Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Enkele hoofdmomenten  van de Schoolstrijd (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Enkele hoofdmomenten van de Schoolstrijd (2)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De geschiedenis van de Schoolstrijd begint met de onderwijswet van 1806. Krachtens de nauwe band die er bestond tussen kerk en staat droeg de school tot 1795 een gereformeerd karakter. Zij was de gereformeerde school die uitging van den gereformeerde overheid en waarop de kerk der Reformatie invloed uitoefende, vooral door de besluiten van haar Dordtse Synode 1618-1619.

Pas toen in 1795 de scheiding van kerk en staat werd doorgevoerd, zou ook deze gereformeerde signatuur van de éne openbare school grondig gewijzigd worden. De schoolwet van 1806 was daarvan een duidelijk bewijs. Het onderwijs moet nu opleiden tot 'alle maatschappelijke en christelijke deugden'. De leer van het gematigd protestantisme met de rationalistische ideeën: God, deugd en onsterfelijkheid, zou het karakter gaan bepalen. Velen uit de zgn. Groninger richting funktioneerden als schoolopziener. De openbare school en de Groninger richting in kerk en theologie waren als het ware voor elkaar geschapen.

De openbare school wordt een produkt van algemeen christendom en rationalisme. Dit was de geest van de genoemde onderwijswet en tegen deze achtergrond moeten we de Schoolstrijd plaatsen.

Protest tegen de verwording van de openbare school bleef niet uit. Te noemen valt het Reveil, met als belangrijkste vertegenwoordiger Groen van Prinsterer, en verschillende predikanten uit de Afscheiding, o.m. Brummelkamp en Van Raalte. Maar ook vele onderwijzers deden mee aan de aktie tegen de voortschrijdende ontkerstening van de openbare school. Deze protes­ ten zijn uitgegroeid tot een grootse beweging, de Schoolstrijd, die jarenlang politiek, kerk en school heeft beheerst.

Fasen

Men kan, zoals Gilhuis doet in zijn mooie boek: 'Memorietafel van het christelijk onderwijs', de Schoolstrijd verdelen in drie perioden: De eerste fase, ingeleid door Groen, is een strijd tegen het monopoliestelsel van de wet van 1806 en een strijd vóór de vrijheid van het bijzonder onderwijs. In de tweede periode van 1848-1857 gaat het om het karakter van de openbare school; de strijd (vooral ook weer van Groen van Prinsterer) richt zich op het behoud van het christelijk karakter van de openbare school.

In de derde periode, als de Wet van Van der Brugghen (1857) in werking treedt, gaat het om betere levensvoorwaarden voor het bijzonder onderwijs, om de gelijkberechtiging van openbaar en bijzonder onderwijs, in 1917 verkregen.

Aan de eerste en tweede periode blijft de naam van Groen van Prinsterer verbonden. Zijn voorkeur blijft lang uitgaan naar de christelijke overheidsschool, ook al heeft hij alles gedaan om het bijzonder onderwijs te steunen. Vanaf het begin heeft Groen altijd de mogelijkheid tot stichting van bijzondere scholen willen openhouden voor hen, die in verband met het karakter der plaatselijke openbare school, in hun gewetensvrijheid niet mochten worden beknot door de verplichting hun kinderen naar de staatsschool te zenden. De bijzondere school is dan wel een uitzondering, 'als een toevluchtsoord tegen de wet'. Volgens Groen heeft echter de overheid een taak bij het bevorderen van het christelijk karakter van het volksonderwijs. Als dit niet langer mogelijk blijkt, voert hij een pleidooi voor een veelvormige christelijke staatsschool voor de verschillende gezindheden afzonderlijk: een openbare school voor protestanten en een afzonderlijke openbare school voor rooms-katholieken.

Een gemengde school waaraan toch de naam christelijk verbonden blijft, maar dan een christendom boven geloofsverdeeldheid, heeft hij met alle kracht afgewezen. Dat werd duidelijk bij de behandeling van het wetsontwerp Van der Brugghen in 1857. In dit wetsontwerp werd ruimte gemaakt voor de wens tot oprichting van bijzondere scholen, zij het onder duidelijke voorwaarden. De overheidsschool zou een gemengde school moeten zijn waar christelijke en maatschappelijke deugden worden onderwezen. Tegen de verbinding gemengde school met christelijke waarden verzette Groen zich heftig. Echter zonder succes. De openbare school werd een gemengde school, ook wettelijk. Van nu af aan zet Groen zich in voor het bijzonder onderwijs. Hij is onvermoeid blijven strijden voor de rechten van het bijzonder onderwijs.

Velen met hem hebben deze strijd gevoerd. Vele bijzondere scholen zijn gesticht, zonder overheidsvergoeding. Jarenlang is voor de gelijkberechtiging gestreden. Bekend is het Volkspetitionnement van 1878. De liberale minister Kappeyne van de Capello diende een wetsvoorstel in dat bedoelde technische en hygiënische verbeteringen in de scholen aan te brengen. Alleen de openbare scholen zouden hiervoor een vergoeding ontvangen, de bijzondere niet. Dit zou betekenen dat de kosten van de ouders die bijzondere scholen steunden nog groter zouden worden. Een enorme volksbeweging kwam op gang om de koning ervan te weerhouden deze wet te tekenen. Zonder resultaat echter.

Jaren bleef de onderwijskwestie een publiek hangijzer. Toen in 1886 een Grondwetsherziening in zicht kwam, werd dan ook van de kant der rechterzijde als eis gesteld: géén Grondwetsherziening zonder beëindiging van de Schoolstrijd. Het duurde tot 1920 voor de slotfase van de Schoolstrijd kon worden afgesloten. Financiële gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs was met de Lager onderwijswet van De Visser gewaarborgd.

Een periode van persoonlijke offers was afgesloten.

Achtergronden

Waarom ging het in de Schoolstrijd? Verschillende antwoorden zijn op deze vraag gegeven.

Er zijn er die menen dat de Schoolstrijd een emancipatiebeweging is geweest om de 'kleine luyden' meer zelfrespect te geven tegenover de machthebbende elite. Anderen denken dat in de Schoolstrijd een groeiend verzet is te zien tegen de allesbeheersende overheid. De vrijheidsdrang is het geweest die zo vele krachten mobiliseerde tegen een (liberale!) overheid die meende minderheden te kunnen onderdrukken.

Weer anderen verklaren de Schoolstrijd door te wijzen op de rechten van ouders. Zij alleen hebben de verantwoordelijkheid voor het onderwijs van hun kinderen.

De eigenlijke wortels van de Schoolstrijd liggen echter anders. Het diepste motief is van geestelijke aard. Het ging om de ruimte voor het Woord van God in het onderwijs. Daarvoor zijn de offers gebracht en is de strijd gestreden. Het ging om de vrijheid God naar Zijn Woord te dienen, ook in het onderwijs.

En daarmee is ook de kern van het verschil tussen openbaar en bijzonder onderwijs ge­geven. De ruimte voor de Bijbel was er in de openbare school in de 19e eeuw niet meer, is er ook in de openbare school van deze tijd niet.

Dat blijft het belangrijkste verschil tussen de (vrije) christelijke school en het openbaar onderwijs.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 juni 1985

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Enkele hoofdmomenten  van de Schoolstrijd (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 juni 1985

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's