Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

En Jozef ging ook op

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

En Jozef ging ook op

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

'En Jozef ging ook op van Galilea, uit de stad Nazareth, naar Judea, tot de stad Davids, die Bethlehem genaamd wordt, omdat hij uit het huis en geslacht van David was'. Lukas 2 : 4

'God, de Heer', regeert', zouden we wel boven het gebod kunnen zetten, dat keizer Augustus uitvaardigde. Een gebod, waarin stond, dat de gehele wereld beschreven moest worden. Op het eerste horen, zeggen we, dat het wel begrijpelijk is, dat de keizer zo'n beschrijving hield, bijv. voor de belastingen. Het rijk was ook zo groot geworden. Praktisch al de toenmalig bekende volken waren aan Augustus onderworpen. En als het rijk dan zo groot geworden is, is het verstaanbaar, dat de keizer een soort volkstelling ging houden. Maar dan bekijken we het toch wel wat alleen van de zakelijke kant.

Keizer Augustus voelde zich niet alleen keizer, maar ook een soort 'god'. Had hij niet alle macht? Was er onder hem niet vrede in het rijk gekomen? De keizer voelde zich als een 'god', die dan ook goddelijke eer waardig was. Hij droeg namen als verlosser, heiland, zaligmaker der wereld. Ja, dan bemerken we wel, hoe hij zichzelf zag en hoe vele mensen hem zagen.

En juist in dit licht is de beschrijving niet, alleen een zakelijke aangelegenheid. Maar het gebod was geheel doordrenkt met die goddelijke sfeer, die er rondom de keizer hing. Daarom was de beschrijving niet zomaar iets, maar meer een soort 'goddelijk' bevel. In de beschrijving komen ten diepste de heiland Augustus en de Heiland Christus tegenover elkaar te staan. En wie zal hier gaan overwinnen? Neen, niet dat Augustus dit besefte. Hij voerde zijn 'goddelijk' bevel uit met het oog op zichzelf. Maar wij weten, dat de Heere deze maatregel gebruikte, om Zijn belofte heerlijk te vervullen. Want de keizer werkte er zo aan mee, dat daar Jozef op pad ging van Galilea uit de stad Nazareth, naar Judea, tot de stad Davids, die Bethlehem genaamd wordt, omdat hij uit het huis en geslacht van David was.

Is dit dan iets bijzondere? Duizenden mensen gingen toch op reis? Ja, dat is waar, en toch, zoals het hier staat, is het wel iets bijzonders. Daar loopt Jozef, maar er staat zo bij: uit het huis en geslacht van David. Dat betekent dus, dat die jongeman, die daar loopt van koninklijke bloede is. Hij is een zoon van David. Hij is eigenlijk een erfgenaam van de troon. En wie oöu zich daar niet op beroemen? Maar dan loopt hij daar toch zeker wel als een koningszoon richting Bethlehem? Ziet hem daar gaan. Draagt hij een kleed, dat herinnert aan zijn koninklijke afkomst? Eenvoudig is hij gekleed. Hij is van beroep een timmerman. Een eerbaar beroep, een goddelijk beroep. Zeer zeker. Maar de woorden: uit het huis en geslacht van David, zouden ons iets anders doen vermoeden.

Als we daar Jozef zien opgaan van Galilea schieten de woorden door ons heen: 'een afgehouwen tronk van Isaï'. Wat is er van het Davidshuis nog over. Hoe laag is het toch met het roemrijke geslacht van David afgelopen. Neen, we zien daar Jozef niet uit een paleis stappen. Hij verlaat daar niet de stad Jeruzalem, eenmaal toch de stad van David. Maar Jozef ging ook op van Galilea, uit de stad Nazareth, naar Judea. Elk woord, dat Lukas hier schrijft, toont het diepe verval van het Davidshuis. Jozef ging op van Galilea. Er werd in Israël zelfs gesproken over het 'Galilea der heidenen'. Uit de stad Nazareth. En we lezen in de Schrift deze vraag: kan uit Nazareth iets goeds zijn? Ja, zo werd er over Galilea en over Nazareth gesproken. En vandaaruit ging Jozef op naar Bethlehem.

Wat een tegenstelling met David. David werd geroepen vanachter de schapen te Bethlehem. Zijn weg voerde van Bethlehem via Hebron naar Jeruzalem. En hier zien we lopen een erfgenaam van de troon, vanuit Nazareth naar Bethlehem. Wat een vernedering. En zou Jozef dit niet gevoeld hebben? Jazeker, vooral nu hij wist - en hij was ervoor ingewonnen - dat Maria de Beloofde verwachtte. Zal het niet in zijn ziel gestormd hebben: moet nu, nu het huis van David zo vervallen is, de Messias geboren worden? Zouden de omstandigheden dan niet anders moeten zijn? Maar Jozef geloofde, dat Maria, de moeder des Heeren was, dwars tegen de omstandigheden in.

En wat de vernedering nog meer doet uitkomen is, dat ook Jozef hier opging om beschreven te worden. Dat wil dan zeggen, dat Jozef, ja David, ja ten diepste Christus hier opgetekend gaat worden als een onderdaan van keizer Augustus. De kroon wordt hier wel geheel van Davids huis gehaald. Als voor één geslacht de beschrijving een vernedering was, dan wel voor het geslacht van David. Van Galilea naar Bethlehem is één gang van vernedering. En toch is Hij zo gekomen, de grote Davidszoon. Heel Jozefs opgaan is één prediking van de diepte der vernedering, waarin Christus gekomen is. Wat een heerlijk vorst was David, hoe rijk was Salomo! Maar Christus laat zich hier registreren onder keizer Augustus. Hij wordt zo schatplichtig aan de keizer. Hoe diep heeft Hij Zich vernederd! Maar daarom is er op Kerst hoop voor de diepst gevallen zondaar. Want Hij heeft Zich zo diep willen vernederen, om u, diep gevallene op te richten. Hij wilde staan onder Rome, beeld van de anti-christelijke machten, om u van de heerschappij van de boze te bevrijden. Daarom ligt er zo'n rijkdom in deze vernederende gang. Een vernedering, die volkomen zichtbaar werd toen Christus geboren werd. Maria wond Hem in doeken en legde Hem neder in een kribbe. Maar dwars door deze vernedering heen vervulde de Heere Zijn Woord.

Want Jozef ging toch maar op naar Bethlehem, de stad Davids. Daar moest hij zijn, omdat hij uit het huis en geslacht van David was. 't Is trouw, al wat Hij ooit beval. Het ging dan wel door de diepte heen, maar de Heere maakte Zijn belofte waar.

Nog is dit de weg, die de Heere in ons leven gaat, wanneer Hij met Zijn Woord en Geest in ons leven komt. Met ons loopt het laag af. De kroon wordt van ons hoofd gehaald. We komen, om het beeld vast te houden, niet vanuit Jeruzalem in Bethlehem. Maar uit het Galilea der heidenen, uit het verachte Nazareth. Maar het is een weg, die gaat naar Bethlehem, om in onze ontluistering, het licht der hoop te zien gloren. Daar te Bethlehem heeft de Heere Zijn woord heerlijk vervuld. Hier kniel ik neer met al mijn armoede, met al mijn nood en dood, om in Hem mijn heil, mijn hoogst geluk te aanschouwen. In Hem, Die Zich zo diep vernederde, om mij op te richten uit mijn vervallen huis en geslacht. De herders hebben er iets van begrepen, toen ze weerkeerden. Ze verheerlijkten God over alles, wat zij gehoord en gezien hadden. Gezegende Kerst.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 december 1985

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

En Jozef ging ook op

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 december 1985

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's