Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Globaal bekeken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Globaal bekeken

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een perpetuum mobile is de nooit uitgevonden machine om energie uit niets voort te brengen. Op onze planeet is het nu eenmaal natuurwetmatig zó, dat de ene vorm van energie (arbeid) altijd afkomstig is van eventueel andere energie(arbeid). Naar de perpetuum mobile is door de eeuwen heen naarstig gezocht. In Aktie (van Youth for Christ) troffen we het volgende 'principe van de dominee'.

'En toch zou het niet helemaal eerlijk zijn om al die denkers en harde werkers, die vandaag in de krant verschijnen, te stoppen in het hokje van de quasi-wetenschappelijke mislukkingen. In 1816 knutselde de schotse dominee Robert Stirling ook aan een perpetuum mobile. Ook dat werd natuurlijk niets, maar en passant vond hij wel even de Stirlingmotor uit. Deze ingenieuze vinding is vooral bekend als de 'heteluchtmotor', is erg milieuvriendelijk, en kan toe met heel weinig energie. Stirling ontdekte dat je, met de regeltjes van de thermodynamica in de hand, wèl kunt zoeken naar een soort bijna-perpetuum mobile. De dominee vroeg patent aan op zijn motor, kreeg dat ook, en liet vervolgens zijn vergeten tekeningen vergelen in één of andere bureaulade. Als hij er meteen werk van had gemaakt, hadden nu misschien wel alle auto 's rondgereden met de milieuvriendelijke Stirlingmotor, en was de verbrandingsmotor nu niet meer dan een vergeten museumstuk. Maar wat niet is kan gelukkig nog komen, en in de V.S. worden nu proeven genomen met auto's die worden aangedreven volgens het principe van de schotse dominee.'

***

Joseph Luns is ongetwijfeld één van de boeiendste persoonlijkheden uit de Nederlandse (wereld)politiek in de naoorlogse jaren. Er verscheen over hem een biografie, geschreven door René Steenhorst en Frits Huis (Teleboek, Amsterdam). In dit boek uiteraard vele Luns-anecdoten, uit zijn bonte carrière gegrepen. Hier volgt een verhaal, door Luns opgetekend uit de mond van Jimmy Carter, voormalig president van de V.S.

'President Jimmy Carter vertelde mij dat hij een roze telefoon naast zijn bed had staan, opdat de bevelhebber van Strategie Air Command in Omaha, Nebraska hem direct kon bellen als er Russische ruimteraketten van Siberië onderweg waren naar de Verenigde Staten. De president zou dan tien minuten de tijd hebben om een tegenaanval te ontketenen, zodat hij nog even een kopje thee kon drinken. Op een nacht belde die telefoon, Carter nam met bevende vingers de hoorn van de haak. Wat was het geval? Ergens tussen Nebraska en Washington had een enorme storm gewoed. Alle telefoonlijnen, zelfs die heel speciale lijn, waren gestoord. De president kreeg dan ook te horen: "Is dit het kattenasiel?"

Opgelucht antwoordde hij: "Nee, u spreekt met de president van de Verenigde Staten''. Een aardig verhaal.'

***

Grafisch Nederland is een jaaruitgave van het Koninklijk Verbond van Grafische Ondernemingen te Amsterdam. Dezer dagen verscheen de uitgaaf 1985, getiteld 'Vier eeuwen Nederlandse Handelscatalogi'. Daarin troffen we het volgende stuk over 'Boeken bij opbod', oftewel de 'boekveilingen'.

'17e eeuw

De Noordelijke Nederlanden waren in de 17e eeuw het belangrijkste centrum van boekdrukkunst in Europa. De boekenproduktie nam hierna 1600 een enorme omvang aan. In de 16de eeuw was naar schatting drie procent van de totale Europese produktie van gedrukte werken in deze gewesten verschenen, ongeveer 5000 titels. In de volgende eeuw nam dit toe tot 100.000 titels, misschien de helft van het totaal voor deze periode. Veel hiervan was bestemd voorde internationale markt. Toch groeide ook in het eigen land het boekenbezit sterk; door de hoge geletterdheid en het relatief hoge levensniveau zal het ook breed gespreid zijn geweest. Een indruk van deze revolutionaire ontwikkelingen geven behalve de fondslijsten van de drukkersuitgevers en de inventarisatielijsten van de boekhandelaren ook de catalogi van de boekveilingen.

Tot ver in de 16de eeuw zijn boeken uit een nalatenschap uitsluitend tegelijk met het overige roerend goed geveild. Daarna worden er in de grote steden van de Nederlanden ook aparte veilingen gehouden van nagelaten, omvangrijke bibliotheken. Aanvankelijk was een stedelijke beambte, zonder speciale vakkennis, belast met de auctie, maar geleidelijk wisten op sommige plaatsen drukkers/boekhandelaren deze activiteit aan zich te trekken. De veiling vond eerst plaats in het sterfhuis, later meestal in de winkel van de organisator van de veiling. De inschakeling van een 'specialist ging gepaard met een nieuwigheid in de verkooptechniek: de invoering van de gedrukte veilingcatalogus.

De oudste gedrukte boekveilingcatalogus in Europa, waarvan de verblijfplaats van een exemplaar bekend is, is die van Marnix van St. Aldegonde, Leiden 1599. De Leidse veilinghouders hadden succes met hun nieuwe methode, zoals blijkt uit de door hen georganiseerde veilingen van bibliotheken uit andere steden in de daarop volgende jaren. Boekhandelaren elders in de Republiek der Verenigde Nederlanden werden hierdoor aangespoord tot navolging. De oudst bekende, bewaard gebleven catalogi uit andere steden zijn: Den Haag en Middelburg (1605), Franeker (1616), Rotterdam (1620), Utrecht (1625), Amsterdam (1627), Hoorn en Zierikzee (1628) en Leeuwarden (1629). In de Zuidelijke Nederlanden werden zeker vanaf 1635 boekveilingcatalogi gedrukt.

Waarschijnlijk door Nederlandse invloed verbreidde deze nieuwe verkooptechniek zich naar Denemarken (1639), Zweden en delen van het Duitse Rijk (ca. 1660). In Engeland en Frankrijk vond de gedrukte catalogus pas aan het eind van de 17de eeuw ingang. De late verbreiding van de gedrukte boekveilingcatalogus in de rest van Europa schijnt niet zozeer samen te hangen met een geringere produktie of collectievorming van boeken, als wel met belemmerende bepalingen door gilden en kerkelijke of civiele overheid.'

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 januari 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Globaal bekeken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 januari 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's