vraagt kritische toetsing, juist ook van ons christenen, voor wie gehoorzaamheid aan God gaat boven die aan mensen.

Stellingen

1. De christen is geroepen tot actie. Zijn handelen zal getuigend handelen zijn, genormeerd aan het Woord van God.

2. De christen handelt altijd en overal in gehoorzaamheid aan het Woord en derhalve met respect voor de overheid.

3. De christen beseft dat alléén van de overheid geldt dat zij Gods dienaresse is, en dat ten aanzien van 'allen die over mij gesteld zijn' (zondag 39 H.C.) en aan wie 'eer, liefde en trouw' bewezen moet worden, een breed spectrum ligt tussen degenen die over ons gesteld zijn in het gezin (vader en moeder) en in de samenleving (de overheid).

4. Besturen van verenigingen, stichtingen, instituten e.d. kunnen derhalve nooit aanspraak maken op eenzelfde 'gehoorzaamheid' en 'onderworpenheid' als ouders en regering.

5. De roeping tot getuigend handelen, om aan de claim, die God op ons leven legt, gestalte te geven, geldt voor de christen in gezin en staat en in alle maatschappelijke verbanden. De grenzen van dit handelen worden echter wél door het verband waarin we staan bepaald.

6. Nergens geldt 'absolute' gehoorzaamheid (die geldt slechts aan God); maar in het gezin mag sprake zijn van kritische onderworpenheid, zolang het gebod Gods niet wordt geblokkeerd en de beloften van het evangelie niet worden gestremd; en in de staat van onderdanigheid vanwege de belijdenis dat God de hoogste Souverein is.

7. In de samenlevingsverbanden kunnen democratische spelregels optimaal functioneren. De democratie is nooit de hoogste regeringsvorm, maar in (afgeleide) bestuursvormen is democratisch samenspel waarborg voor gezonde werkverhoudingen.

8. Binnen bestuurlijke samenlevingsvormen moet naar middelen worden gezocht om optimale besprekingsmogelijkheden tussen bestuurders, staf, medewerkers en andere categorieën te garanderen. Binnen zulke samenlevingsvormen passen geen spandoeken en demonstraties. Die zijn daar slechts teken van gestoorde verhoudingen binnen éénzelfde (als het goed is) beleden beginsel.

9. In de staat, dat wil zeggen naar de regering toe, mag het spandoek, de banier hoog worden opgeheven. Zeker in een geseculariseerde samenleving mag en moet worden uitgeroepen, dat Christus Kurios is, Heere van het leven, met alle consequenties van dien, juist ook ten aanzien van ethische vragen.

10. Hoewel de christen ook in een democratische samenleving zijn mondigheid beleeft in het stemrecht dat hij heeft zal bij hem het besef dat God alléén recht heeft op het totale leven doorslaggevend zijn voor zijn verdere handelen naar de overheid toe. Daarbij zal zowel het geestelijke als het materiële welzijn een twee-eenheid naar het Gebod Gods, de sociale positiekeuze bepalen.

Middelen

De middelen, die we als christenen hanteren in ons opteren voor sociale actie, zijn gegrond op de belijdenis dat in het Koninkrijk Gods geldt: 'niet door kracht, noch door geweld maar door Gods Geest zal het geschieden'. Daarbij staat voorop dat de vraag of we handelend zullen optreden bevestigend beantwoord wordt.

a. Gaat het om een louter materiële kwestie; of gaat het om recht en gerechtigheid?

b. Gaat het om de naleving in de samenleving van het totale gebod Gods, dus van de eerste en de tweede tafel van de wet; of gaat het om ònze mening daarover? 'Het doel heiligt de middelen', geldt voor de christen niet. Wel heiligen de middelen het doel. Wat de middelen betreft stellen we tegenover elkaar de 'ordening van de technieken', die Piet Reckman in zijn Sociale Aktie Opnieuw bekeken noemt, en wat we zelf als opinie hebben:

1. het krachtig presenteren van posities (diskussie, speeches, artikelen, debatten, polemieken etc, die de aandacht van het publiek vragen).

2. trotseren van normatief gedrag (demonstraties, marsen, boycots, posten, hinderlijk volgen).

3. schending van wettelijke normen (dienstweigering, rolweigering, burgerlijke ongehoorzaamheid, alternatief).

4. opzettelijke pogingen tot beschadiging (imagebeschadiging, sabotage, staking, bezetting, verkeersontwrichting).

5. guerrilla-taktiek (overvallen, ontvoeringen, gijzelingen, straatoproer, bomaanslagen).

6. direkte poging tot machtsovername (gevangenneming, berechting, onschadelijk maken).

ad. 1. Krachtig past in ons woordenboek niet, 'als wij zwak zijn dan zijn wij machtig'!

ad. 2. Wij trotseren niets omdat ons normatief gedrag bepaald wordt door de decaloog, de 'Tien Woorden'.

ad. 3. Schending van wettelijke normen is ons een 'taboe', omdat wettelijk voor ons verband houdt met de wet van God.

ad. 4. 'Pogingen tot beschadiging' zijn ons vreemd omdat de mens, ondanks de zondeval, beelddrager van God is.

ad. 5. Guerrillataktiek is een grensoverschrijding van de kerk naar de wereld toe (men zie ons uitgangspunt).

ad. 6. Machtsovername staat tegenover de uitspraak van Christus: 'leert van mij dat ik zachtmoedig ben en nederig van hart'.

Conclusie

De marxistische stellingname past niet in het denken van een christen over de transformatie van de samenleving.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 februari 1985

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Actie-voeren en gereformeerde maatschappijvisie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 februari 1985

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's