Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Anselmus' verzoeningsleer (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Anselmus' verzoeningsleer (1)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Met onze beschrijving van de leer der verzoening eindigden wij de vorige keer bij de kerkvader Augustinus (354-430). Wij hebben geconstateerd dat in zijn spreken over de verzoening verschillende lijnen elkaar doorkruisen, en dat wij bij hem al vinden de leer van de verzoening door voldoening. In dit artikel zetten wij in de geschiedenis van het theologische denken binnen de christelijke kerk een forse stap vooruit. We vragen aandacht voor de verzoeningsleer van Anselmus van Canterbury.

Er is geen boek over de verzoeningsleer of Anselmus komt min of meer breedvoerig ter sprake. De al in het vorige artikel genoemde dr. H. Wiersinga zet zich af tegen Anselmus. En hij is daarin niet de enige. Voor velen is Anselmus, als zij het hebben over de 'verzoening', de grote boosdoener. En in de vaart waarmee Anselmus overboord geworpen wordt, gaan dan ook de Zondagen 5 en 6 van de Heidelbergse Catechismus, die men als 'anselmiaans' doodverft, mee overboord.

Anselmus

Anselmus heeft geleefd van 1033 tot 1109.

Hij was een Italiaan van geboorte, werd monnik in Noord-Frankrijk, en bracht het tenslotte tot aartsbisschop van Canterbury in Engeland. In de kathedraal van Canterbury ligt hij begraven.

Hij was de eerste die de christelijke leer op een schoolse manier ging behandelen, namelijk door te werken met allerlei begrippen, en door het één uit het ander op een logische wijze te laten voortvloeien. Heel de christelijke leer kreeg daardoor een redelijke noodzakelijkheid. Alles is 'noodzakelijk', Christus' geboorte, Christus' lijden, enz. En de menselijke rede kan die noodzakelijkheid aantonen. Er is wel het beroep op de Bijbel, maar die Bijbel wordt op een 'redelijke wijze' uitgelegd. Men noemt dit de Scholastiek. Anselmus heet dan de vader van de Scholastiek.

In menig opzicht heeft Anselmus teruggegrepen op de kerkvader Augustinus. Men heeft hem daarom al in zijn eigen tijd een 'andere Augustinus' genoemd. Toch bevinden wij ons bij de middeleeuwse Anselmus in een heel ander klimaat dan bij de kerkvader Augustinus. Wat bij Augustinus overvloeiend, boeiend en sprankelend is, is bij Anselmus redelijk en verstrakt.

Anselmus' vroomheid

Hiermee willen wij overigens niet zeggen dat Anselmus niet een vroom man is geweest. In hem een koude, geesteloze rationalist te zien klopt niet met de werkelijkheid. Dr. Kr. Strijd, die waarlijk geen geestverwant van Anselmus is, heeft in zijn proefschrift over Anselmus uit 1957, zijn innigheid en vroomheid royaal toegegeven. In Anselmus' boek waarom het ons hier in het bijzonder te doen is, zijn Waarom God mens werd (Cur Deus homo), komen we herhaaldelijk gebeden tegen. Anselmus belijdt dan zijn geestelijk onvermogen en smeekt God om hulp en verlichting. Anselmus heeft ook zeer wel geweten dat aan de menselijke rede grenzen zijn gesteld; dat wij niet alles weten en ook niet alles kunnen, weten, dat er mysteriën zijn, verborgenheden.

Om Anselmus recht te laten wedervaren zullen wij ook in aanmerking moeten nemen dat door hem niet de rede maar het geloof voorop gezet wordt. De menselijke rede staat bij hem in dienst van het geloof. Eén van zijn stellingen was: Het geloof gaat aan het intellect vooraf. Dat wil zeggen: om tot het ware verstaan van de christelijke leer te kunnen komen, moet er eerst geloof zijn. Deze stelling zal ook onder ons geen weerstand oproepen. Te betreuren is dat Anselmus, zoals wij nog bemerken zullen, in de gang van zijn betoog aan deze stelling zich niet gehouden heeft.

Anselmus heeft zijn verzoeningsleer ontwikkeld in zijn zojuist genoemde boek 'Waarom God mens werd'. Het behoort tot de klassieke werken op theologisch gebied uit de tijd van de middeleeuwen. Men kan Anselmus niet ontzeggen, dat hij een begaafd theoloog is geweest. Zijn boek heeft steeds, tot op onze tijd toe, de aandacht getrokken en een zekere bewondering geoogst.

De inhoud van het boek is gegoten in de vorm van een dialoog, een gesprek tussen Anselmus zelf en zijn leerling, de monnik Boso.

Ongelovigen

Boso is de man die tal van bezwaren tegen de christelijke leer naar voren brengt, en Anselmus is het die deze bezwaren ontzenuwt en wegneemt. Boso, hoewel persoonlijk een gelovige monnik, maakt zich tot de spreekbuis van de 'ongelovigen'.

Het is het opmerken waard dat er blijkbaar ook in die tijd al waren die men als 'ongelovigen' kon aanduiden. Krijn Strijd heeft opgemerkt dat men onder deze 'ongelovigen' niet mag verstaan atheïsten zoals er heden zovele zijn. Dat zal wel waar zijn! Maar toch: ongelovigen! Mensen die twijfelden aan de inhoud van het christelijke geloof. Deze vorm van ongeloof is blijkbaar in onze dagen toch niet zo nieuw, als menigmaal dacht en gezegd wordt.

