Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

'Hoe houden we de jongeren bij de kerk?'(4)

Bekijk het origineel

'Hoe houden we de jongeren bij de kerk?'(4)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

2. Door het gezag van de Bijbel te erkennen

Als het gaat over de erkenning van het gezag - van de bijbel en over allerlei theologische ontwikkelngen in dit verband, dan voelen wij - als mensen die in de gereformeerde traditie staan - ons niet zo gauw of helemaal niet aangesproken. Wij zeggen immers, dat wij het gezag van de Bijbel erkennen.

Het is toch Gods onfeilbaar Woord! En ter onderstreping van onze erkenning van dit gezag voegen wij er misschien wel de uitdrukking 'van kaft tot kaft' aan toe. Niemand hoeft er zo ooit meer aan te twijfelen of wij het gezag van de Bijbel wel voor de volle 100 procent aanvaarden.

Er zit echter nog een heel andere kant aan de erkenning van het gezag van de Bijbel. Tot nog toe ging het met name over de formele kant ervan, de kant van de Schriftbeschouwing. Ik wil het nu hebben over de inhoudelijke kant, dat is de kant van de existentiële betrokkenheid op de Bijbel als het gezaghebbend Woord van God. En dan komen we tegelijk veel dichter bij eigen huis en hart. Want nu komen vragen aan de orde als: Laat ik het gezag van de Bijbel ook gelden in mijn eigen leven? Doe ik ook wat de Schrift zegt? Ben ik er gehoorzaam aan? Stem ik mijn doen en laten op de Bijbel af? Erken ik de heerschappij van Christus in mijn leven? Want de erkenning van een bepaald gezag heeft toch alles te maken met gehoorzaamheid aan dat gezag.

Als wij het gezag van de Bijbel alleen formeel erkennen en niet inhoudelijk of alleen wanneer ons dat uitkomt, dan is deze erkenning leeg en ijdel. Wij ver-ijdel-en dan met ons leven wat wij met de mond erkennen. Dat is precies hetzelfde als wanneer kinderen bijv. mèt een mond vol woorden spreken over het gezag van hun ouders en over hun erkenning van dat gezag en intussen hun eigen weg gaan en zich niets aantrekken van wat hun ouders zeggen.

In de erkenning van het gezag van de Bijbel komt het dus op gehoorzaamheid aan. Deze erkenning is dus niet slechts iets van woordexpressie maar zij is een totale levensexpressie. Zij heeft te maken met heel ons hart, met heel onze ziel, met heel ons verstand en met al onze krachten.

Deze erkenning houdt ook in, dat we héél de Schrift laten spreken en dat wij de accenten leggen zoals die in de Schrift gelegd worden. Dat mogen we ons best bijzonder aantrekken, want wij zijn over het algemeen zo ontzettend eenzijdig en subjectief in onze omgang met de Schrift en in het 'hanteren' van teksten. Wat de prediking betreft geldt dit veelal ook de tekstkeus. Hierbij is ook te denken aan eenzijdige accenten zoals die vaak in de prediking gelegd worden. Zo wordt bijv. veel meer stilgestaan bij de vragen rond de rechtvaardiging dan bij de vragen rond de heiliging van het leven. 'Heiligings' teksten worden ook vaak in het kader van de rechtvaardiging geplaatst. Hierdoor wordt niet alleen geen recht gedaan aan de Schrift, maar gelovigen worden er ook door belemmerd in hun groei en in de voortgaan­ de toeëigening van het heil.

In de gereformeerde traditie zijn wij bovendien veel meer geneigd om de vragen van de levensheiliging negatief aan de orde te stellen. De levensheiliging zou - naar de woorden van Paulus - kunnen worden omschreven als een afleggen van de oude mens en een aandoen van de nieuwe mens. Wat het aandoen van de nieuwe mens is, krijgt veelal nauwelijks aandacht. De nadruk wordt gelegd op het afleggen van de oude mens.

Zou in deze concentratie op het negatieve (de nee-kant van het geloof tegenover de ja-kant) niet een verklaring liggen voor veel wetticisme en geestelijke neerslachtigheid? Zou het hierdoor ook niet mede komen, dat er vaak zo weinig geloofsvreugde en een ontbreken van lofprijzing is? Wat is overigens de plaats van de lofprijzing (een zó centraal gegeven in zowel het Oude als het Nieuwe Testament) in ons leven?

