Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Liefde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Liefde

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ik heb lief, want de Heere hoort mijn stem, mijn smekingen. Ps. 116 : 1

En nu blijft geloof, hoop en liefde, deze drie; doch de meeste van deze is de liefde. Ik heb lief. Wie de verloste is, die dit danklied zingt weten we niet. Wel wat hij heeft meegemaakt. Wie de Heere voor hem was in de nood. Dat vergeet hij niet. Verlossing uit ellende brengt dankbaarheid. Ik heb lief, omdat Hij mij eerst heeft liefgehad. Ik zal de daden des Heeren gedenken, ja, ik zal gedenken Uw wonderen van ouds af. Ik heb lief. De Heere heeft de dichter in de ruimte gesteld. Nu is zijn hart verheugd in de God zijns heils. De Heere heeft hem rust gegeven en nu kijkt hij terug. Wat de dichter doormaakte lezen we in het derde vers. Hij mag echter op dit moment het lied der liefde zingen. Ik heb lief. Het voorwerp van deze liefde kan niet anders zijn dan de God der liefde. De liefde tot God vindt haar oorsprong in de liefde van God Zelf. Wie kan dit, onder woorden brengen? Als het hart van een jongen naar een meisje uitgaat, brengt hij dat ook met deze woorden onder woorden. Maar, wat zou hij nu moeten zeggen als ze vraagt: waarom? Dat doet de liefde niet. Ware liefde is gevende liefde. Daarom zal het meisje als diezelfde liefde in haar hart is antwoorden: ik jou ook. Ik heb lief. Liefde, die ontspringt aan de liefde van God in Christus Jezus. En de Heilige Geest doet deze liefde ontbranden in het hart. Uit dat hart zijn de uitgangen des levens.

Liefde in een mensenhart is een groot wonder. Bij ontdekkend licht leren we onszelf kennen als een hater van God en onze naaste. Zonder Gods liefde was deze wereld allang in haat en nijd ten onder gegaan. God heeft deze wereld ondanks alles nog lief. Nog voor er in een mensenhart de begeerte naar liefde was, was daar Gods liefde al. Tegenover onze vijandschap stelde de Heere Zijn Hefde (Gen. 3 : 15). Met die liefde wil Hij ons hart veroveren. God openbaarde Zijn liefde jegens ons, dat Christus gestorven is als wij nog zondaars waren. Het is opzoekende zondaarsliefde. Deze liefde zoekt zichzelf niet. Ze zoekt u en mij. En wij? Wij zijn zo dwaas om die liefde te ontvluchten. We willen niet geliefd worden, van nature willen we haten. Onze natuur is zo vijandig voor deze Goddelijke liefde.

Toch is Gods liefde overwinnend haar weg gegaan naar Golgotha. Niemand kon haar keren. Gods liefde gaat aan alles vooraf. Ook aan onze bekering. Ook aan onze belijdenis van zonde en schuld. Gods liefde is de eerste. Ze is liefde tot vijanden. Ik heb lief. Als dat woorden van ons hart zijn dan hebben we ons in de weg der ontdekking als een vijand leren kennen. Er is veel wat zich vandaag als liefde aandient en het niet is. Liefde die uit de mens zelf opkomt. Men heeft het alleen over de liefde zonder ooit zijn vijandschap tegenover God te hebben leren kennen. Dan is het wonder er in deze Goddelijke liefde ook uit.

Deze liefde wil de breuk met de Heere weer herstellen. Dat kan alleen door het bloed van die gezegende bloedbruidegom Jezus Christus. Zijn bloed reinigt van alle zonden. Als deze liefde in onze harten wordt uitgestort, worden de rollen omgekeerd. Ik ga God liefhebben en mezelf al maar meer haten. Ik krijg een mishagen in mezelf. Het is juist deze liefde die in onze egoïstische tijd dreigt te verstikken. De Heere houdt niet op met lief te hebben. Als we verloren gaan dan ligt dat niet aan Zijn Hefde. God heeft mijn behoud gewild. Christus heeft ons bijeen willen vergaderen. De klacht is: gij hebt niet gewild. Waar deze liefde ontbreekt daar laait de vijandschap op als er verkondigd wordt dat we van nature God haten. Die vijandschap smelt weg als de Heere door Zijn Geest de liefde in ons hart ontsteekt. Zijn liefde is liefde die zich gaf tot in de dood en die opstond uit het graf. In die liefde zit nu alles opgesloten.