Het is jammer dat in Anselmus' boek niet een duidelijk profiel van deze ongelovigen geboden wordt. Wij zouden wel wat meer van hen willen weten.

Ook het ongeloof heeft een geschiedenis, en het zou met het oog op onze eigen tijd waarlijk niet onbelangrijk zijn, dat we eens wat meer wisten van die geschiedenis. In zo'n geschiedenis zou dan ook zeker plaats ingeruimd moeten worden voor de figuur van Abaelardus, een latere tijdgenoot van Anselmus, die Anselmus' verzoeningsleer heeft afgewezen, en die nog onlangs de eerste 'moderne mens' is genoemd. Anselmus heeft zich dus geroepen gevoeld om de christelijke leer en met name de leer van de vleeswording des Woords en de leer der verzoening tegen de ongelovigen van zijn tijd te verdedigen.

Methode

Hij heeft dat echter wel gedaan op een geheel eigen wijze. Hij heeft gebruik gemaakt van een typisch scholastieke methode. Hij stelt zich namelijk in zijn boek, louter methodisch, geheel op het standpunt van de menselijke rede. Kunnen wiij, zo dacht Anselmus, tegenover de ongelovigen ons niet rechtstreeks beroepen op de goddelijke Openbaring, wij kunnen wel tesamen uitgaan van de menselijke rede, want die hebben wij gemeenschappelijk.

Anselmus heeft gemeend op de gemeenschappelijke basis van de menselijke rede de ongelovigen te kunnen overtuigen van de waarheid van het christelijke geloof. Dat is de grote vooronderstelling van zijn theologische arbeid geweest.

Zo heeft hij 'sola ratione', dat wil zeggen: louter door de rede, willen aantonen waarom God mens moest worden en ook werkelijk mens geworden is.

In dit betoog paste niet de naam van Jezus Christus. Wèl is Hij bedoeld, maar aangezien Anselmus met louter redelijke conclusies werkt, wordt alleen maar gesproken over de Godmens. God moest mens worden, anders was er geen heil, en het resultaat daarvan was de Godmens!

Anselmus heeft tegenover zijn ongelovige tegenstanders willen bewijzen dat ook al noemt men niet de naam van Jezus Christus, men toch, door maar redelijk te denken, bij Hem moet uitkomen. Hij toont aan de 'noodzakelijkheid' van de vleeswording des Woords, anders gezegd, van de menswording van Gods Zoon, én de noodzakelijkheid van de verzoening door voldoening. Ja, dat laatste is het waar het in feite Anselmus om te doen is. God moest mens worden, opdat op deze wijze voldoening gegeven kon worden, God kon worden verzoend en op die manier God zijn eer terug zou ontvangen en de mens behouden zou kunnen worden.

Bezwaren

Het valt te begrijpen dat tegen heel deze methode en redeneertrant van Anselmus al menigmaal bezwaar is aangetekend. Er mag een rechtmatige twijfel zijn aan haar resultaat. Kunnen op deze wijze ongelovigen worden overtuigd van de waarheid van het christelijke geloof? Is het geloof dan soms een zaak van louter redelijk overtuigd worden? Is het geloof niet het wonder van de Heilige Geest, die werkt door Zijn Woord? Bovendien, Anselmus zelf heeft zijn methode niet consequent kunnen volhouden. Zijn methode verbood het hem om, behalve aan het eind van zijn betoog, de naam van Jezus Christus te noemen. De redelijkheid die hij wilde handhaven gebood hem om alleen te spreken over 'God', zijn 'Zoon' en de 'Godmens'. Maar dat heeft Anselmus niet volgehouden. Telkens valt, temidden van zijn redelijk betoog, tóch de naam van de Heere Jezus Christus.

Nog iets. Ook al het spreken over 'God' en over zijn 'Zoon' vooronderstelt enig geloof, namelijk geloof in God, zelfs in de drieënige God. Bij puur ongelovigen kan men er niet mee aankomen. Op het pure ongeloof stuit de methode van Anselmus af als volslagen zinloos. Wij die thans ongeveer 10 eeuwen later leven, weten dit beter dan Anselmus. In het huidige zendings- en evangelisatiewerk kunnen wij met Anselmus' methode niets meer beginnen.

Er is trouwens nog iets aan te merken op Anselmus' betoog, en wel dit, dat hij zijn eigen uitgangspunt niet is trouw gebleven, en dat in feite ook niet kón. We hoorden al, dat zijn stelling was, dat het geloven aan het verstaan vooraf gaat. Maar in de gang van zijn betoog laat Anselmus, dank zij zijn methode, deze stelling varen, en tracht hij de ongelovigen via het begrijpen te leiden tot het geloof. Dan gaat dus het verstaan (intellectus) aan het geloof (fides) vooraf, en dat is precies het omgekeerde van wat hij aan het begin als zijn uitgangspunt formuleerde.

Tot zo ver over Anselmus' methode. Hoewel zij zijn verzoeningsleer bepaald heeft is de eigenlijke inhoud van die verzoeningsleer door ons nog niet behandeld. Dat wacht op een volgende keer.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 december 1985

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Anselmus' verzoeningsleer (1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 december 1985

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's