De erkenning van het gezag van de Bijbel... Wat bedoelen wij daar eigenlijk mee? In hoeverre raakt dit gezag ons in existentiële zin?

In onze traditie worden de vragen van het gezag van de Bijbel vaak meer toegespitst op de formele kant, op de zuiverheid in de leer (eigenlijk meer op 'zuiverheid' in het leggen van bepaalde dogmatische accenten) dan op het laten gelden van dat gezag in eigen leven. Hier liggen gevaren waarvoor we buitengewoon op onze hoede moeten zijn. Ik noem met name het gevaar van de eigengerechtigheid. Als wij zelf claimen zuiver in de leer te zijn (waaruit voortvloeit dat we anderen moeten veroordelen), dan mogen we ons hart weleens grondig onderzoeken of we niet in de val van de hoogmoed gevallen zijn. Dan moeten we onszelf eens afvragen of ons hart niet boordevol eigengerechtigheid zit en of we niet een geweldige geestelijke arrogantie tentoonspreiden. Leidt geestelijke arrogantie niet tot het uiteengroeien van elkaar? Zien we juist daarin niet de ware aard van de zonde, n.l. dat zij scheiding maakt? En wij bij 'zonde' maar letten op allerlei uiterlijke dingen...! Terwijl allerlei gemeenschapsbanden in kerk en gemeenten - zonder zondebesef - verbroken worden! Hoe hebben wij op onze hoede te zijn voor dit soort (en andere) schandelijke misleidingen van de boze!

De formele en existentiële kant van de erkenning van het gezag van de Bijbel horen bij elkaar zoals leer en leven bij elkaar horen. Een scheiding van deze twee kanten leidt tot scheiding in kerk en gemeente en tot een uiterst inconsequent levensgedrag. Het bijeenhouden van beide kanten leidt - naar mijn diepe overtuiging - tot meer openheid, begrip en eenheid in kerk en gemeente. En tot meer liefde, begrip, vergevingsgezindheid, warmte, gemeenschap en lofprijzing.

Waar het formele gezag overheerst daar is het koud en kil. Dan krijg je allerlei reacties als: 'Het zal allemaal wel waar zijn, maar...' Liggen hier niet veel problemen in ons kerkelijk leven... ook in verband met de kerk­ verlating door jongeren? En als we dit gegeven combineren met het gegeven dat veel ambtsdragers en ouderen - ik schrijf het bij herhaling - totaal geen oog en belangstelling hebben voor de jongeren en hun vragen, dan mogen we ons wel afvragen of we in plaats van kerkverlating door jongeren niet beter kunnen spreken van jongerenverlating door de kerk. Want worden jongeren vaak niet gewoon verlaten, geestelijk in de steek gelaten? Wordt veel jongeren niet in hoge mate onthouden wat zij geestelijk nodig hebben, mede door een overheersend formele erkenning van het gezag van de Schrift?

Het gezag van de Schrift... Gaat het ons hierbij om dingen die ons hart raken en ons leven veranderen? Die ook bepalend zijn voor onze betrokkenheid bij het leven in de gemeente en bij de jongeren?

Totale erkenning van het gezag van de Schrift in de totale onderwerping aan het gezag van Hem, die in de Schrift tot ons komt en tot ons spreekt.., dat is wat Hij Zelf van ons vraagt. Het is ook langs deze weg dat de Geest Zijn baanbrekend werk wil doen in onze gemeenten, in het leven van ouderen en jongeren.

Er is niets zó verootmoedigend als de erkenning van het gezag van de Bijbel in het laten gelden ervan in ons eigen leven. Omdat we zo tot het (groeiende) besef komen, dat we het in ons leven tot de laatste draad van ons bestaan moeten hebben van de rechtvaardiging van de goddeloze.

Er is ook niets zó verrijkend als de totale erkenning van het gezag van de Bijbel in een leven onder de heerschappij van Christus. Onder welke heerschappij kunnen wij béter?

C. G. Geluk (HGJB)

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 januari 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

'Hoe houden we de jongeren bij de kerk?'(4)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 januari 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's