Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

'Nauwelijks overgang van  binnen naar buiten'

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'Nauwelijks overgang van binnen naar buiten'

Kerkverlating

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eindelijk weer eens een boek met een zwarte omslag. Uitgevers, die vroeger hun uitgaven in zwarte omslag staken, komen nu met fleurige boeken op de markt. Maar uitgeverij T. Wever te Franeker bracht weer eens een boek met zwarte omslag. Maar het is dan ook een boek over kerkverlating. 'Jeugd- en Jongerenpastoraat', een classicale commissie van de Gereformeerde Kerk in Groningen, constateerde dat de (gereformeerde) kerk aldaar de aansluiting met de jongeren miste en speelde aan dr. B. P. Hofstede, godsdienstsocioloog aan de theologische faculteit in Groningen, de vraag door: 'wat is er gaande tussen kerk en jongeren? ' Het resultaat is geworden een godsdienstsociologische studie van de heer Piet van der Ploeg, nu uitgekomen onder de titel 'Het lege testament', een onderzoek onder jonge kerkverlaters.

Uit de gereformeerde groninger kerkbodes (van de stad Groningen) van begin '83 tot begin '84 heeft hij de namen en adressen overgenomen van jongeren in de leeftijdscategorie van 16 tot 25 jaar, die zich hadden laten uitschrijven uit het ledenbestand van de Gereformeerde Kerk ter plaatse. Met 16 van hen heeft hij een vraaggesprek gevoerd over het 'waarom' van hun kerkverlating. Aangezien het hier om een willekeurig gekozen gezelschap gaat (van de 55 jonge kerkverlaters in dat jaar in de Gereformeerde Kerk van Groningen) stelt de auteur dat deze zestien representatief kunnen worden geacht voor al de jonge kerkverlaters in de Gereformeerde Kerk van Groningen. Hij gaat nog een stap verder door te veronderstellen dat de afgenomen interviews iets zeggen 'over de jongere kerkverlaters van tegenwoordig in het algemeen'.

Afgezien nu van het feit of het juist is op gegevens van een zestiental ondervraagden algemene conclusies te trekken — al zijn de argumenten daarvoor van de auteur wel overtuigend — kan gezegd worden dat we hier met een boeiende studie te maken hebben. Al eerder heb ik de stelling geponeerd dat geloof niet sociologisch in kaart te brengen is. Maar kerkverlating op zich is wel te onderzoeken. Welnu, de weergegeven vraaggesprekken spreken hun eigen taal. Het boek laat zich verder lezen als de courant. Het is bovendien zeker niet alleen relevant voor kerkverlating in de Gereformeerde Kerken. Daarvoor is het verschijnsel zelf te algemeen en daarom ook zo verontrustend.

De conclusies

De schrijver komt op grond van de vraaggesprekken, waarin steevast de vraag ook aan de orde kwam of de bewuste jongeren na het verlaten van de kerk ook met 'het geloof' gebroken hadden, tot de volgende conclusies.

De jongeren verlaten de kerk omdat ze onverschillig staan tegenover de kerk of sceptisch tegenover het 'kerkgebonden geloof'. Meestal begint het proces op omstreeks zeventienjarige leeftijd, terwijl men nog thuis woont en dit 'ondanks een opvoeding, waarin bedoeld was het tegendeel te bereiken'.

De oorzaken van de vervreemding van de kerk moeten (dus) niet zonder meer in de bedoelingen van de ouders en ook niet zonder meer in de sprong van het van 'het-huis-uit-gaan' gezocht worden.

Als ouders het onderling niet eens zijn staat de betekenis en de geldigheid van de gereformeerde normen en waarden ter discussie tijdens de opvoeding, zodat de overdracht op de jongeren wordt bemoeilijkt.

In veel gevallen werd nauwelijks of nooit over het geloof gesproken, zodat gezamenlijk bij bellezen, gebed, kerkgang voor jongeren inhoudloos, betekenisloos werd.

Het ontbreekt in de meeste gevallen — we spreken nog steeds over die situaties, waarin jongeren de kerk de rug toekeren — aan overtuigingskracht om de gereformeerde levensovertuiging als van betekenis voor het alledaagse leven over te dragen.

Verandering van sociale omgeving en afnemende belangrijkheid van ouders dragen verder in de meeste gevallen bij aan de vervreemding van de kerk. Het lukte ouders dan ook niet om, wanneer de waarden en normen ter discussie stonden, voldoende argumenten op tafel te leggen.

Als de schrijver tenslotte het geheel overziet komt hij tot de volgende eindconclusie: '...kerkverlating suggereert een overgang van binnen naar buiten, terwijl gekonstateerd kan worden dat er veelal nauwelijks sprake is van zo'n overgang. De "gereformeerdesfeer" was veelal een gesekulariseerd "gereformeerde" sfeer. Het verlaten daarvan is niet zoveel meer dan het afschaffen van uiterlijkheden en het wegwerpen van verpakking. Het opzeggen van het formele lidmaatschap van de kerk is dan niets meer dan het weggooien van het laatste restje verpakking. Het gemak waarmee de jongere kerkverlaters dat deden, hun onverschilligheid, is hiervoor ook een duidelijke aanwijzing. '

Op de vraag tenslotte of jongeren, die de kerk verlaten, ook afscheid nemen van het geloof, zèg a-religieus worden zegt de auteur: 'konklusie is dat religie — of het nu opgevat wordt als werkelijkheidsopvatting waarin verwezen wordt naar een andere werkelijkheid óf dat het opgevat wordt als het zingevende — in het bestaan van de jongere kerkverlaters geen of hooguit een zeer geringe plaats inneemt. Ze zijn betrekkelijk a-religieus.'