Ze is voedsel, dat het hart verzadigd. Ze is drank, dat het hart van liefde dronken maakt. Deze liefde laat zich niet bespreken. Ze maakt sprakeloos. Hoe is het mogelijk dat God naar mij een vijand omziet. Voor mij blijft slechts één ding over: deze liefde; met lof ten offer mengen in het heiligdom, waar het volk vergaderd is. Ik heb lief. De liefde vergaat nimmermeer. Ze richt zich op God in Christus door de Heilige Geest. Maar, vraagt u, kun je deze liefde zien? Ja zeker, dat zie je aan het feit hoe iemand omgaat met Gods Naam, Gods Woord, Gods huis en Gods dag. Daarin is Gods liefde te vinden en zal een hart dat deze liefde kent daar naar uitgaan. Als God liefde is en er in ons leven niets van deze liefde openbaar komt dan hebben wij God niet gekend. Hoe is dat nu in ons leven?

Ik heb lief. Want de Heere hoort mijn stem, mijn smekingen. De dichter heeft in het gebed zijn nood neergelegd aan de troon van Gods genade. En zou Hij, Die het oor gemaakt heeft niet horen? Het is zeer zeker een wonder dat we nog tot God mogen spreken en de Heere Zijn oor niet van een zondaar afwendt. Hoe is dat mogelijk? Wel, omdat Hij één keer niet luisterde, toen Zijn eigen Zoon riep vanaf Golgotha's kruis. Daar moest Christus klagen: 'Gij antwoordt niet'. Daar ligt de grond van Gods horen. Tot u die in nood en dood verkeert zegt Hij nu: 'Doe Mij uw stem horen'. De Heere wil erom gebeden zijn. God kan alles. Alleen Hij kan geen smekeling laten staan. Nu kan iemand mij tegenwerpen, dat zijn mond en zijn lippen onrein zijn en dat hij daarom niet kan bidden. Dan vraag ik u: heeft de Heere ergens in Zijn Woord gezegd, dat Hij het gebed niet zal verhoren?

De Heere zegt juist: 'Ik zal horen, als gij naar mij zult vragen met uw ganse hart'. Ik heb lief, want de Heere hoort mijn stem. De Heere luistert naar een mensenkind in nood. Bij deze luisterende God alleen kun je je nood kwijt. Zeker, soms heeft het er veel van weg dat de Heere Zich doof houdt. Dan lijkt het alsof bidden niet helpt. Bidden helpt wel terdege. De Heere is niet doof. Hij is de levende God. In het horen van mijn gebed neemt de Heere al mijn zorgen en al mijn noden over waar ik zo mee te worstelen heb. Hij hoort, omdat Hij liefde is. Zijn horen zet aan tot wederliefde: ik heb lief.

Nu zegt iemand: u kunt makkelijk praten. Ik bid al zolang en toch ontvang ik niet. Kan het soms zijn, omdat u wellicht kwalijk bidt? Wel de moeite waard om eens te onderzoeken, nietwaar? De verhoring van het gebed krijgen we niet om ons bidden of omdat we het waard zouden zijn. We krijgen het op het gebed. Op uw noodgeschrei deed Ik grote wonderen.

De ware bidder zal altijd in de Middelaar, in de Voorspraak Jezus Christus tot God gaan. Er zijn momenten in je leven dat je niet weet te bidden zoals het behoort. De Heilige Geest weet daar wel raad mee. Die gaat meebidden met onuitsprekelijke zuchtingen. We bidden en vragen verhoring niet om onzentwil, maar om Jezus' wil. In het gebed pleiten op Zijn Naam. En... al wat wij de Vader bidden in Zijn Naam, zal Hij ons geven. De Heere is een verrassend God. Menigmaal heeft Hij al geantwoord nog voor we het vroegen.

Hij hoort mijn stem. Dat blijft Hij doen. Steeds luistert Hij als er één van Zijn kinderen in de nood tot Hem komt gevloden. En alle zonden, ook die in ons bidden, worden verzoend in Christus' bloed. In Hem, Die de Voorspraak is bij de Vader en om Wie God altijd hoort. Daar getuigt Jezus Zelf van: 'Ik wist Vader dat Gij Mij altijd hoort'. Hij hoort mijn stem, mijn smekingen. Smekingen. Dat is de Heere vasthouden en Hem niet eerder loslaten voor we verhoring hebben ontvangen. Ik laat U niet los. En als nu die onrechtvaardige rechter die vasthoudende weduwe verhoort, zou de rechtvaardige God dan niet horen? Nergens hoor ik een klacht uit de mond des Heeren, dat Hij het een mensenkind kwalijk neemt, omdat hij tot Hem komt met smeking en geween. De Heere laat juist een klacht horen als we niet bidden: 'Gij hebt niet tot Mij geroepen, o Jacob! Mijn oor is zwaar, zodat Ik niet zou kunnen horen?' De Heere wil horen in Zijn oneindige zondaarsliefde. Maak Hem daarom alles bekend wat u drukt. Hij wil horen en verhoren. Om Christus' wil. Ik heb lief, want de Heere hoort mijn stem, mijn smekingen. Hij redde mij uit de banden des doods, uit de angsten der hel, uit benauwdheid en droefenis. Ik heb lief... en... deze liefde vergaat nimmermeer

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 juli 1985

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Liefde

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 juli 1985

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's