Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Globaal bekeken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Globaal bekeken

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bij een bezoek aan Praag zagen we een indrukwekkende joodse begraafplaats, waar ongeveer 100.000 joden begraven liggen. We kregen een beschrijving in eigen taal mee. Hier volgt de tekst.

Het Oude joodse kerkhof in gebruik genomen in de eerste tielft van de vijftiende eeuw betioort samen met de Oudnieuwe synagoge tot de belangrijkste monumenten van de voormalige praagse joodse stad. De oudste grafsteen, die van de dichter Avigdor Kara, dateert het jaar 1439. Het kerkhof werd als zodanig gebruikt tot 1787. Uit de jaren 1439-1787 stammen bijna 12.000 grafstenen. Op het kerkhof zijn echter veel meer graven (men schat het aantal op zo'n 100.000) dan grafstenen, vanwege het feit dat veel grafstenen door de tand des tijds in puin zijn uiteengevallen of in de grond neergezonken. 

Aangezien de beperkte oppervlakte van het kerkhof niet voldoende was voor de grote hoeveelheid overledenen, was men genoodzaakt nieuwe lagen aarde op de oude graven aan te brengen. Daardoor is de ongelijkmatigheid ontstaan in de oppervlakte van het kerkhof, dat op sommige plaatsen bestaat uit 12 lagen met graven. Doordat een deel van de grafstenen uit oudere lagen omhoog gedrukt is tot in hogere lagen, ontstond de indrukwekkende opeenhoping van grafstenen die karakteristiek is voor het Oude joodse kerkhof.

Alle grafstenen dragen een hebreeuws opschrift, waarin de datum van het overlijden vermeld staat en soms ook de datum van de begrafenis, de naam van de overledene en dichterlijke teksten die herinneren aan de verdiensten van de overledene en uitdrukking geven aan de rouw van de nabestaanden. Sommige grafstenen, vooral die uit de baroktijd van de zeventiende en achttiende eeuw, zijn versierd met architektonische elementen en met een grote verscheidenheid aan bas-reliefs, die of slechts een dekoratieve funktie hebben, ofwel een symbool zijn van de naam van de overledene, van zijn beroep of van zijn afkomst van bijbelse predikers (symbolen van zegenende handen en levitische kannen). Vele symbolen hebben een meer algemeen karakter (bijvoorbeld een kroon, een pijnboomappel, druiven etc).

De belangrijkste grafstenen, grote tomben, bestaand uit vier rechtopstaande stenen met twee stenen, als een dakje erop bevinden zich over het algemeen in het middengedeelte van het kerkhof tegenover de hoofdingang. Wanneer wij van links naar rechts om het middengedeelte van het kerkhof lopen, zien we eerst aan de linkerkant een graf van wit en roze marmer. Hier is de hoofdraadsheer van de Praagse poolse stad, Mordechaj Maisel (gest. in 1601) begraven. Het graf van Jehuda, zoon van Becalel, Rabbi Löw genaamd (gest. 1609) treffen we aan de rechterzijde aan van het pad niet ver van de muur van het kerkhof; het is van roze marmer gehouwen en versierd met een ? van een leeuw in een ovalen medaillon. Rabbi Löw was de auteur van talrijke geschriften en de geestelijke vader van een pedagogische hervorming die wat de beginselen betreft herinnert aan J. A. Komensk/y (Comenius). Met zijn naam is eveneens de oude legende verbonden over een kunstmatig geschapen levend wezen - Golem - , en nog vele andere legenden.

Rechts van het pad, dat om het middengedeelte van het kerkhof loopt, bevindt zich een vanuit artistiek oogpunt bezien zeer opmerkelijk graf, versierd met zittende leeuwen en een wapen. Dit is het graf van Hindel (gest. 1628), de vrouw Jakub Basjovi van Treunburg. Tot de belangrijkste grafstenen behoren verder nog de grafstenen van de astronoom en historicus David Gans (gest. 1613), van de astronoom, natuurkundige, medicus en filosoof Josef Delmedigo (gest. 1655) en van de verzamelaar van hebreeuwse manuskripten en gedrukte teksten David Oppenheim (gest. 1736).

***

De 'voorlezer' houdt ons nog even bezig. In Arnemuiden lezen de ouderlingen beurtelings de tien geboden.

De voorlezer in Maartensdijk, die we reeds noemden (de heer J. van Es), heeft de leeftijd van 89 jaar. Ook St. Maartensdijk, Ouddorp en Rouveen hebben nog de gewoonte dat een voorlezer of dienstdoend ouderling de taak van de predikant 'verlicht'. En tenslotte nog een reactie van een actief meelezer.

Over voorlezers gesproken. Ook de Hervormde Gemeente te Marken kent een voorlezer! Niet de voorlezer, maar een voorlezer. De ouderlingen lezen - naar de dienst hunner orde. Omdat Hervormd Marken ook vrouwelijke ambtsdragers heeft, kan er ook sprake zijn van een voorlezeres. Zoals in zovele plaatsen het geval is, spreekt ook de Marker bevolking haar eigen taaltje. In het Marker dialect vormt met name het uitspreken van de letter H een probleem. Als een autochtone Marker/Markense het apostolicum moet lezen, horen we volgende ver­voeging: '...de émel en de h 'aarde...' Hoe consequent men met de letter H omgaat blijkt ook uit het predikantenbord vóór in de kerk. De vermaarde predikant-dichter Jan Jacob Lodewijk ten Kate, op 23 december 1819 te 's Gravenhage geboren, werd in 1845 predikant te Marken. De bevestiging geschiedde door de bekende ds. O. G. Heldring. Reeds in 1847 preekte hij afscheid van de Gemeente wegens het aannemen van een beroep naar... Halmkerk - aldus het gemelde predikantenbord. De man die ons o.a. 'Wees gegroet, gij eersteling der dagen', 'De dorre vlakte der woestijnen zal zich verblijden eindeloos', 'De Heer Is mijn Herder!', 'Laat m'n in U blijven, groeien, bloeien, o Heiland, Die de wijnstok zijt!' naliet, ging evenwel naar... Almkerk!

Om volledig te zijn: na Almkerk diende ds. Ten Kate de gemeenten Middelburg en Amsterdam. Op Tweede Kerstdag 1889 is hij overleden. P.S. Frederik (Willem) van Eeden (1860-1932) nam nogal eens dominees op de korrel. In zijn schootsveld lag ook ds. Ten Kate. In zijn 'Grassprietjes van Cornelis Paradijs' (1885) - dus in feite onder een pseudoniem - dichtte hij:

'Maar goddank, zingt nu cantaten.
Daar komt J. J. L. ten Kate.
Dankt den Heer met snarenspel.
Voor Ten Kate, J. J. L.'

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 juli 1985

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Globaal bekeken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 juli 1985

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's