Ontdekkend

Men kan nogal eens horen beweren dat mensen de kerk verlaten omdat ze in de kerk teleurgesteld zijn. De kerk moet het allemaal anders doen. Uit dit onderzoek blijkt dat bij jonge kerkverlaters het veeleer zo is dat de kerk hen niets meer zegt en dan ook niets meer te zeggen heeft.

Dat is het uiterst verontrustende van onze tijd. We weten allemaal dat het behoren tot de kerk niet gelijk staat met het bezit van het waarachtige geloof. Al wordt dit in onderzoeken als de onderhavige bijna automatisch gesuggereerd door telkens over geloof te spreken. In brede kring wordt over leden der kerk als over gelovigen gesproken. Vooral in rooms-katholieke kring wordt bij voorkeur over 'de gelovigen' gesproken als het over leden van de kerk gaat, ongeacht zelfs de vraag hoe trouw ze zijn in het nakomen van hun kerkelijke 'plichten'. Dan is het nog maar een kleine stap om te veronderstellen dat er best nog 'geloof' kan overblijven als men buiten de kerk treedt. Geloven buiten de kerk heet dat. Dat wordt in de vraagstelling in dit boek ook telkens gesuggereerd.

Intussen komt uit dit boek echter ook wèl zonneklaar naar voren dat één van de oorzaken van kerkverlating kan zijn dat ouderen er niet in slagen de waarden van het gereformeerd belijden over te dragen op de jongeren omdat het bij hen zelf geen levende zaak blijkt te zijn. Nu kan niemand zich het ware geloof niet aanpraten of eigen maken. Hoe afhankelijk zijn we niet van het werk van de Heilige Geest, die overtuigt van zonde, maar die ook de toevlucht leert nemen tot Christus, de schuldovernemende Borg. Waar de overplanting van eigen natuurlijke wortel in Christus niet meer als noodzakelijk voor het eeuwig wèl wordt gepredikt, daar wordt aan 'het geloof de laatste ernst ontnomen. Je kunt dan — om zo te zeggen — geloven, het kan echter ook anders.

Anderzijds moeten we zeggen dat kerkverlating ook daar voorkomt, waar hoge en diepe ernst wordt gemaakt met de dingen van God en Zijn dienst. Het Reformatorisch Dagblad publiceerde dezer dagen, gewoontegetrouw, de jaarcijfers van de Gereformeerde Gemeenten. In totaal onttrokken 1298 leden en doopleden zich aan deze gemeenten, deels naar andere kerken, maar 386 moesten ook tot de 'overigen' worden gerekend, dat wil zeggen: zij sloten zich niet bij een andere kerk aan. Me dunkt dat eenzelfde beeld ook gezien zal worden bij andere kerken van gereformeerde confessie. Voor hervormd-gereformeerde gemeenten zijn geen getallen in deze bekend.

Maar ieder behoeft maar om zich heen te kijken om te zien dat het verschijnsel er evenzeer is. Jongeren haken af, ondanks de beste opvoeding, ondanks de beste prediking. Hoeveel ouders lijden daaraan niet in deze tijd. Ze hebben voor Gods aangezicht geworsteld om hun kinderen en ze zien ze toch vertrekken, de wereld in. Met Demas krijgen ze de tegenwoordige wereld lief. Uit pure onverschilligheid keren ze de kerk de rug toe. Soms niet eens abrupt, maar langzaam maar zeker.

De jongeren mogen ons een zorg zijn. Is er soms niet sprake van dat er meer zorg is om jongeren, die van kerk veranderen dan om jongeren, die kerk en gemeente vaarwel zeggen? Er mag dankbaarheid zijn als er nog volle of min of meer volle kerken zijn. Maar hoe vol de kerken ook zijn, in elke gemeente zijn ze er: jongeren, die afhaken. En ook al zouden het er maar enkelen zijn, dan zullen ze ons een zorg zijn. Christus verliet de negen en negentig schapen om het ene afgedwaalde te zoeken. Zou ieder in eigen gemeente zich niet verantwoordelijk moeten weten om één zorgenkind, om één afgedwaalde of iemand, die dreigt af te dwalen?

En tenslotte, één ding is ook duidelijk. Men kan de kinderen niet vroeg genoeg mee naar de kerk nemen. Gezinsgewijs ter kerk gaan is een goede zaak. En positieve gesprekken over de prediking! Hoeveel kwaad zaad wordt ook niet gestrooid door een 'Geist, der immer verneint', een geest die altijd nee zegt. Door een kritikasterige houding, die altijd afbreekt en nooit opbouwt. Zo dat jongeren als het ware geleerd wordt te zeggen: "t was weer niks.' En ze tenslotte zeggen: 'voor mij hoeft hef niet meer.'

Het boek van Piet van der Ploeg heeft in ieder geval ook een sprekende, appellerende titel: 'Het lege testament'. Welk geestelijk testament laat onze gemeente, laten we zelf na? Geloof als een lege huls? Als dat het geval is begint kerkverlating van binnenuit. Dat is de les van dit boek

N.a.v. Piet van der Ploeg, Het lege testament, UitgaveT. Wever, Franeker, 223 pag., ƒ 25, —.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 juli 1985

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

'Nauwelijks overgang van  binnen naar buiten'

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 juli 1985

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's